Naslaggids (PDF)

Table Of Contents
D Framesnelheid
De beeldsnelheden voor de modi continu lage snelheid en continu hoge snelheid kunnen ook
w
orden geselecteerd met behulp van persoonlijke instelling d1 [ Continu-opnamesnelheid ].
De werkelijke framesnelheid wanneer een framesnelheid van 8 fps is geselecteerd in de continu lage
snelheidsmodus is 7,5 fps.
Bij de hierboven gegeven waarden voor de beelddoorvoersnelheid wordt uitgegaan van een
scherpstelmodus AF-C , opnamemodus M , een sluitertijd van ¹⁄₂₅₀ s of sneller, en standaardwaarden
voor alle andere instellingen. De framesnelheid kan vertragen:
tijdens flitsfotografie,
in stille modus,
wanneer flikkering wordt gedetecteerd terwijl [ AAN ] is geselecteerd voor [ Reductie
fotoflikkering ] in het foto-opnamemenu,
als het diafragma wordt verlaagd tot een zeer hoog f-getal, of
bij lange sluitertijden.
Wanneer [ AAN ] is geselecteerd voor [ Fotoflikkerreductie ] in het foto-opnamemenu (
0 473 ),
w
ordt de opnameweergave kort donker tijdens burst-fotografie.
D Waarschuwingen: Burst-fotografie
Afhankelijk van de opnameomstandigheden en de prestaties van de geheugenkaart, kan het
toegangslampje voor de geheugenkaart enkele tientallen seconden tot ongeveer een minuut
branden. Verwijder de geheugenkaart niet terwijl het toegangslampje voor de geheugenkaart
brandt. Niet alleen kunnen niet-opgenomen foto's verloren gaan, maar de camera of geheugenkaart
kan ook beschadigd raken.
Bij sluitertijden langer dan ¹⁄₂₅₀ s wordt de opnameweergave niet in realtime bijgewerkt tijdens
burst-fotografie. Als u uw onderwerp tijdens het fotograferen wilt volgen, kiest u sluitertijden die
korter zijn dan ¹⁄₂₅₀ s.
Als de camera wordt uitgeschakeld terwijl het toegangslampje voor de geheugenkaart brandt,
wordt deze pas uitgeschakeld nadat alle beelden in de buffer zijn opgenomen.
Als de batterij leeg is terwijl er nog foto's in de buffer staan, wordt de ontspanknop uitgeschakeld
en worden de foto's naar de geheugenkaart overgebracht.
138
Vrijgavemodus
-
-
-
-
-