Operation Manual
67
Instellingen
Packet-ggvns - Hiermee kunt u de instellingen voor packet-gegevens selecteren.
De packet-gegevensinstellingen gelden voor alle toegangspunten waarvoor een
packet-gegevensverbinding wordt gebruikt.
• Selecteer Packet-ggvnsverbinding > Automat. bij signaal als u het apparaat
in een packet-gegevensnetwerk wilt registreren zodra u zich binnen het
bereik bevindt van een netwerk met ondersteuning voor packet-gegevens.
Als u Wanneer nodig selecteert, wordt packet-gegevensverbinding alleen
gebruikt als u een toepassing of functie start die deze nodig heeft.
• Selecteer Toegangspunt om de naam van het toegangspunt in te stellen
waarmee uw telefoon als modem bij de computer kan worden gebruikt.
• Selecteer Snelle toeg. packet-geg. als u het gebruik van HSDPA
(netwerkdienst) in UMTS-netwerken wilt in- of uitschakelen. Als HSDPA-
ondersteuning is geactiveerd, kan het downloaden van gegevens zoals
berichten, e-mail en browserpagina’s via het mobiele netwerk sneller
verlopen.
Gegev.oproep - Hiermee kunt u de online tijd voor een gegevensoproepverbinding
instellen. De instellingen voor gegevensoproepen gelden voor alle toegangspunten
waarvoor een GSM-gegevensoproep wordt gebruikt.
Video delen - Hiermee stelt u de instellingen van uw SIP-profiel handmatig in.
Zie ’Instellingen Video delen’ op pag. 27.
SIP-instellingen - Hiermee kunt u SIP-profielen (Session Initiation Protocol)
bekijken en bewerken. Zie ’Video delen’ op pag. 27.
Configuraties - Hiermee kunt u configuratiecontexten weergeven en verwijderen.
Voor bepaalde functies, zoals het bekijken van webpagina's en het uitwisselen van
multimediaberichten, kunnen configuratie-instellingen nodig zijn. Deze
instellingen kunt u krijgen bij uw serviceprovider. Zie ’Configuratie-instellingen’
op pag. 13.
Tgpt.namen bhr. - Hiermee kunt u het gebruik van toegangspunten voor packet-
gegevens beperken. Deze instelling is alleen beschikbaar als uw SIM-kaart de
dienst ondersteunt. U hebt de PIN2-code nodig om de instellingen te kunnen
wijzigen.
Toepassingen
Als u de instellingen wilt weergeven of bewerken van toepassingen die op uw
apparaat zijn geïnstalleerd, selecteert u > Instellingen > Instellingen >
Toepassingen.










