Operation Manual
2. Als u een oproep wil doen aan een andere deelnemer,
selecteert u Opties > Nieuwe oproep. De eerste oproep
wordt in de wachtstand geplaatst.
3. Als de nieuwe oproep wordt beantwoord, kunt u de eerste
deelnemer in het conferentiegesprek opnemen. Hiervoor
selecteert u
.
Als u een nieuwe persoon wilt toevoegen aan de oproep,
doet u een oproep aan een andere deelnemer en voegt u
de nieuwe oproep toe aan het conferentiegesprek.
Als u een privé-gesprek wilt voeren met een van de
deelnemers, selecteert u
.
Ga naar de gewenste deelnemer en selecteer
. Het
conferentiegesprek wordt in de wachtstand geplaatst op
uw apparaat. De andere deelnemers kunnen ondertussen
met elkaar doorpraten.
Als u wilt terugkeren naar het conferentiegesprek,
selecteert u
.
Als u een deelnemer wilt verwijderen, selecteert u
,
gaat u naar de deelnemer en selecteert u
.
4. Druk op de end-toets als u het actieve conferentiegesprek
wilt beëindigen.
Snel telefoonnummers kiezen
Selecteer Menu > Instellingen en Bellen.
Selecteer Oproep > Snelkeuze om de functie te activeren.
1. Selecteer Snelkeuze als u een telefoonnummer wilt
toewijzen aan een van de cijfertoetsen.
2. Ga naar de toets waaraan u het telefoonnummer wilt
toewijzen en selecteer Opties > Toewijzen.
1 is gereserveerd voor de voicemailbox.
Als u in het startscherm een oproep wilt plaatsen, selecteert
u
om de kiesfunctie te openen en vervolgens selecteert u
het toegewezen toetscijfer en drukt u op de beltoets.
Als u in het startscherm een oproep wilt plaatsen wanneer
snelkeuze actief is, selecteert u
om de kiesfunctie te
openen en houdt u het toegewezen toetscijfer ingedrukt.
Oproep in wachtstand
U kunt een oproep beantwoorden terwijl u een ander
telefoongesprek voert.
Als u de wachtfunctie wilt inschakelen (netwerkdienst),
selecteert u Menu > Instellingen en Bellen > Oproep >
Oproep in wachtrij.
1. Druk op de beltoets als u de oproep in de wachtrij wilt
beantwoorden. De eerste oproep wordt in de wachtstand
geplaatst.
2. Als u tussen twee gesprekken wilt schakelen, selecteert u
Opties > Wisselen.
3. Als u een inkomende oproep of een oproep in de wachtrij
wilt doorverbinden met een actieve oproep en uw eigen
verbinding met de oproepen wilt verbreken, selecteert u
Opties > Doorverbinden.
4. Druk op de end-toets als u de actieve oproep wilt
beëindigen.
Bellen
© 2009 Nokia. Alle rechten voorbehouden.34