Operation Manual
44
3. DELTA BOOSTER Gebruiksaanwijzingen
De gebruiker wordt dringend geadviseerd deze gebruiksaanwijzingen grondig door te lezen vóór hij
met de DELTABOOSTER gaat werken.
3.1 Veiligheid
Uw DELTABOOSTER (met Nilfi sk-ALTO-technologie) is ontwikkeld en gefabriceerd volgens de laatste
voorschriften inzake veiligheid op het werk. Om persoonlijk letsel bij uzelf en anderen te voorkomen, dienen
de volgende instructies altijd in acht te worden genomen bij het werken met de installatie.
1. WAARSCHUWING! Richt de waterstraal nooit op mensen, dieren,
elektrische bedrading of op de DELTABOOSTER.
2. WAARSCHUWING! Probeer nooit door uzelf of door anderen gedragen
kleding of schoeisel te reinigen.
3. Wij adviseren u tijdens de reinigingswerkzaamheden een veiligheidsbril,
gehoorbescherming en beschermende kleding te dragen.
4. Werk nooit blootsvoets of in sandalen.
5. De gebruiker en andere mensen in de directe omgeving van de reinigingswerkzaamhe den dienen
zich te beschermen tegen wegspattend vuil.
6. Op het pistool en de lans komen reactiekrachten tijdens het gebruik - de gebruiker dient
de lans derhalve met twee handen goed vast te houden.
7. Bedien de pistoolgreep uitsluitend met de hand. Bind deze nooit vast; vergrendeling op
welke manier dan ook, is niet toegestaan.
8. Tijdens onderbrekingen in het werk dient de machine te worden uitgezet en het spuitpistool te wor-
den beveiligd tegen toevallig gebruik door de veiligheidspal naar stand „O“ te draaien.
9. WAARSCHUWING! Hogedrukslangen, nozzles en aansluitingen zijn van groot belang voor de
veiligheid bij het werken met de DELTABOOSTER. Gebruik uitsluitend de door Nilfi sk-ALTO voor-
geschreven Nilfi sk-ALTO-hogedrukslangen, -nozzles en -aansluitingen.
10. Voorkom beschadigingen aan de hogedrukslang tengevolge van het overrijden door een auto,
schuren, trekken, knopen/knikken, etc. en laat de hogedrukslang niet in aanraking komen met olie
en scherpe of hete voorwerpen. Dit kan leiden tot het barsten van de hogedrukslang.
11. Gebruik het water uitsluitend om mee te reinigen. Er kunnen reinigingsmiddelen etc. zijn toegevoegd.
12. Maak de hogedrukslang nooit los van een aftappunt voordat de hogedrukkraan bij het aftappunt
goed dichtgedraaid is en de hogedrukslang drukvrij is.
13. De machine is niet bestemd voor gebruik door personen (waaronder kinderen) met beperkte licha-
melijke, zintuiglijke of geestelijke vermogens of een gebrek aan ervaring of kennis.
14. Hogedrukreinigers mogen niet worden gebruikt door kinderen of onbevoegden.
15. Houd kinderen in de gaten en zorg dat zij niet met het apparaat spelen.
16. Indien reinigingsmiddelen worden toegepast, dienen de gebruiksaanwijzingen voor reinigingsmid-
delen nauwkeurig te worden opgevolgd.
17. Personen onder invloed van alcohol, drugs of medicijnen mogen het systeem niet bedienen.
18. Het systeem niet gebruiken als belangrijke onderdelen beschadigd zijn, zoals veiligheden, ho- ge-
drukslangen, leidingen, spuitpistool.
19. WAARSCHUWING! Inademing van drijfgassen kan gevaar opleveren voor de gezondheid. Gebruik
indien mogelijk uitrusting om het vrijkomen van drijfgassen te voorkomen, bijv. een dop op de spuit-
kop. Gebruik ter bescherming tegen drijfgassen een ademhalingsmasker klasse FFP 2 of hoger.
Bewaar deze instructies om ze te kunnen raadplegen.
Elke hogedrukpomp van een DELTABOOSTER is voorzien van een veiligheidsventiel. Het veiligheids-
ventiel is gemonteerd en verzegeld door de fabriek. VERBREEK DEZE VERZEGELING NOOIT!
De motoren in een DELTABOOSTER zijn beveiligd tegen overbelasting. Er zijn thermische stroo-
monder- brekers in de statorwikkelingen aangebracht, waardoor de motor is beveiligd. Bij overbelast-
ing van de motor zorgen de thermische beveiligingen voor uitschakeling van het systeem, zodat het
systeem stopt. Na een dergelijke stop kan de DELTABOOSTER weer normaal worden gestart, daar de
defecte motor automatisch wordt uitgeschakeld. Na afkoeling of opnieuw aansluiten van de motorbev-
eiliging, kan de tevoren uitgevallen motor weer in bedrijf genomen worden door de DELTABOOSTER
opnieuw op te starten zoals beschreven in paragraaf 3.4.2. De motorbeveiliging schakelt het systeem
uit als de motor te veel stroom gebruikt.
Bescherming tegen vorst
Het systeem moet in een vorstvrije ruimte worden geplaatst. Leidingen en aftappunten moeten eve-
neens in vorstvrije ruimtes gemonteerd zijn. Indien er aftappunten buiten geplaatst zijn, dient u er voor
te zorgen dat het gedeelte van de leiding dat aan vorst is blootgesteld, tijdig wordt afgetapt en afges-
loten. Als de temperatuur in de mengtank is abouve 80 ° C en boven 2 ° C, zal de plant worden losge-
koppeld
Als de temperatuur in de mengtank boven 80°C of beneden 2°C komt, zal het systeem worden uitgeschakeld.