Gebruikshandleiding

36 Technische opmerkingen
Objectiefscherpstelling • Autofocus (AF): enkelvoudige servo-AF (AF-S);
continue servo-AF (AF-C); automatische
schakelaar AF-modus (AF-A; alleen beschikbaar in
fotomodus); fulltime-AF (AF-F; alleen beschikbaar
in de filmmodus); anticiperende scherpstelling
• Handmatige scherpstelling (M): elektronische
afstandsmeter kan worden gebruikt
Scherpstelpunten
(enkelpunts AF, fotostand,
DX-beeldveld)
209
AF-veldstand Superfijn-, enkelpunts- en dynamisch veld-AF
(superfijn en dynamisch veld-AF alleen
beschikbaar in fotostand); breedveld-AF (klein);
breedveld-AF (groot); automatisch veld-AF
Scherpstelvergrendeling Scherpstelling kan worden vergrendeld door de
ontspanknop half in te drukken (enkelvoudige
servo-AF) of op de A (L)-knop te drukken
Flitser
Ingebouwde flitser Handmatige pop-up flitser omhoog gezet via de
pop-upknop voor de flitser
Richtgetal: ong. 7, 7 met handmatige flitser (m, ISO
100, 20 °C)
Oplaadtijd Ca. 3 sec.
Flitserregeling DDL: i-DDL-flitserregeling; i-DDL-uitgebalanceerde
invulflits wordt gebruikt met matrix- en
centrumgerichte meting en op hoge lichten
gerichte lichtmeting, standaard i-DDL-invulflits
met spotmeting
Flitsstand Invulflits, rode-ogenreductie, synchronisatie met
lange sluitertijd, synchronisatie met lange
sluitertijd + rode ogen, synchronisatie op het
tweede gordijn, automatisch, automatisch +
rode-ogenreductie, automatisch met lange
sluitertijd, automatisch met lange sluitertijd +
rode-ogen, flitser uit
Flitscorrectie –3 – +1 LW (kies uit stapgroottes van
1
/ 3 en
1
/ 2 LW)
beschikbaar in P, S, A, M en h-modi
Scherpstellen