Naslaggids (PDF)

Table Of Contents
Opties voor de geselecteerde instelling, indien aanwezig, kunnen worden gekozen door de
ingedrukt te houden Fn-
knop en het draaien van de secundaire instelschijf.
Keuze Kleurtemperatuur
*
Beschrijving
4 [ Auto ]
De camera past de witb
alans
aan voor optimale resultat
en bij
de meeste lichtbronnen. Als een
optionele flitser wordt gebruikt,
wordt de witbalans aangepast
in overeenstemming met de
omstandigheden die gelden op
het moment dat de flitser flitst.
i [ Wit behouden
(minder warme
kleuren)
]
Ongeveer. 3500–
8000 K
Elimineer de warme kleurzweem
die door gloeilampen wordt
gepr
oduceerd.
j [ Algehele sfeer
behouden ]
Ongeveer. 3500–
8000 K
Behoud gedeeltelijk de
war
me kleurzw
eem die
door gloeilampen wordt
geproduceerd.
k [ W
arme
lichtkleur
en behouden ]
Ongev
eer. 3500–
8000 K
Behoud de warme kleurzweem
die door gloeilampen w
or
dt
gepr
oduceerd.
D [ Natuurlijk licht automatisch ]
Ongeveer
. 4500–
8000 K
De witbalans wordt
aangepast voor niet
-kunstmatige
lichtbronnen, waardoor
levensechtere kleuren worden
geproduceerd dan [ Auto ] bij
gebruik onder natuurlijk licht.
H [ Direct zonlicht ]
Ongeveer
. 5200 K
Gebruiken bij onderwerpen die
worden v
erlicht door direct
zonlicht.
G [ Bewolkt ]
Ongeveer
. 6000 K
Gebruik bij daglicht en bij
bewolkt
e hemel.
M [ Schaduw ]
Ongeveer. 8000 K
Gebruik bij daglicht met
onderwerpen in de schaduw.
159
Witbalans