Naslaggids (PDF)

Table Of Contents
Tip: Belichtingsbracketing
De instellingen (sluiter
tijd en/of diafragma) die tijdens belichtingsbracketing worden gewijzigd,
verschillen per opnamemodus.
modus Instelling
P Sluitertijd en diafragma
1
S Opening
1
A Sluitertijd
1
M Sluitertijd
2, 3, 4
Als [ AAN ] is geselecteerd voor [ ISO-gevoeligheidsinstellingen ] > [ Auto ISO-
gevoeligheidsregeling ] in het foto-opnamemenu, zal de camera automatisch de ISO-
gevoeligheid variëren voor optimale belichting wanneer de limieten van het belichtingssysteem
van de camera worden overschreden.
Als [ AAN ] is geselecteerd voor [ ISO-gevoeligheidsinstellingen ] > [ Auto ISO-
gevoeligheidsregeling ] in het foto-opnamemenu, zal de camera de ISO-gevoeligheid variëren.
Gebruik persoonlijke instelling e6 [ Auto bracketing (stand M) ] om te kiezen of de camera
zowel de sluitertijd als het diafragma varieert of een van de sluitertijd, het diafragma en de
ISO-gevoeligheid wanneer [ UIT ] is geselecteerd voor [ ISO-gevoeligheidsinstellingen ] > [ Auto
ISO-gevoeligheidsregeling ] in het foto-opnamemenu.
De sluitertijd wordt niet aangepast als [ AAN ] is gekozen voor persoonlijke instelling d6
[ Verlengde sluitertijden (M) ] en een sluitertijd langer dan 30 sec. is geselecteerd.
Bracketing annuleren
Om bracketing te annuleren, selecteert u [ UIT ] voor [ Auto bracketing ] > [ Auto bracketing
aan/uit ] in het foto-opnamemenu. Als u [ ON ] selecteert nadat u [ OFF ] hebt geselecteerd, wordt
bracketing hervat vanaf de eerste opname in de reeks.
439
Automatische bracketing
1
2
3
4