Operation Manual
● Welkomstnotitie/logo — Hiermee geeft u aan of u een
notitie of afbeelding wilt weergeven wanneer u het
apparaat inschakelt.
● Time-out verlichting — Hiermee stelt u in hoe lang het
licht aan moet blijven wanneer u het apparaat niet meer
gebruikt.
Spraakopdrachten
U kunt het apparaat besturen met behulp van uitgebreide
spraakopdrachten.
Als u uitgebreide spraakopdrachten wilt activeren om
toepassingen en profielen te starten, houdt u vanuit het
startscherm de beltoets ingedrukt.
Als u uitgebreide spraakopdrachten wilt gebruiken, houdt u
de beltoets in het startscherm ingedrukt en spreekt u de
spraakopdracht in. De spraakopdracht is de naam van de
toepassing of het profiel in de lijst.
Selecteer Menu > Instellingen en Telefoon >
Sprk.opdrachten.
Als u de spraakopdrachten wilt bewerken, selecteert u
Opties > Opdracht wijzigen.
Als u het synthesizer-spraaklabel wilt beluisteren, selecteert
u Opties > Afspelen.
Selecteer Opties > Spraakopdr. verwijderen als u een
spraakopdracht wilt verwijderen die u handmatig hebt
toegevoegd.
Selecteer Opties > Instellingen en kies een van de volgende
opties:
● Synthesizer — Hiermee kunt u de synthesizer in- of
uitschakelen die herkende spraaklabels en opdrachten in
de geselecteerde taal van het apparaat afspeelt.
● Afspeelvolume — Hiermee kunt u het afspeelvolume
voor de spraakopdrachten bijstellen.
● Gevoeligheid herkenning — Hiermee kun u de snelheid
waarmee de synthesizer de spraak herkent, aanpassen. Als
u de gevoeligheid te hoog instelt, worden opdrachten
mogelijk niet geaccepteerd als gevolg van
achtergrondgeluiden.
● Opdrachtverificatie — Hiermee kunt u opgeven of de
gesproken opdracht handmatig, spraakgestuurd of
automatisch wordt geaccepteerd.
● Spraakaanpas. herstellen — Hiermee kunt u het leren
van spraakherkenning opnieuw instellen, bijvoorbeeld
wanneer de hoofdgebruiker van het apparaat is
veranderd.
Accessoire-instellingen
Selecteer Menu > Instellingen en Telefoon >
Accessoires.
Op sommige connectoren van accessoires wordt aangegeven
welke accessoires op het apparaat kunnen worden
aangesloten.
Selecteer een accessoire en maak een keuze uit de volgende
opties:
● Standaardprofiel — Stel in welk profiel u wilt activeren
telkens wanneer u een bepaald compatibel accessoire op
uw apparaat aansluit.
Instellingen
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.110