Naslaggids (PDF)

Table Of Contents
6 Schaal van brandpuntsafstand
Bepaal bij benadering de brandpuntsafstand wanneer
u de lens in- of uitzoomt.
7 Brandpuntsafstandmarkering
8
Controlering
Autofocusmodus geselecteerd : In de
autofocusmodus kunt u aan deze aanpasbare ring
draaien om een functie uit te voeren die met de
camera is geselecteerd.
Handmatige scherpstelmodus geselecteerd :
Draai om scherp te stellen.
9 Bevestigingsmarkering voor lens
Te gebruiken bij het monteren van de lens op de
camera.
10
Rubberen pakking voor
lensbevestiging
11 CPU-contacten
Wordt gebruikt om gegevens van en naar de camera
over te dragen.
12 Schakelaar voor focusmodus
Kies A voor autofocus, M voor handmatige
scherpstelling. Houd er rekening mee dat, ongeacht
de gekozen instelling, de scherpstelling handmatig
moet worden aangepast wanneer de handmatige
scherpstelmodus is geselecteerd met behulp van de
camerabediening.
13 Voorste lensdop
14 Achterste lensdop
750
NIKKOR Z 24–70mm f/4 S-objectiefhandleiding