Operation Manual
73
Connectiviteit
20. Connectiviteit
■ Draadloos LAN
Het apparaat ondersteunt draadloze LAN’s (WLAN). Via een WLAN kunt u
het apparaat aansluiten op internet en compatibele apparaten die WLAN
ondersteunen.
Als u een WLAN-verbinding wilt gebruiken, moet de verbinding beschikbaar zijn
op de locatie en moet het apparaat verbonden zijn met het WLAN. Sommige
WLAN’s zijn beveiligd. U hebt dan een toegangscode van de serviceprovider nodig
om er verbinding mee te maken.
In sommige gebieden, zoals Frankrijk, gelden restricties op het gebruik van draadloos LAN.
Raadpleeg de lokale autoriteiten voor meer informatie.
Belangrijk: schakel altijd een van de beschikbare encryptiemethoden in om de
beveiliging van uw draadloze LAN-verbinding te vergroten. Het gebruik van
encryptie verkleint het risico van onbevoegde toegang tot uw gegevens.
Als functies gebruikmaken van draadloos LAN, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt
de levensduur van de batterij af.
■ Gegevensoverdracht
Met gegevensoverdracht kunt u contacten, agenda-items en andere gegevens
zoals videoclips en afbeeldingen vanaf een compatibel apparaat kopiëren of
synchroniseren via een Bluetooth-verbinding.
Mogelijk laat het andere apparaat geen synchronisatie toe en kunnen gegevens
slechts één keer worden gekopieerd.
1. Selecteer > Instellingen > Connect. > Overdracht om gegevens over te
dragen of te synchroniseren.
Als u Overdracht nog niet eerder hebt gebruikt, wordt informatie over de
toepassing weergegeven. Selecteer Doorgaan als u het synchroniseren van
gegevens wilt starten.
Als u Overdracht hebt gebruikt, selecteert u het pictogram Synchrn. starten,
Ophalen starten of Vrzndn starten.
2. Als u gebruikmaakt van Bluetooth-technologie, moeten de apparaten worden
gekoppeld om gegevens te kunnen uitwisselen.
Afhankelijk van het type van het andere apparaat, kan er een toepassing naar
het andere apparaat worden verzonden en vervolgens worden geïnstalleerd om
de gegevensoverdracht mogelijk te maken. Volg de instructies.










