Operation Manual

Table Of Contents
26 Kennismaking met de camera
A Functies die kunnen worden toegewezen aan de functieknoppen
De volgende functies kunnen worden toegewezen aan de functieknoppen
in fotostand:
AF-ON
AF-vergrendeling
AE-vergrendeling
(vast)
AE-vergr. (herstel na
ontspan.)
AE-vergrendeling
AE/AF-vergrendeling
Flitswaardevergrende-
ling
c Uitschakelen/
inschakelen
Voorbeeld
Matrixmeting
Centrumgerichte
meting
Spotmeting
Op hoge lichten
gerichte lichtm.
Bracketingserie
Selectie synchroon
ontspannen
+ NEF (RAW)
Rasterweergave
Zoom aan/uit
MIJN MENU
Bovenste optie in
MIJN MENU
Weergave
Beveiligen
Kies beeldveld
Beeldkwaliteit/-
formaat
Witbalans
Picture Control
instellen
Actieve D-Lighting
Lichtmeting
Flitsstand/-correctie
Scherpstelstand/
AF-veldstand
Automatische
bracketing
Meervoudige
belichting
HDR (hoog dynam.
bereik)
Belichtingsvertra-
gingsstand
Sltertijd en diafragma
vergr.
Peakingmarkeringen
Score
Nr. object. zonder
CPU kiezen
Geen
De functies uitgevoerd door de functieknoppen in filmstand kunnen
worden gekozen met behulp van Persoonlijke instelling g2 (Aangepaste
knoptoewijzing); de beschikbare opties verschillen van de opties voor
fotostand.