Naslaggids (volledige instructies)

Table Of Contents
Flitsniveau vergrendelen.
Nadat u heeft gecontroleer
d of de flitsgereedaanduiding ( c )
op het camerascherm verschijnt, drukt u op de knop die u in
stap 1 hebt geselecteerd. De flitser geeft een monitorvoorflits
af om het juiste flitsniveau te bepalen. De flitssterkte wordt
op dit niveau vergrendeld en het FV-vergrendelingspictogram
( r ) verschijnt op het camerascherm.
Stel de foto opnieuw samen.
De flitssterkt
e blijft vergrendeld op de waarde die is gemeten
in stap 4.
Neem de foto.
Druk de ontspanknop helemaal in om de opname te mak
en. Indien gewenst kunnen extra foto's
worden gemaakt zonder de FV-vergrendeling op te heffen.
Ontgrendel FV-vergrendeling.
Druk op de knop die u in stap 1 hebt geselecteerd om de FV-vergrendeling op te heffen.
Controleer of het FV-vergrendelingspictogram ( r ) niet langer wordt weergegeven.
Tip: Optionele flitsers
Schakel de flitser in en selecteer TTL voor Flitssturing > Flitssturingsmodus (extern) ( SB-500 ,
SB-400 of SB-300 ) of stel de flitssturingsmodus in op TTL, monitor voorflits q A of monitor voorflits A
(andere flitsers; zie de documentatie die bij de flitser is geleverd voor meer informatie).
157
De ingebouwde flitser
4
5
6
7