Operation Manual

272 Menugids > A Persoonlijke instellingen
De volgende opties zijn beschikbaar:
Optie Beschrijving
K
Middelste
scherpstelp. select.
Als u de bedieningsknop indrukt, wordt het
middelste scherpstelpunt geselecteerd.
A
AF-ON
Als u de bedieningsknop indrukt, wordt
autofocus gestart.
F
AF-vergrendeling
Scherpstelling vergrendelt terwijl de
bedieningsknop wordt ingedrukt.
E
AE-vergrendeling
(vast)
De belichting vergrendelt zodra de
bedieningsknop wordt ingedrukt en blijft
vergrendeld totdat voor een tweede maal op de
bedieningsknop wordt gedrukt of de stand-by-
timer afloopt.
D
AE-vergr. (herstel na
ontspan.)
De belichting vergrendelt zodra de
bedieningsknop wordt ingedrukt en blijft
vergrendeld totdat voor een tweede maal op de
bedieningsknop wordt gedrukt, de sluiter wordt
ontspannen of de stand-by-timer afloopt.
C
AE-vergrendeling
De belichting vergrendelt terwijl de
bedieningsknop wordt ingedrukt.
B
AE/AF-
vergrendeling
Scherpstelling en belichting vergrendelen terwijl
de bedieningsknop wordt ingedrukt.
r
Flitswaardevergr-
endeling
Druk op de bedieningsknop om flitswaarde te
vergrendelen voor optionele flitsers. Druk
opnieuw om flitswaardevergrendeling te
annuleren.
h
cUitschakelen/
inschakelen
Als de flitser momenteel uit is, wordt
synchronisatie op het eerste gordijn geselecteerd
terwijl de bedieningsknop wordt ingedrukt. Als
de flitser momenteel ingeschakeld is, wordt deze
in plaats daarvan uitgeschakeld terwijl de
bedieningsknop wordt ingedrukt.
q
Voorbeeld
Houd de bedieningsknop ingedrukt om kleur,
belichting en scherptediepte als voorbeeld te
bekijken.
L
Matrixmeting
Matrixmeting is geactiveerd terwijl de
bedieningsknop wordt ingedrukt.
M
Centrumgerichte
meting
Centrumgerichte meting is geactiveerd terwijl de
bedieningsknop wordt ingedrukt.