Operation Manual

354 On-camera flitserfotografie
Flitscorrectie wordt gebruikt om de flitssterkte aan te passen met
–3 LW tot +1 LW in stappen van
1
/
3 LW, waarbij de helderheid van
het hoofdonderwerp ten opzichte van de achtergrond wordt
gewijzigd. De flitssterkte kan worden verhoogd om het
hoofdonderwerp helderder te laten lijken, of worden verlaagd om
ongewenste hoge lichten of reflecties te voorkomen. Kies
doorgaans positieve waarden om het onderwerp helderder te
maken of negatieve waarden om het onderwerp donkerder te
maken.
Gebruik, om een waarde voor flitscorrectie
te kiezen, het item Flitscorrectie in het
foto-opnamemenu. Bij waarden anders
dan ± 0,0 verschijnt een Y-pictogram in
de weergave en het bedieningspaneel.
Normale flitssterkte kan worden hersteld
door flitscorrectie in te stellen op ±0,0. Flitscorrectie wordt niet
teruggezet wanneer de camera wordt uitgeschakeld.
Flitscorrectie