Naslaggids (volledige instructies)

Table Of Contents
Selecteer Scherpstelpositie oproepen voor persoonlijke
instelling f2 ( Aangep
aste bediening (opname) ) > Lens
Fn2-knop .
Stel scherp op het gewenste onderwerp in het
opnamescherm en houd de Fn- knop v
an de lens
ingedrukt.
Als de handeling succesvol is, verschijnt er een pictogram in de
opnameweergave om aan te geven dat de scherpstelpositie is
opgeslagen.
Druk op de Fn2 -knop van de lens.
De opgeslagen focuspositie wordt her
steld.
Door de Fn2- knop op de lens ingedrukt te houden, wordt
handmatige scherpstelling geactiveerd, en de camera zal
niet opnieuw scherpstellen als de ontspanknop half wordt
ingedrukt terwijl de bedieningsknop wordt ingedrukt.
D Waarschuwingen: Geheugenoproepen
Scherpstelposities kunnen niet w
orden opgeslagen terwijl opname-informatie wordt weergegeven.
Veranderingen in de omgevingstemperatuur kunnen ertoe leiden dat de scherpstelling wordt
teruggehaald naar een andere positie dan die waarop deze was opgeslagen.
Eerder opgeslagen focusposities hebben de neiging te veranderen als ze worden opgeroepen nadat
de brandpuntsafstand van de lens via zoom is aangepast. Als een opgeslagen scherpstelpositie
wordt opgeroepen nadat de brandpuntsafstand van de lens is aangepast, laat de camera vier korte
pieptonen horen, op voorwaarde dat een andere optie dan Uit is geselecteerd voor Piepopties >
Pieptoon aan/uit in het setup-menu.
Tip: Piep
Als een andere optie dan Uit is geselecteerd voor Piepopties > Piep aan/uit in het setup-menu,
laat de camera twee korte pieptonen horen wanneer een scherpstelpositie wordt opgeslagen of
opgeroepen in de fotomodus.
648
Functies beschikbaar met “C” firmwareversie 2.30
2
3
4