Operation Manual

106 De i-knop
Lichtmeting
Lichtmeting bepaalt hoe de camera de belichting instelt. De
volgende opties zijn beschikbaar:
De optie die momenteel is geselecteerd,
wordt tijdens de opname aangeduid door
een pictogram in de weergave.
Optie Beschrijving
L
Matrixmeting
De camera meet een breed veld van het beeld en stelt
de belichting in overeenkomstig de verdeling van
toonwaarden, kleurcompositie en afstand voor
resultaten die dicht bij de resultaten liggen die met
het blote oog worden gezien.
M
Centrumgerichte
meting
De camera meet het gehele beeld maar wijst het
grootste gewicht toe aan een veld in het midden van
het beeld. De grootte van het veld kan worden
gekozen met behulp van Persoonlijke instelling b3
(Centrumgericht meetveld). Dit is de klassieke
meter voor portretten en wordt ook aanbevolen bij
het gebruik van filters met een belichtingsfactor
(filterfactor) van meer dan 1×.
N
Spotmeting
De camera meet een cirkel van 4 mm (equivalent
aan circa 1,5% van het beeld) gecentreerd op het
huidige scherpstelpunt, zodat het mogelijk is om
onderwerpen uit het midden te meten (als
automatisch veld-AF actief is, zal de camera in plaats
daarvan het middelste scherpstelpunt meten).
Spotmeting zorgt ervoor dat het onderwerp correct
belicht wordt, ook als de achtergrond veel helderder
of donkerder is.
t
Op hoge lichten
gerichte lichtm.
De camera wijst het grootste gewicht aan hoge
lichten toe. Gebruik deze optie om verlies van details
in hoge lichten te verminderen, bijvoorbeeld bij het
fotograferen van artiesten die op een podium door
spotlicht worden belicht.