Operation Manual
11
Aan de slag
■ De batterij opladen
1. Sluit de lader aan op een
wandcontactdoos.
2. Steek de stekker van de lader in de USB-
poort van het apparaat.
Als de batterij volledig ontladen is, kan het
enkele minuten duren voordat de batterij-
indicator op het scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt
bellen. De batterij-indicator knippert totdat het mogelijk is om oproepen te
plaatsen. Daarna brandt het continu totdat de batterij volledig opgeladen is.
De oplaadtijd is afhankelijk van de gebruikte lader en batterij.
Opladen via USB
Als er geen stopcontact beschikbaar is, kunt u het apparaat opladen via de USB-
aansluiting. Tijdens het laden via de USB-aansluiting kunt u ook gegevens
overbrengen. Het laden via USB kan langzamer gaan dan via een stopcontact. Het
laden werkt mogelijk niet als u een USB-hub gebruikt. USB-hubs zijn mogelijk niet
compatibel om een USB-apparaat op te laden.
1. Sluit een compatibele USB-kabel aan tussen een compatibel USB-apparaat en
de telefoon. Afhankelijk van het soort apparaat dat u gebruikt om de telefoon
op te laden, kan het even duren voordat het laden begint.
2. Als het apparaat ingeschakeld is, kunt u op het scherm van het apparaat
verschillende USB-modusopties selecteren.
■ Het apparaat in- en uitschakelen
Houd de aan/uit-toets ingedrukt.
Als een PIN-code wordt gevraagd, voert u de PIN-
code in en selecteert u OK.
Als u naar de blokkeringscode wordt gevraagd,
voert u deze in en selecteert u OK. De fabrieks-
instelling voor de blokkeringscode is 12345.
Zie ’Toegangscodes’ op pag. 18 voor meer
informatie over toegangscodes.
Selecteer het land waarin u zich bevindt en voer de
plaatselijke tijd en datum in om de tijdzone, tijd en
datum in te stellen. Zie ook ’Klok’ op pag. 62.










