Naslaggids (PDF)

Table Of Contents
B
Het setup-menu: Camera-instellingen
439
D Het verkrijgen van Image Dust O
-referentiegegevens
Een lens met een brandpuntsafstand van minimaal 50 mm wordt
aanbevolen.
Zoom bij gebruik van een zoomlens helemaal in.
Dezelfde referentiegegevens kunnen worden gebruikt voor foto's die met
verschillende lenzen of bij verschillende diafragma's zijn gemaakt.
Referentiebeelden kunnen niet worden bekeken met
computerbeeldvormingssoftware.
Er wordt een rasterpatroon weergegeven wanneer referentiebeelden op
de camera worden bekeken.
Pixelmapping
G
knopU
B
instellingenmenu
Pixel mapping controleert en optimaliseert de beeldsensor van de
camer
a. Als u onverwachte heldere vlekken opmerkt in foto's die met
de camera zijn gemaakt, voert u pixelmapping uit zoals hieronder
beschreven.
Pixelmapping is alleen beschikbaar als een Z-vattinglens of een
optionele FTZ-vattingadapter is bevestigd.
Gebruik een volledig opgeladen batterij of een optionele
lichtnetlaadadapter om onverwacht stroomverlies te voorkomen.
1 Selecteer [ Pixelmapping ] in het setup-menu.
Zet de camera aan, druk op de
G
-knop en selecteer
[ P
ixelmapping ] in het setup-menu.