Naslaggids (volledige instructies)

Table Of Contents
Andere methodes
Als de belichtingscompensatieknop naar C is gedraaid, kan de belichtingscompensatie worden
aangep
ast binnen het bereik van +5 tot –5 LW (of in videomodus +3 tot –3 LW) met behulp van:
de instelschijven (ingeschakeld via persoonlijke instelling b2 [ Gemakkelijke
belichtingscompensatie ]),
het i menu,
aanraakbedieningen (alleen zelfportretmodus;
0 49 ), of
aangepast
e bedieningselementen (
0 603 , 0 642 )
Tip: Modus M
In stand M heef
t belichtingscompensatie alleen invloed op de belichtingsindicator
; sluit
ertijd,
diafragma en ISO-gevoeligheid veranderen niet. De werkelijke blootstelling verandert niet.
Wanneer automatische ISO-gevoeligheidsregeling (
0 156 ) v
an kracht is, wordt
de ISO-gev
oeligheid aut
omatisch aangepast volgens de geselecteerde waarde voor
belichtingscompensatie, waardoor de algehele belichting verandert.
Tip: Een flitser gebruiken
Wanneer een optionele flitser wordt gebruikt, heeft belichtingscompensatie invloed op zowel
het flitsniveau als de belichting, waardoor de helderheid van zowel het hoofdonderwerp als de
achtergrond wordt gewijzigd; desgewenst kan het effect worden beperkt tot de achtergrond met
persoonlijke instelling e3 [ Belichtingscomp. voor flits ].
145
Blootstelling