Naslaggids (volledige instructies)

67Basisinstellingen
D D (“Automatisch daglicht”)
D (Automatisch daglicht) produceert mogelijk niet de gewenste
resultaten onder kunstlicht. Kies 4 (Automatisch) of een optie die
overeenkomt met de lichtbron.
D Studioflitslicht
4 (Automatisch) produceert mogelijk niet de gewenste resultaten met
grote studioflitsers. Gebruik vooringestelde witbalans of stel witbalans in
op 5 (Flitslicht) en gebruik fijnafstelling om witbalans aan te passen.
D Fijnafstelling witbalans
Bij andere instellingen dan Kies kleurtemperatuur kan witbalans worden
verfijnd met behulp van de Witbalans-items in het i-menu en de foto- en
filmopnamemenu’s (0 101).
A Kleurtemperatuur
De waargenomen kleur van een lichtbron varieert volgens de kijker en
andere omstandigheden. Kleurtemperatuur is een objectieve maateenheid
voor de kleur van een lichtbron, die wordt gedefinieerd met betrekking tot
de temperatuur waarop een voorwerp zou moeten worden verhit om licht
met dezelfde golflengte uit te stralen. Terwijl lichtbronnen met een
kleurtemperatuur in de buurt van 5.000–5.500 K er wit uitzien, zien
lichtbronnen met een lagere kleurtemperatuur, zoals gloeilampen, er
enigszins geel of rood uit. Lichtbronnen met een hogere kleurtemperatuur
hebben een blauwe zweem.
“Warmere” (meer rode) kleuren “Koelere” (meer blauwe)
kleuren
Kies in het algemeen lagere waarden als uw foto's een rode zweem hebben
of om opzettelijk kleuren kouder te maken, hogere waarden als uw foto's
een blauwe zweem hebben of om opzettelijk de kleuren warmer te maken.
3000 4000 5000 6000 8000 10000 [
K
]