Operation Manual
21. Instellingen
Sommige instellingen zijn mogelijk vooraf door de
serviceprovider geconfigureerd voor het apparaat. U kunt
deze instellingen dan niet wijzigen.
Telefooninstellingen
Instellingen voor datum en tijd
Selecteer Menu > Instellingen en Telefoon > Datum en
tijd.
Maak een keuze uit de volgende opties:
● Tijd — Hiermee voert u de huidige tijd in.
● Tijdzone — Hiermee selecteert u uw locatie.
● Datum — Hiermee voert u de datum in.
● Datumnotatie — Hiermee selecteert u de datumnotatie.
● Datumscheidingteken — Hiermee selecteert u het
scheidingssymbool voor dagen, maanden en jaren.
● Tijdnotatie — Hiermee selecteert u de tijdnotatie.
● Tijdscheidingteken — Hiermee selecteert u het
scheidingssymbool voor uren en minuten.
● Type klok — Hiermee selecteert u het type klok.
● Alarmtoon klok — Hiermee selecteert u de toon voor de
wekker.
● Snoozetijd alarm — Hiermee past u de snoozetijd aan.
● Werkdagen — Hiermee selecteert u uw werkdagen.
Vervolgens kunt u een alarm instellen voor bijvoorbeeld
alleen de ochtenden van werkdagen.
● Automat. tijdaanpassing — Als u de tijd, datum en
tijdzone wilt bijwerken, selecteert u Aan. Deze
netwerkdienst is mogelijk niet beschikbaar op alle
netwerken.
Taalinstellingen
Selecteer Menu > Instellingen en Telefoon > Taal.
Als u de taal van het apparaat wilt wijzigen, selecteert u
Telefoontaal.
Als u de schrijftaal wilt wijzigen, selecteert u Schrijftaal.
Als u tekstvoorspellingsinvoer wilt aan- of uitzetten,
selecteert u Tekstvoorspelling.
Scherminstellingen
Selecteer Menu > Instellingen en Telefoon >
Weergave.
Maak een keuze uit de volgende opties:
● Lichtsensor — Hiermee past u de gevoeligheid van de
lichtsensor van uw apparaat aan. De lichtsensor zet het
licht aan wanneer de verlichting van uw locatie zwak is en
uit wanneer deze goed is.
● Tekengrootte — Hiermee selecteert u de grootte van de
tekst en symbolen in het scherm.
Instellingen
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden. 109