Operation Manual

Table Of Contents
24 Kennismaking met de camera
De functieknoppen (Fn1 en Fn2)
De Fn1- en Fn2-knoppen kunnen ook
worden gebruikt voor snelle toegang tot
geselecteerde instellingen tijdens het
opnemen. De instellingen toegewezen aan
deze knoppen kunnen worden gekozen
met behulp van Persoonlijke instelling f2
(Aangepaste knoptoewijzing) en de
geselecteerde instelling kan worden
aangepast door het indrukken van de knop
of door het indrukken van de knop en draaien aan de instelschijven.
Bij standaardinstellingen wordt de Fn1-knop gebruikt voor
witbalans en de Fn2-knop om scherpstel- en AF-veldstanden te
selecteren.
❚❚ De functieknoppen aanpassen
De functie uitgevoerd door de functieknoppen in fotostand wordt
gekozen met behulp van Persoonlijke instelling f2 (Aangepaste
knoptoewijzing).
1 Selecteer Persoonlijke instelling f2.
Markeer, in het Persoonlijke
instellingenmenu, Persoonlijke
instelling f2 (Aangepaste
knoptoewijzing) en druk op J (voor
informatie over het gebruik van de
menu’s, zie “De G-knop”, 0 18).