Operation Manual
77
UNO/DUO BOOSTER EXTENDED
4.1.5 Functie (uitsluitend
DUO BOOSTER)
Als u reinigings- of
ontsmettingsmiddelen wilt
gebruiken dienen deze via
een injecteur aan het water
te worden toegevoegd. In
combinatie met de injecteur kan
het handig zijn een wandrek te
monteren waarop de lansen,
twee stuks 25-liter jerrycans en
een 10 m lange hogedrukslang
kunnen worden opgeborgen.
Hieronder vindt u diverse typen
aansluitingen met injecteurs.
Aansluitpunt met
verwisselbare injecteur.
Dient te worden aangesloten
op de snelkoppeling van de
hogedrukkraan.
Te gebruiken voor de dosering
van licht schuimende reinigings-
en ontsmettingsmiddelen.
Dosering 1 - 8 %.
Aansluitpunt met
verwisselbare
schuiminjecteur
Dient te worden aangesloten
op de snelkoppeling van de
hogedrukkraan.
Te gebruiken samen met een
schuimlans bij gebruik van
sterk schuimende reinigings- of
ontsmettingsmiddelen.
Dosering 1 - 5%.
Aansluitpunt met
reinigingstrolley en
schuiminjecteur
Dient te worden aangesloten
op de snelkoppeling van de
hogedrukkraan. Te gebruiken
op dezelfde manier als
“Aansluitpunt met verwissel-
bare schuiminjecteur”. Hierop
kunnen 4 spuitlansen, twee stuks
25-liter jerrycans en 20 m hoge-
drukslang worden opgeborgen.
De machine is uitgerust met
2 hogedrukpompen. Deze zijn
zodanig ingesteld dat zij naar
behoefte starten en stoppen.
Als de machine is aangesloten
op een pijpleiding met 2
gebruikers, past de machine
automatisch het aantal te
gebruiken pompen aan. Als de
druk zakt tot onder de 155 bar,
start er een extra pomp. Als de
druk stijgt tot boven de 182 bar,
stopt er een pomp.
Het is belangrijk dat u de
juiste lansen/sproeiers voor
de machine gebruikt. De juiste
sproeiermaat is te vinden op
het gegevensplaatje op de
machine.
4.1.6 Reinigingsmiddelen
gebruiken (extern)