Naslaggids (PDF)

Table Of Contents
Meting
G knop U C foto-opnamemenu
Lichtmeting bep
aalt hoe de camera de belichting instelt.
Keuze Beschrijving
L
[ Matrixmeting
]
De camera meet een groot deel van het beeld en stelt de belichting
in op basis van toonverdeling, kleur, compositie en afstand voor
resultaten die dicht bij die van het blote oog liggen.
M
[ Centrumgerichte
meting ]
De camera kent het grootste gewicht toe aan het midden van het
frame. Deze modus is bijvoorbeeld te gebruiken bij onderwerpen
die de compositie domineren.
Centrumgerichte meting wordt ook aanbevolen bij gebruik van
filters met een belichtingsfactor (filterfactor) groter dan 1×.
De grootte van het gebied waaraan het grootste gewicht
is toegewezen, kan worden geselecteerd met behulp van
persoonlijke instelling b5 [ Centrumgericht gebied ].
Het gemeten gebied kan worden weergegeven of
verborgen met behulp van persoonlijke instellingen d17
[ Aangepaste monitoropnameweergave ] en d18 [ Aangepaste
zoekeropnameweergave ].
N
[ Spotmeting ]
De camera meet een cirkel met een diameter van 4 mm/0,16
inch (overeenkomend met ongeveer 1,5% van het beeld). Dit
zorgt ervoor dat het onderwerp correct wordt belicht, zelfs als
de achtergrond veel helderder of donkerder is.
Het gemeten gebied wordt gecentreerd rond het huidige
scherpstelpunt. Als [ Auto-veld-AF ] is geselecteerd voor AF-
veldstand (
0 109 ), zal de camera in plaats daarv
an het
middelste scherpstelpunt meten.
t
[ Op hoge lichten
gerichte meting ]
De camera kent het grootste gewicht toe aan hoogtepunten.
Gebruik deze optie om het verlies van detail in hoge lichten te
verminderen, bijvoorbeeld bij het fotograferen van artiesten in het
spotlicht op het podium.
477
Meting