Gebruikershandleiding Nokia 3110 classic/Nokia 3109 classic 9200423 Uitgave 2
CONFORMITEITSVERKLARING Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het productRM-237/RM-274 in overeenstemming is met de essentiële eisen en andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/. © 2007 Nokia. Alle rechten voorbehouden. Nokia, Nokia Connecting People, Nokia Care, Visual Radio en Navi zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken van Nokia Corporation.
Inhoudsopgave Voor uw veiligheid .........................................................5 Over dit apparaat.............................................................5 Netwerkdiensten.............................................................6 Gedeeld geheugen..........................................................6 Toebehoren.......................................................................6 1. Algemene informatie.................................................7 Toegangscodes................
Inhoudsopgave Synchroniseren vanaf een server....................................................28 USB-gegevenskabel.................................................................................28 Bellen...........................................................................................................29 Telefoon......................................................................................................29 Toebehoren.......................................................................
Voor uw veiligheid Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie. SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Houd u aan de lokale wetgeving. Houd terwijl u rijdt uw handen vrij om uw voertuig te besturen.
Netwerkdiensten Netwerkdiensten Om de telefoon te kunnen gebruiken, moet u zijn aangemeld bij een aanbieder van een draadloze verbindingsdienst. Veel van de functies vereisen speciale netwerkfuncties. Deze functies zijn niet op alle netwerken beschikbaar. Er zijn ook netwerken waar u specifieke regelingen met uw serviceprovider moet treffen voordat u gebuik kunt maken van de netwerkdiensten. Uw serviceprovider kan u instructies geven en uitleggen hoeveel het kost.
1. Algemene informatie Toegangscodes Beveiligingscode De beveiligingscode (5 tot 10 cijfers) beveiligt de telefoon tegen onbevoegd gebruik. De code is standaard ingesteld op 12345. U kunt de code wijzigen en de telefoon instellen op het vragen naar de code. Zie 'Beveiliging', p. 30. PIN-codes De PIN-code (Persoonlijk IdentificatieNummer) en de UPIN-code (Universeel Persoonlijk IdentificatieNummer) van 4 tot 8 cijfers beveiligen de SIM-kaart tegen onbevoegd gebruik. Zie 'Beveiliging', p. 30.
Aan de slag Controleer of de batterij van het apparaat voldoende capaciteit heeft, of sluit de lader aan voordat u het bijwerken start. Belangrijk: Maak alleen gebruik van diensten die u vertrouwt en die een adequate beveiliging en bescherming tegen schadelijke software bieden. Nokia-ondersteuning Informatie over ondersteuning Op www.nokia.com/support of de lokale Nokia-website vindt u de nieuwste versie van deze handleiding, aanvullende informatie, downloads en diensten voor uw Nokia-product.
Aan de slag compatibel met dit apparaat zijn. Incompatibele kaarten kunnen de kaart en het apparaat beschadigen en gegevens die op de kaart staan aantasten. 1. Schakel het apparaat uit en verwijder achterover en de batterij van het apparaat. 2. Schuif de houder van geheugenkaart open om deze te ontgrendelen (1). 3. Open de kaarthouder (2) en plaats de geheugenkaart in de kaarthouder met de contactpunten naar binnen gericht (3). 4.
Het apparaat Polsband 1. Open de achtercover. 2. Haak een bandje achter het klemmetje zoals wordt getoond in afbeelding (1) en sluit de achtercover (2). 3. Het apparaat Toetsen en onderdelen De afbeelding geeft de Nokia 3110 classic weer.
Het apparaat Weergave 1 — Signaalsterkte van het mobiele netwerk 2 — Oplaadstatus van batterij 3 — Indicatoren 4 — Naam van het netwerk of het operatorlogo 5 — Klok 6 — Hoofdscherm 7 — De functie van de linkerselectietoets is Favor. of een snelkoppeling naar een andere functie. Zie 'Linkerselectietoets', p. 26. 8 — De functie van de middelste selectietoets is Menu. 9 — De functie van de rechterselectietoets is Namen of een snelkoppeling naar een andere functie. Zie 'Rechterselectietoets', p. 26.
Het apparaat De wekker is geactiveerd. De timer is actief. De stopwatch wordt uitgevoerd in de achtergrond. / De telefoon is aangemeld bij het GPRS- of EGPRS-netwerk. / Er is een GPRS- of EGPRS-verbinding tot stand gebracht. / De GPRS- of EGPRS-verbinding is tijdelijk onderbroken (in de wachtstand geplaatst). / Er is een Bluetooth-verbinding actief. Er is een P2T-verbinding actief of onderbroken. Als u over twee telefoonlijnen beschikt, wordt de tweede telefoonlijn geselecteerd.
Oproepfuncties 4. Oproepfuncties Bellen Nummer kiezen 1. Voer het netnummer en telefoonnummer in. Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op * voor het internationale voorvoegsel (het +-teken vervangt de internationale toegangscode) en voert u de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het abonneenummer in. 2. Druk op de beltoets om het nummer te kiezen. Druk op de volumetoetsen omhoog of omlaag om het geluidsniveau van een oproep aan te passen. 3.
Tekst invoeren Gespreksopties zijn Dempen of Dempen uit, Contacten, Menu, Toetsen blokk., Opnemen, Stemhelderheid, Luidspreker of Telefoon. Netwerkopties zijn Opnemen of Weigeren, Standby of Uit standby, Nieuwe oproep, Toev. aan conf., Beëindigen, Alles afsluiten, en de volgende: • DTMF verzenden — om toonreeksen te verzenden. • Wisselen — om te schakelen tussen het actieve gesprek en het gesprek in de wachtstand.
Berichten 3. Als het geselecteerde menu ook weer is onderverdeeld in submenu's, selecteert u een submenu, bijvoorbeeld Oproepen. 4. Als het geselecteerde submenu ook weer submenu's bevat, herhaalt u stap 3. 5. Selecteer de gewenste instelling. 6. Selecteer Terug om terug te keren naar het vorige menuniveau. Selecteer Uit om het menu te sluiten. Als u de menuweergave wilt wijzigen, selecteert u Opties > Hoofdmenuweerg. > Lijst, Roosterweergave, Rooster (labels) of Tab.
Berichten Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid en abonnementsmogelijkheden van de netwerkdienst voor multimediaberichten (MMS). Zie 'Berichtinstellingen', p. 21. Multimediaberichten invoeren en verzenden 1. Selecteer Menu > Berichten > Bericht maken > Multimedia. 2. Schrijf uw bericht. Het apparaat ondersteunt multimediaberichten die meerdere pagina's (dia's) bevatten. Een bericht kan als bijlage een agendanotitie en/of een visitekaartje bevatten.
Berichten Voordat u de kaartdienst kunt gebruiken, moet u zich op deze dienst abonneren. Informeer bij uw serviceprovider naar de beschikbaarheid, kosten en abonnementsmogelijkheden voor deze dienst. Als u een kaart wilt verzenden, selecteert u Menu > Berichten > Bericht maken > Briefkaart. Vul het adres in; velden aangegeven met * moeten verplicht worden ingevuld.
Berichten U kunt berichten verplaatsen naar de map Opgeslagen items. Als u de Opgeslagen items submappen wilt ordenen, selecteert u Menu > Berichten > Opgeslagen items. Als u een map wilt toevoegen, selecteert u Opties > Map toevoegen. Als u een map wilt verwijderen of een andere naam wilt geven, gaat u naar de gewenste map en selecteert u Opties > Map verwijderen of Map hernoemen.
Berichten 1. Selecteer Menu > Berichten > E-mail > Inboxen, de accountnaam en selecteer het gewenste bericht. 2. Als u een e-mailbericht wilt beantwoorden, selecteert u Beantw. > Oorspr. tekst of Leeg bericht. Als u uw antwoord ook aan de andere geadresseerden wilt sturen, selecteert u Opties > Allen beantw.. Bevestig of wijzig het emailadres en het onderwerp en voer het antwoord in. 3. Selecteer Verzend. > Nu verzenden om het bericht te verzenden.
Berichten Als u map wilt samenvouwen, selecteert u Samenv. (of bladert u naar links). • Conversaties — toont tijdens de actieve sessie de lijst met nieuwe en gelezen chatberichten of chatuitnodigingen. duidt een nieuw groepsbericht aan duidt een gelezen groepsbericht aan duidt een nieuw chatbericht aan duidt een gelezen chatbericht aan duidt een uitnodiging aan De pictogrammen en tekst op het scherm zijn afhankelijk van de chatdienst.
Berichten Groepen U kunt de openbare groepen gebruiken die door de serviceprovider zijn ingesteld of privé-groepen voor een chatsessie instellen. U kunt bookmarks aanbrengen voor openbare groepen die door uw serviceprovider worden onderhouden. Maak verbinding met de dienst voor chatberichten en selecteer Groepen > Openbare groepen. Selecteer een groep en Deelnm.. Als u geen deel uitmaakt van de groep, voert u uw schermnaam in als uw alias voor de groep.
Contacten Tekstberichten De tekstberichtinstellingen hebben invloed op de wijze waarop SMS- en e-mailberichten worden verzonden, ontvangen en weergegeven. Selecteer Menu > Berichten > Bericht-instellingen > Tekstberichten en maak een keuze uit volgende opties: • Afleverings- rapporten — Selecteer Ja om het netwerk te vragen afleveringsrapporten van uw berichten te verzenden (netwerkdienst).
Contacten In het SIM-kaartgeheugen kunnen namen worden opgeslagen met één bijbehorend telefoonnummer. De contacten die in het SIM-kaartgeheugen zijn opgeslagen, worden aangegeven door . Namen en telefoonnummers opslaan Namen en nummers worden opgeslagen in het actieve geheugen. Als u een naam en telefoonnummer wilt opslaan, selecteert u Menu > Contacten > Namen > Opties > Nieuw contact.
Oproeplog Contacten verwijderen Als u een contact wilt verwijderen, gaat u naar het gewenste contact en selecteert u Opties > Verwijder contact. Als u alle contacten en bijbehorende gegevens uit het telefoongeheugen of het SIM-kaartgeheugen wilt verwijderen, selecteert u Menu > Contacten > Alle contctn verwijderen > Uit tel.geheugen of Van SIM-kaart. Als u een aan het contact gekoppeld nummer, tekstitem of een gekoppelde afbeelding wilt verwijderen, gaat u naar het contact en selecteert u Gegev..
Positiebepaling Opmerking: De uiteindelijke rekening van de serviceprovider voor oproepen en diensten kan variëren, afhankelijk van de netwerkfuncties, afrondingen, belastingen, enzovoort. Opmerking: Sommige tijdmeters, inclusief de tijdmeter voor de gebruikstijd, worden mogelijk opnieuw ingesteld bij onderhoudswerkzaamheden of software-upgrades. 10. Positiebepaling Het netwerk kan u een positieverzoek toezenden (netwerkdienst).
Instellingen • Navigatietoetspictogrammen — om de symbolen af te beelden van de huidige navigatietoetssnelkoppelingen in de standby-modus wanneer de modus actief standby is uitgeschakeld • Screensaver — om in te stellen dat het apparaat een screensaver weergeeft. Als u meer screensavers wilt downloaden, selecteert u Graf. downloads. Selecteer Timeout om de time-out voor het activeren van de screensaver in te stellen. • Energiespaarstand — om de batterij te sparen.
Instellingen Richt de infrarood-straal (IR) niet op andermans ogen en vermijd dat deze stoort met andere IR-apparaten. Dit apparaat is een Klasse 1 laserproduct. Zorg bij het verzenden of ontvangen van gegevens dat de IR-poorten van de verzendende of ontvangende apparaten naar elkaar wijzen en dat zich tussen de apparaten geen obstakels bevinden. Selecteer Menu > Instellingen > Connectiviteit > Infrarood om de IR-poort van de telefoon in- of uit te schakelen.
Instellingen U kunt de instellingen voor verbindingen vanaf uw pc opgeven door Menu > Instellingen > Connectiviteit > Packetgegevens > Packetgegevensinstellingen > Actief toegangspunt te selecteren en het gewenste toegangspunt te activeren. Selecteer Actieve toegangs- punt bewerken > Alias voor toegangspunt, geef een naam op om de instellingen voor het toegangspunt te wijzigen en selecteer OK.
Instellingen Als u de USB-modus wilt wijzigen, selecteert u Menu > Instellingen > Connectiviteit > USB-ggvnskabel en de gewenste USB-modus. Bellen Selecteer Menu > Instellingen > Oproepen en maak een keuze uit de volgende opties: • Doorschakelen — om inkomende oproepen door te schakelen (netwerkdienst). Het is mogelijk dat u geen oproepen kunt doorschakelen als bepaalde blokkeringsfuncties zijn ingeschakeld. Zie 'Beveiliging', p. 30.
Instellingen • Teksttelefoon — Selecteer Teksttelefoon gebruiken > Ja om deze instelling te gebruiken in plaats van die van de hoofdtelefoon of de oorlus. Configuratie U kunt het apparaat configureren met instellingen die vereist zijn voor bepaalde diensten. Het is ook mogelijk dat deze instellingen u worden toegestuurd door uw serviceprovider. Zie 'Dienst voor configuratie-instellingen', p. 7. Selecteer Menu > Instellingen > Configuratie en maak een keuze uit de volgende opties: • Standaardconfig.
Operatormenu Instellingen voor software-updates U kunt software-updates als volgt toestaan of weigeren: selecteer Menu > Instellingen > Configuratie > Instellingen apparaatbeheer > Software-updates serviceprovider en een van de volgende opties: • Altijd toestaan — om alle softwaredownloads en updates automatisch te laten uitvoeren • Altijd weigeren — om alle software-updates te weigeren • Eerst bevestgn — om softwaredownloads en updates alleen uit te voeren nadat u deze hebt bevestigd (standaardinstellin
Media Selecteer de afbeelding die u wilt afdrukken en selecteer Opties > Afdrukken. Geheugenkaart Waarschuwing: Houd geheugenkaarten buiten het bereik van kleine kinderen. Gebruik een geheugenkaart voor het opslaan van multimediabestanden, zoals videoclips, muziek, geluidsbestanden, afbeeldingen en berichtgegevens. Sommige mappen van de Galerij met inhoud die het apparaat gebruikt (zoals Thema's) kunnen worden opgeslagen op de geheugenkaart.
Media Een videoclip opnemen Als u de videofunctie wilt activeren, selecteert u Menu > Media > Video of indien de camerafunctie is ingeschakeld, gaat u naar links of rechts. Als u de video-opname wilt starten, selecteert u Opnem.. Als u de opname wilt pauzeren, selecteert u Pauze. Als u de opname wilt hervatten, selecteert u Activeer. Als u de opname wilt stoppen, selecteert u Stoppen. Het apparaat slaat de videoclips op op de geheugenkaart, indien beschikbaar, of in het apparaatgeheugen.
Media Muziekspeleropties In het menu van de Muziekspeler kunt u uit de volgende opties kiezen: • Tracklijst — Geef alle beschikbare nummers van de actieve tracklijst weer en speel het gewenste nummer af. Als u een nummer wilt afspelen, gaat u naar het gewenste nummer en selecteert u Spelen. • Muziekbibliotheek — Geef alle beschikbare nummers weer, ingedeeld in Artiesten, Albums, Genres, Componisten of Tracklijsten. Selecteer Bibl. bijwrkn om de lijsten te vernieuwen.
Push to talk Wanneer een toepassing die gebruikmaakt van een GPRS- of HSCSD-verbinding voor het verzenden of ontvangen van gegevens, kan dit de radio-ontvangst storen. Dictafoon Spraak, geluid of een actief gesprek opnemen en opslaan in Galerij. Dit kan handig zijn als u een naam en telefoonnummer wilt opnemen om ze later te noteren. Geluid opnemen 1. Selecteer Menu > Media > Recorder.
Push to talk Een kanaal toevoegen Als u een kanaal wilt toevoegen, selecteert u Menu > Push to Talk > Kanaal toevoegen, en voert u de instellingen in in de formuliervelden. Als u een uitnodiging naar een kanaal wilt verzenden, selecteert u Ja. Als u nog meer uitnodigingen wilt verzenden, selecteert u Menu > Push to Talk > Kanaallijst, een kanaal en Opties > Stuur uitnodiging.
Toepassingen Selecteer een contact, een lid of een bijnaam en Opties > Terugbelvrz. verz.. Reageren op een terugbelverzoek Wanneer iemand anders u een terugbelverzoek toezendt, wordt Terugbelverzoek ontvangen weergegeven in de standbymodus. U opent de Terugbel-inbox door Bekijk te selecteren. Er wordt een lijst weergegeven met de aliassen van de personen die u een terugbelverzoek hebben toegezonden.
Organizer Selecteer Menu > Toepassingen > Verzameling. Ga naar een toepassing en selecteer Openen. Toepassingsopties • Versiecontrole — om te controleren of een nieuwe versie van de toepassing beschikbaar is om van internet te downloaden (netwerkdienst) • Webpagina — om meer informatie of extra gegevens over de toepassing op een internetpagina weer te geven (netwerkdienst), indien beschikbaar • Toegang toep.
Organizer In Instellingen kunt u de datum, de tijd, de tijdzone, de datum- of tijdnotatie, het datumscheidingsteken, de standaardweergave of de eerste dag van de week instellen. Met de optie Notities automatisch verwijderen kunt u instellen dat oude notities na een bepaalde tijd automatisch moeten worden verwijderd. Een agendanotitie maken Selecteer Menu > Organiser > Agenda.
Web 3. Selecteer Timer starten > Starten om de timer te starten. Stopwatch Met de stopwatch kunt u de tijd, tussentijden of rondetijden opnemen. Gedurende de tijdsopname kunnen de overige functies van het apparaat gewoon worden gebruikt. Als u de stopwatch gebruikt of deze op de achtergrond loopt wanneer u andere functies gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de gebruiksduur van de batterij af.
Web Browsen met telefoontoetsen Gebruik de navigatietoets om in elke gewenste richting door de pagina's te browsen. Als u een item wilt selecteren, drukt u op de beltoets of selecteert u Select.. Voor het invoeren van letters en cijfers drukt u op 0 t/m 9. Voor het invoeren van speciale tekens gebruikt u de toets *. Direct bellen Tijdens het browsen kunt u telefoneren en een op een pagina vermelde naam en telefoonnummer opslaan.
Web Dienstinbox Het apparaat kan dienstberichten ontvangen die door de serviceprovider worden verzonden (netwerkdienst). Dienstberichten zijn berichtgevingen, bijvoorbeeld in de vorm van nieuwskoppen. Deze kunnen een tekstbericht of het adres van een dienst bevatten. Dienstinbox openen Selecteer Tonen om de Dienstinbox te openen wanneer u een dienstbericht ontvangt. Als u Uit selecteert, wordt het bericht verplaatst naar de Dienstinbox.
SIM-diensten Als de datatransmissie tussen de telefoon en de server gecodeerd is, wordt tijdens een verbinding het beveiligingspictogram weergegeven. Het veiligheidssymbool geeft niet aan dat de gegevensoverdracht tussen de gateway en de contentaanbieder (of de locatie waar de aangevraagde bron is opgeslagen) veilig is. De serviceprovider beveiligt de gegevensoverdracht tussen de gateway en de contentaanbieder.
Batterij Network) ondersteunen. Nadat u verbinding hebt gemaakt met de dienst van het netwerktoegangspunt (NAP) voor de telefoon, en na het koppelen met de pc wordt er door de telefoon automatisch een GPRS-verbinding met het internet gemaakt. Als u de NAP-dienst van de telefoon wilt gebruiken, hoeft u geen software van de PC Suite te installeren. Zie 'Draadloze Bluetoothtechnologie', p. 27.
Batterij De echtheid van het hologram controleren 1. Wanneer u het hologram op het label bekijkt, hoort u vanuit de ene hoek het Nokia-symbool met de handen te zien, en vanuit de andere hoek het Nokia Original Enhancements-logo. 2. Wanneer u het hologram onder een hoek naar links, rechts, omlaag en omhoog houdt, hoort u op iedere kant respectievelijk 1, 2, 3 en 4 stippen te zien. 3. Kras aan de zijkant van het label om een 20-cijferige code zichtbaar te maken, bijvoorbeeld 12345678919876543210.
Behandeling en onderhoud Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en moet met zorg worden behandeld. De volgende tips kunnen u helpen om de garantie te behouden. • Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht kunnen mineralen bevatten die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken. Wordt het apparaat toch nat, verwijder dan de batterij en laat het apparaat volledig opdrogen voordat u de batterij terugplaatst.
Aanvullende veiligheidsinformatie Medische apparatuur Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van draadloze telefoons, kan het functioneren van onvoldoende beschermde medische apparatuur nadelig beïnvloeden. Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische apparaat om vast te stellen of het apparaat voldoende is beschermd tegen externe RF-energie of als u vragen hebt.
Aanvullende veiligheidsinformatie 1. Schakel het apparaat in als dat nog niet is gebeurd. Controleer of de signaalontvangst voldoende is. In sommige netwerken kan een geldige, correct geplaatste SIM-kaart noodzakelijk zijn. 2. Druk zo vaak als nodig is op de end-toets om het scherm leeg te maken en het apparaat gereed te maken voor een oproep. 3. Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich bevindt. Alarmnummers verschillen per locatie. 4. Druk op de beltoets.
Index A achtergrond 25 achtergrondafbeelding 25 actief standby 11, 25 adressenlijst Zie contacten afbeeldingen afdrukken 31 agenda 38 opmerking 39 antenne 9 audioberichten 17 automatisch opnieuw kiezen B configuratie 30 connectiviteit 43 contacten 22 dienstnummers 24 eigen nummers 24 gegevens bewerken 23 gegevens opslaan 23 groepen 23 infonummers 24 instellingen 23 kopiëren 23 namen opslaan 23 snelkeuzetoetsen 24 synchroniseren 24 telefoonnummers opslaan 23 verplaatsen 23 verwijderen 24 visitekaartjes 24
Index geheugen vol H M 17 map voor ongewenste e-mailberichten mediaspeler 33 menu 14 microSD-kaart plaatsen 8 MMS Zie multimediaberichten multimediaberichten 15 muziekspeler 33 handsfree Zie luidspreker Helptekst 29 hoofd- of kleine letter hoofdletter 14 kleine letter 14 hoofdtelefoon 9 hoofdtelefoons 9 hoofletters 14 HSCSD 43 N navigatie 14 Nokia-contactgegevens 8 normale tekstinvoer 14 notities 39 nummerkeuze 13 nummer kiezen 13 nummermodus 14 nummer van de berichtencentrale 15 I indicatoren 11
Index S scherm 25 screensaver 26 signaalsterkte 11 SIM berichten 21 diensten 43 SIM-kaart 12 installatie 8 slaapstand 26 SMS Zie tekstbericht snelkeuze 29 snelkeuzetoetsen 13, 24 snelkoppelingen 11, 26 bladertoets 26 linkerselectietoets 26 rechterselectietoets 26 spraakopdrachten 26 software-update 7, 30, 31 aanvragen 31 soorten kanalen 35 spamfilter 19 spelletjes 37 spraakberichten 21 spraakgestuurde nummerkeuze spraakopdrachten 26 standby-modus 10, 26 starttoon 29 statusindicatoren 11 stemhelderheid 29