Operation Manual
gegevensverbinding als er geen WLAN-verbinding
beschikbaar is.
Selecteer Opties > Beheren > Nieuwe bestemming als u
een nieuwe groep met toegangspunten wilt maken.
Selecteer de groep en selecteer Opties > Nieuw
toegangspunt om toegangspunten aan een groep met
toegangspunten toe te voegen. Als u een bestaand
toegangspunt wilt kopiëren van een andere groep, selecteert
u de groep, tikt u op het betreffende toegangspunt als dit nog
niet is gemarkeerd en selecteert u Opties > Indelen > Kop.
nr andere best..
Als u de prioriteit van een toegangspunt binnen de groep wilt
wijzigen, selecteert u Opties > Indelen > Prioriteit
wijzigen.
Toegangspunten voor packet-gegevens
Selecteer Menu > Instellingen en Connectiviteit >
Bestemmingen > Toegangspunt en volg de instructies op
het scherm.
Als u een packet-gegevenstoegangspunt wilt bewerken,
opent u een van de groepen met toegangspunten en
selecteert u een toegangspunt dat gemarkeerd is met
.
Volg de instructies van de serviceprovider.
Maak een keuze uit de volgende opties:
● Naam toegangspunt — U krijgt de naam van het
toegangspunt van de serviceprovider.
● Gebruikersnaam — De gebruikersnaam kan nodig zijn
bij het maken van een gegevensverbinding en wordt
doorgaans verstrekt door uw serviceprovider.
● Wachtwoord vragen — Selecteer Ja als u bij aanmelding
op de server telkens een nieuw wachtwoord moet
invoeren of als u het wachtwoord niet in het apparaat wilt
opslaan.
● Wachtwoord — Een wachtwoord kan nodig zijn bij het
maken van een gegevensverbinding en wordt doorgaans
verstrekt door uw serviceprovider.
● Verificatie — Selecteer Beveiligd als uw wachtwoord
altijd gecodeerd moet worden verzonden of selecteer
Normaal als uw wachtwoord indien mogelijk gecodeerd
moet worden verzonden.
● Homepage — Voer het internetadres of het adres van de
multimediaberichtencentrale in, afhankelijk van het
toegangspunt dat u instelt.
● Toegangspunt gebruiken — Selecteer Na
bevestiging als u wilt dat het apparaat om bevestiging
vraagt voordat de verbinding via dit toegangspunt wordt
gemaakt, of Automatisch als u wilt dat het apparaat met
de bestemming verbindt door dit toegangspunt
automatisch te gebruiken.
Selecteer Opties > Geavanc. instellingen en kies een van
de volgende opties:
● Netwerktype — Selecteer het internetprotocoltype voor
het overbrengen van gegevens naar en van uw apparaat.
De overige instellingen zijn afhankelijk van het
geselecteerde netwerktype.
● IP-adres telefoon (alleen voor IPv4) — Voer het IP-adres
van het apparaat in.
Connectiviteit
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 91