Operation Manual

van uw apparaat te voorkomen. Geef de tekst voor het SMS-
bericht op en verstuur het bericht vervolgens naar uw
apparaat om het te vergrendelen. Als u het apparaat wilt
ontgrendelen, hebt u de blokkeringscode nodig.
Als u externe vergrendeling wilt inschakelen en de inhoud
van het SMS-bericht wilt opgeven, selecteert u Menu >
Instellingenen Telefoon > Telefoonbeheer >
Beveiliging > Telefoon en SIM-kaart > Ext.
telef.vergrendeling > Ingeschakeld. Tik op het invoerveld
om de inhoud van het SMS-bericht in te voeren (5 tot 20
tekens), selecteer
en controleer het bericht. Voer de
blokkeringscode in.
4. Bellen
Nabijheidssensor
Uw apparaat heeft een nabijheidssensor. Om onbedoelde
selecties te voorkomen, wordt het aanraakscherm tijdens
gesprekken automatisch uitgeschakeld wanneer u het
apparaat tegen uw oor houdt.
Dek de nabijheidssensor niet af met bijvoorbeeld een
beschermende laag of plakband.
Spraakoproepen
1. In het startscherm selecteert u om de kiesfunctie te
openen. Vervolgens voert u het telefoonnummer in,
inclusief netnummer. Als u een nummer wilt verwijderen,
selecteert u C.
Voor internationale oproepen drukt u tweemaal op * voor
het teken + (duidt de internationale toegangscode aan).
Vervolgens kiest u het landnummer, het netnummer
(eventueel zonder voorloopnul) en het abonneenummer.
2. Druk op de beltoets als u de oproep wilt activeren.
3. Druk op de beëindigingstoets als u de oproep wilt
beëindigen (of de belpoging wilt annuleren).
Met de end-toets wordt altijd een oproep beëindigd, ook
als er nog een andere toepassing actief is.
Als u wilt bellen vanuit de lijst met contacten, selecteert u
Menu > Contacten. Ga naar de gewenste naam. Of tik op
het zoekveld om de eerste letters of tekens van de naam in
te voeren, waarna u de naam selecteert. Druk op de beltoets
als u het contact wilt bellen. Als u voor een contactpersoon
verschillende nummers hebt opgeslagen, selecteert u het
gewenste nummer in de lijst en drukt u op de beltoets.
Tijdens een oproep
Selecteer of om de microfoon in of uit te schakelen.
Als u de oproep in de wacht wilt zetten of wilt activeren,
selecteert u
of .
Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de
luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid
kan zijn. Selecteer
om de luidspreker te activeren. Als u
Bellen
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.28