Naslaggids (volledige instructies)

Table Of Contents
D Dierdetectie-AF
Ogen of gezicht
en worden mogelijk niet zoals verwacht gedetecteerd als:
het gezicht van het onderwerp beslaat een zeer groot of zeer klein deel van het beeld,
het gezicht van het onderwerp is te helder of te slecht belicht,
het gezicht of de ogen van het onderwerp worden bedekt door bont of andere voorwerpen,
de ogen van het onderwerp zijn qua kleur vergelijkbaar met de rest van hun gezicht, of
het onderwerp beweegt overmatig tijdens het fotograferen.
Afhankelijk van de opnameomstandigheden kan de camera mogelijk de gezichten of ogen van
bepaalde rassen niet detecteren wanneer [ Breedveld-AF (L-dieren) ] of [ Automatisch veld-AF
(dieren) ] is ingeschakeld. Als alternatief kan de camera een rand weergeven rond onderwerpen die
niet de gezichten of ogen van honden of katten zijn.
De prestaties van gezichts- en oogdetectie kunnen afnemen als:
[ 3840×2160; 60p ] of [ 3840×2160; 50p ] is geselecteerd voor [ Beeldformaat/beeldsnelheid ]
in het filmopnamemenu tijdens filmopname,
de camera is aangesloten op een HDMI apparaat met [ 10 bit ] geselecteerd voor [ HDMI ] >
[ Geavanceerd ] > [ Uitvoergegevensdiepte ] in het setup-menu, of
[ N-Log ] of [ HDR (HLG) ] is geselecteerd voor [ HDMI ] > [ Geavanceerd ] > [ N‑Log/HDR
(HLG) uitvoeropties ] in het setup-menu.
Het licht van de AF-hulpverlichting kan de ogen van sommige dieren negatief beïnvloeden;
Wanneer u AF voor dierendetectie gebruikt, selecteert u [ Uit ] bij persoonlijke instelling a11
[ Ingebouwde AF-hulpverlichting ].
112
Focus
-
-
-
-
-
-
-
-