Elektronische handleiding als uitgave bij "Nokia Handleidingen - Voorwaarden en bepalingen, 7 juni 1998" (“Nokia User’s Guides Terms and Conditions, 7th June, 1998”.
CONFORMITEITSVERKLARING NOKIA CORPORATION verklaart op eigen verantwoordelijkheid dat het product NPM-9 conform is aan de bepalingen van de volgende Richtlijn van de Raad: 1999/5/EC. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/. Copyright © Nokia Corporation 2001. Alle rechten voorbehouden.
Algemene informatie....................................................................................................................... 12 Stickers in het pakket ..................................................................................................................................................................... 12 Toegangscodes ....................................................................................................................................................................
Inhoudsopgave Conferentiegesprekken ............................................................................................................................................................... Inkomende oproepen beantwoorden of weigeren.................................................................................................................. Wachtfunctie.................................................................................................................................................
7. Menufuncties ............................................................................................................................... 51 Berichten (menu 1).......................................................................................................................................................................... Berichten intoetsen en verzenden ...........................................................................................................................................
Inhoudsopgave Oproepinstellingen....................................................................................................................................................................... Doorschakelen ........................................................................................................................................................................... Opnemen via elke toets ......................................................................................................
©2001 Nokia Corporation. All rights reserved. 7 Inhoudsopgave 75 76 77 78 79 80 80 81 82 82 82 83 84 84 85 86 86 87 87 88 88 88 89 89 90 90 93 94 94 95 Inhoudsopgave Kalender (menu 8) ........................................................................................................................................................................... Een kalendernotitie toevoegen .........................................................................................................................
Inhoudsopgave Een WAP-verbinding verbreken ............................................................................................................................................... 95 Weergaveinstellingen van de WAP-browser ........................................................................................................................ 96 Instellingen downloaden......................................................................................................................................
Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Gebruik geen telefoon terwijl u een auto bestuurt. Parkeer de auto eerst. STORING Alle draadloze telefoons zijn gevoelig voor storing. Dit kan de werking van de telefoon beïnvloeden. SCHAKEL DE TELEFOON UIT IN ZIEKENHUIZEN Volg alle regels en aanwijzingen op. Schakel de telefoon uit in de nabijheid van medische apparatuur.
VOOR UW VEILIGHEID GEBRUIK DE TELEFOON VERSTANDIG Gebruik de telefoon alleen zoals het is bedoeld. Raak de antenne niet onnodig aan. DESKUNDIG ONDERHOUD Laat alleen bevoegd personeel het apparaat installeren of repareren. ACCESSOIRES EN BATTERIJEN Gebruik alleen goedgekeurde accessoires en batterijen. Sluit geen ongeschikte producten aan. WATERBESTENDIGHEID De telefoon is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog. MAAK BACK-UPS Vergeet niet om een back-up te maken van alle belangrijke gegevens.
De beschikbaarheid van dualband is afhankelijk van het netwerk. Vraag uw leverancier of u zich op deze dienst kunt abonneren. Sommige functies die in deze handleiding worden beschreven zijn netwerkdiensten. Dit zijn speciale diensten waarop u zich via uw netwerkexploitant kunt abonneren. U kunt pas van deze diensten gebruik maken wanneer u zich via de exploitant van uw thuisnet op de gewenste dienst(en) hebt geabonneerd en de gebruiksinstructies hebt ontvangen.
Algemene informatie Algemene informatie ■ Stickers in het pakket De stickers bevatten belangrijke informatie voor service en klantenondersteuning. Bevestig de sticker op uw garantiekaart. Bevestig de sticker op de uitnodigingskaart voor Club Nokia die ook in het pakket zit. ■ Toegangscodes • Beveiligingscode (5-10 cijfers): de beveiligingscode beveiligt de telefoon tegen onbevoegd gebruik. Deze code wordt bij de telefoon geleverd. De code is standaard ingesteld op 12345.
• Blokkeerwachtwoord: het blokkeerwachtwoord is nodig als u Oproepen blokkeren gebruikt (zie Beveiligingsinstellingen op pagina 70). U kunt het wachtwoord opvragen bij uw netwerkexploitant. • Portefeuillecode (4 cijfers): de portefeuillecode hebt u nodig voor de portefeuilleservices. Zie Portefeuille op pagina 83 voor meer informatie. • Ondertekenings-PIN: de ondertekenings-PIN is nodig voor de digitale ondertekening.
Overzicht van de functies van de telefoon Overzicht van de functies van de telefoon De Nokia 6510 biedt een groot aantal functies die handig zijn in het dagelijks gebruik, zoals de Klok, Alarmklok, Timer-functie, Spelletjes, Calculator, Kalender, Portefeuille en vele andere. Bovendien is een uitgebreid assortiment kleurrijke Nokia Xpress-onTM-covers beschikbaar voor de telefoon. Zie De covers verwisselen op pagina 27 voor het verwisselen van de covers.
■ HSCSD (High Speed Circuit Switched Data) U kunt met de telefoon gebruikmaken van GSM hoge-snelheid gegevensdiensten. U kunt deze functie gebruiken wanneer de telefoon via een infraroodverbinding is aangesloten op een computer, en als de modemstuurprogramma’s met ondersteuning voor hoge-snelheid gegevensverkeer op de computer zijn geïnstalleerd en zijn geselecteerd als de actieve modem.
Overzicht van de functies van de telefoon ■ Radio De telefoon heeft een geïntegreerde FM-radio. U kunt naar de radio luisteren via een hoofdtelefoon. Zie Radio (menu 10) op pagina 79. ■ Spraakfuncties De telefoon biedt de volgende spraakfuncties: • Voicedialling – u kunt bellen met behulp van een spraaknummer (zie Voicedialling op pagina 43). • Spraakopdrachten – u kunt verschillende functies in het menu Spraakopdrachten activeren (zie Spraakopdrachten op pagina 86).
■ Toetsen en aansluitingen 1. Aan/uit-toets, Hiermee schakelt u de telefoon in en uit. Als de telefoonlijst of menufuncties geactiveerd zijn, of als het toetsenblok is geblokkeerd, wordt het display van de telefoon ongeveer 15 seconden verlicht als u op deze toets drukt. 2. Volumetoetsen Met de bovenste toets verhoogt u het volume en met de onderste toets verlaagt u het volume van de luidspreker (en hoofdtelefoon). 3.
De telefoon 5. Met kunt u een telefoonnummer kiezen en een oproep beantwoorden. Vanuit de standbymodus kunt u met deze toets het laatstgekozen nummer weergeven. 6. Met beëindigt u een actief gesprek. Hiermee sluit u elke functie af. 7. Met kunt u cijfers en letters invoeren. Als u nummer van uw voicemailbox gebeld. en ingedrukt houdt, wordt het worden voor verschillende bewerkingen in verschillende functies gebruikt.
wanneer de GPRS- verbinding is ingesteld op Altijd online. Zie De telefoon instellen voor een WAP-dienst op pagina 89. Toont de capaciteit van de batterij. Hoe hoger de balk, des te groter de capaciteit van de batterij. Overige belangrijke indicatoren in de standby-modus: Geeft aan dat u een of meer tekst- of afbeeldingberichten hebt ontvangen. Zie Een bericht lezen en beantwoorden op pagina 54. Geeft aan dat u een of meer spraakberichten hebt ontvangen. Zie Spraakberichten op pagina 56.
De telefoon Een GPRS-inbelverbinding is tot stand gebracht. Zie GPRS-inbelinstellingen op pagina 69. Het pictogram wordt vervangen door het pictogram als er een inkomend of uitgaand gesprek is tijdens een GPRS-inbelverbinding. De GPRS-verbinding wordt onderbroken. Alle spraakoproepen doorschakelen is ingeschakeld: alle gesprekken worden doorgeschakeld naar een ander nummer. Als u over twee telefoonlijnen beschikt, is het doorschakelpictogram voor de eerste lijn en voor de tweede lijn.
■ De SIM-kaart en de batterij installeren • Houd alle kleine SIM-kaarten buiten bereik van kleine kinderen. • De SIM-kaart en de contactpunten van de kaart kunnen gemakkelijk door krassen of buigen worden beschadigd. Wees daarom voorzichtig wanneer u de kaart vastpakt, plaatst of verwijdert. • Voordat u de SIM-kaart plaatst, moet u de telefoon altijd uitschakelen en de batterij verwijderen. 1.
Aan de slag 2. U maakt de SIM-kaarthouder los door de voorzijde van het afdekplaatje op de kaarthouder enigszins op te tillen (4) en naar achteren te schuiven (5). Open het afdekplaatje (6). 3. Plaats de SIM-kaart in de SIM-kaarthouder (7). Zorg ervoor dat de SIM-kaart juist is geplaatst en dat de goudkleurige contactpunten naar beneden zijn gericht. Sluit het afdekplaatje voor de SIM-kaarthouder (8). 22 ©2001 Nokia Corporation. All rights reserved.
5. Plaats de cover aan de achterkant tegen de vergrendeling op de cover aan de voorkant (10) en schuif de cover terug totdat deze vastklikt (11). ©2001 Nokia Corporation. All rights reserved. 23 Aan de slag Aan de slag 4. Plaats de batterij terug (9).
Aan de slag ■ De batterij opladen 1. Steek de stekker van de lader in de aansluiting op de onderkant van de telefoon. 2. Sluit de lader aan op een gewone wandcontactdoos. Als de telefoon is ingeschakeld, wordt de tekst Batterij wordt opgeladen kort weergegeven. Als de batterij helemaal leeg is, kan het enkele minuten duren voordat de batterij-indicator wordt weergegeven of voordat u kunt bellen. U kunt de telefoon tijdens het laden gewoon gebruiken.
Waarschuwing: Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. TIPS VOOR EFFICIËNT GEBRUIK: De telefoon heeft een ingebouwde antenne. Zoals voor alle radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de antenne te worden vermeden als de telefoon is ingeschakeld. Het aanraken van de antenne kan een nadelige invloed hebben op de gesprekskwaliteit en kan ervoor zorgen dat de telefoon meer stroom verbruikt dan noodzakelijk is.
Aan de slag ■ Toetsenblok blokkeren U kunt het toetsenblok blokkeren om te voorkomen dat toetsen per ongeluk worden ingedrukt, bijvoorbeeld als u de telefoon in uw jaszak of tas bewaart. • Het toetsenblok vergrendelen Druk vanuit de standby-modus op Menu en vervolgens binnen anderhalve seconde op om het toetsenblok te blokkeren. Als het toetsenblok geblokkeerd is, verschijnt display. bovenaan in het • Het toetsenblok vrijgeven Druk op Vrijgev.
1. Verwijder de cover voor de achterkant. Plaats de telefoon met de achterzijde naar boven, druk op de ontgrendelingsknop en schuif de cover van de telefoon. Zie De SIM-kaart en de batterij installeren op pagina 21. 2. Verwijder de telefoon voorzichtig van de cover voor de voorkant, beginnend aan de onderzijde van de telefoon (1). 3. Plaats het toetsensjabloon op de nieuwe cover voor de voorkant (2). ©2001 Nokia Corporation. All rights reserved.
Aan de slag 4. U plaatst de cover voor de voorkant terug door de bovenzijde van de telefoon uit te lijnen met de bovenzijde van de cover (3) en de telefoon voorzichtig op de cover te plaatsen (4). Controleer of de cover stevig bevestigd is. 5. Plaats de cover voor de achterkant terug. Plaats de cover voor de achterkant tegen de vergrendelingen op de cover aan de voorkant en schuif de cover terug totdat deze vastklikt. Zie De SIM-kaart en de batterij installeren op pagina 21. 28 ©2001 Nokia Corporation.
1. Toets het netnummer en telefoonnummer in. Als u het nummer in het display wilt wijzigen, drukt u op of om de cursor te verplaatsen en op Wis om het teken links van de cursor te verwijderen. Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op voor het internationale prefix (het +teken staat voor de internationale toegangscode) en toetst u de landcode, het netnummer en het telefoonnummer in. 2. Druk op om het nummer te bellen. 3. Druk op of Beëind.
Algemene functies Laatste nummer herhalen Druk vanuit de standby-modus eenmaal op om de lijst met twintig laatstgekozen nummers weer te geven. Ga naar het gewenste nummer of de gewenste naam en druk op om het nummer te bellen. Uw voicemailbox bellen Houd ingedrukt in de standby-modus, of druk op en . Als het nummer van uw voicemailbox wordt gevraagd, toetst u dit in en drukt u op OK. Zie ook Spraakberichten op pagina 56.
4. Wanneer het nieuwe gesprek is beantwoord, kunt u de eerste deelnemer weer in het conferentiegesprek betrekken. Druk op Opties en selecteer Conferentie. 5. Herhaal stap 2 tot en met 4 voor elke nieuwe deelnemer aan het gesprek. 6. Als u een privé-gesprek met een van de deelnemers wilt voeren, gaat u als volgt te werk: Druk op Opties en selecteer Apart. Ga naar de gewenste deelnemer en druk op OK.
Algemene functies Wachtfunctie U kunt een inkomende oproep beantwoorden terwijl u bezig bent met een ander gesprek als u de functie Wachtfunctieopties hebt ingeschakeld (zie Wachtfunctieopties op pagina 64). Tijdens het gesprek drukt u op om het gesprek in de wachtstand te beantwoorden. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand geplaatst. Druk op om het actieve gesprek te beëindigen.
■ Gewone tekstinvoer Het pictogram wordt linksboven in het display weergegeven wanneer u tekst intoetst via de methode voor gewone tekstinvoer. • Druk herhaaldelijk op een cijfertoets ( tot en met ) totdat het gewenste teken verschijnt. Op de toetsen staan niet alle tekens afgebeeld die onder een toets beschikbaar zijn. Welke tekens beschikbaar zijn, is afhankelijk van de taal die is geselecteerd in het menu Taal. Zie Taal op pagina 66.
Tekst intoetsen Als u op drukt, wordt een lijst met speciale tekens weergegeven. Blader door de lijst en druk op Kiezen om een teken te selecteren. U kunt sneller door de lijst bladeren door op , vervolgens op om een teken te selecteren. • Druk op , of te drukken. Druk om een spatie in te voegen. • Als u wilt schakelen tussen hoofdletters en kleine letters, drukt u op abc bovenaan in het display geeft aan welke modus is geselecteerd. • Druk op verplaatsen.
1. Gebruik de toetsen tot en met om een woord in te toetsen. Druk eenmaal op een toets voor één letter. Het woord verandert na elke toetsaanslag. Als u bijvoorbeeld Nokia wilt intoetsen terwijl de Nederlandse woordenlijst is geselecteerd, drukt u op voor N, op voor o, op voor k, op voor i en op voor a: Naast de cijfertoetsen, kunt u als volgt de andere toetsen gebruiken: • Als u een teken links van de cursor wilt verwijderen, drukt u op Wis. Houd Wis ingedrukt om de tekens sneller te verwijderen.
Tekst intoetsen • Als u een naam of telefoonnummer wilt invoegen vanuit de telefoonlijst, drukt u op Opties en selecteert u Naam invoegen of Nr. invoegen. • Als u een woord wilt invoegen, drukt u op Opties en selecteert u Woord invoeg.. Toets het woord in via de methode voor normale tekstinvoer en druk op Opslaan. Het woord wordt tevens toegevoegd aan de woordenlijst. 2. Als u het gewenste woord hebt ingevoerd, bevestigt u de invoer door op een spatie in te voegen met .
• In de interne telefoonlijst kunt u maximaal 500 namen opslaan met nummers en tekstaantekeningen voor elke naam. Het totaalaantal namen dat kan worden opgeslagen, is afhankelijk van de lengte van de namen, nummers en aantekeningen. • De telefoon ondersteunt SIM-kaarten waarop maximaal 250 namen en telefoonnummers kunnen worden opgeslagen. Namen en nummers die in het geheugen van de SIM-kaart zijn opgeslagen, worden aangeduid met . ■ Instellingen voor de telefoonlijst selecteren 1.
Telefoonlijst (Namen) Grote letters, om alleen de naam weer te geven. 4. Selecteer Geheugen- status. Selecteer Telefoon of SIM-kaart om te bekijken hoeveel namen en telefoonnummers momenteel in de geselecteerde telefoonlijst zijn opgeslagen en hoeveel namen en telefoonnummers nog kunnen worden opgeslagen. ■ Namen telefoonnummers opslaan (Naam toevoegen) Namen en nummers worden opgeslagen in het geheugen dat wordt gebruikt (zie Instellingen voor de telefoonlijst selecteren hierboven). 1.
2. Als u de lijst met namen en telefoonnummers wilt weergeven, drukt u op de standby-modus. of vanuit 3. Ga naar de naam in de interne telefoonlijst waaraan u een nieuw nummer of een nieuwe tekstaantekening wilt toevoegen en druk op Gegev. (Als de naam nog niet in de telefoon is opgeslagen, wordt gevraagd of u het nummer in de telefoon wilt opslaan.) 4. Druk op Opties en selecteer Nr. toevoegen of Info toevoeg. 5.
Telefoonlijst (Namen) Het standaardnummer wijzigen Druk vanuit de standby-modus op of , ga naar de gewenste naam en druk op Gegev.. Ga naar het nummer dat u als standaardnummer wilt instellen. Druk op Opties en selecteer Als standaard. ■ Zoeken naar een naam in de telefoonlijst 1. Druk op Namen en selecteer Zoeken. 2. Druk op Tonen om de telefoonlijst te openen of toets de eerste letter(s) in van de naam waarnaar u zoekt en druk op Zoeken. De gevonden items verschijnen in een pop-up-venster. 3.
• Als u namen en nummers één voor één wilt wissen, selecteert u Eén voor één en gaat u naar de gewenste naam en het gewenste nummer. Druk op Wissen en druk vervolgens op OK om te bevestigen. • Als u alle namen en nummers tegelijk uit de telefoonlijst wilt verwijderen, selecteert u Alles wissen. Ga vervolgens naar de gewenste telefoonlijst, Telefoon of SIM-kaart, en druk op Wissen. Druk op OK en bevestig deze actie met de beveiligingscode.
Telefoonlijst (Namen) • Als u Alles kopiëren of Standaard nrs. selecteert, drukt u op OK wanneer Beginnen met kopiëren? of Verplaatst wordt weergegeven. ■ Een visitekaartje zenden en ontvangen U kunt contactgegevens als visitekaartje verzenden en ontvangen via infrarood of als OTA-bericht (Over The Air) als dit door het netwerk wordt ondersteund. • Een visitekaartje ontvangen Zorg ervoor dat de telefoon is ingesteld op het ontvangen van gegevens via de infraroodpoort (zie Infrarood (menu 9) op pagina 78).
■ Voicedialling U kunt een nummer kiezen door het spraaknummer uit te spreken dat aan een telefoonnummer is toegevoegd. U kunt maximaal tien spraaknummers toevoegen. Een spraaknummer kan bestaan uit elk gesproken woord, bijvoorbeeld een naam. Houd rekening met het volgende voordat u voicedialling gebruikt: • Spraaknummers zijn niet taalgevoelig. Ze zijn afhankelijk van de stem van de spreker. • Spraaknummers zijn gevoelig voor achtergrondgeluiden.
Telefoonlijst (Namen) Een spraaknummer toevoegen Sla de nummers waaraan u een spraaknummer wilt toevoegen op, of kopieer deze naar het geheugen van de telefoon. U kunt ook spraaknummers aan de namen op de SIM-kaart toevoegen. Als u de SIM-kaart echter vervangt, moet u eerst de oude spraaknummers verwijderen voordat u nieuwe spraaknummers kunt toevoegen. 1. Druk vanuit de standby-modus op of . 2. Ga naar de naam waaraan u een spraaknummer wilt toevoegen en druk op Gegev..
Druk op Namen en selecteer Spraaknrs.. Ga naar de naam met het gewenste spraaknummer en druk op Opties. • Als u het spraaknummer opnieuw wilt afspelen, selecteert u Afspelen. • Als u het spraaknummer wilt wissen, selecteert u Wissen en drukt u op OK. • Als u het spraaknummer wilt wijzigen, selecteert u Wijzigen. Druk op Starten om het nieuwe spraaknummer toe te voegen. ■ Dienstnummers U kunt bellen naar de dienstnummers van uw netwerkexploitant als deze op de SIM-kaart zijn opgeslagen.
Telefoonlijst (Namen) ■ Bellergroepen U kunt de namen en telefoonnummers in de telefoonlijst indelen in bellergroepen. Voor elke bellergroep kunt u instellen dat een bepaalde beltoon moet klinken en een geselecteerde afbeelding in het display moet worden weergeven wanneer u wordt gebeld door een telefoonnummer in de groep (zie onder).
■ Een menufunctie activeren Door te bladeren 1. Druk op Menu om het hoofdmenu te openen. 2. Blader door het hoofdmenu en selecteer bijvoorbeeld Instellingen door op Kiezen te drukken. 3. Als het menu is onderverdeeld in submenu’s, selecteert u het gewenste submenu, bijvoorbeeld Oproepinstellingen. 4. Als het geselecteerde submenu nog meer submenu’s heeft, herhaalt u stap 3. Selecteer het volgende submenu, bijvoorbeeld Opnemen via elke toets. 5. Selecteer de instelling van uw keuze. 6.
De menu’s gebruiken Via het indexnummer De menu’s, submenu’s en opties zijn genummerd en kunnen worden geactiveerd via het indexnummer. Het indexnummer wordt rechtsboven in het scherm weergegeven. • Druk op Menu om het hoofdmenu te openen. Toets binnen twee seconden het indexnummer in van de menufunctie die u wilt activeren. Als u bijvoorbeeld Opnemen via elke toets wilt instellen op Aan, drukt u op Menu, en . 48 ©2001 Nokia Corporation. All rights reserved.
3. Profielen 1. Normaal 2. Stil 3. Vergadering 4. Buiten 5. Semafoon 4. Instellingen 1. Alarmklok 2. Tijdsinstellingen 3. Oproepinstellingen 4. Telefooninstellingen 5. Tooninstellingen 6. Accessoire- instellingen 7. GPRS-inbel- instellingen 8. Beveiligingsinstellingen 9. Fabrieksinstellingen terugzetten 5. Spelletjes 6. Calculator 7. Takenlijst 8. Kalender ©2001 Nokia Corporation. All rights reserved. 49 De menu’s gebruiken 1. Berichten 1. Bericht schrijven 2. Inbox 3. Outbox 4. Archief 5. Sjablonen 6.
De menu’s gebruiken 9. Infrarood 10.Radio 11.Extra’s 1. Opname-eenh. 2. Spraakopdrachten 3. Timer-functie 4. Stopwatch 5. Portefeuille 12.Diensten 1. Home 2. Bookmarks 3. Dienst-inbox 4. Instellingen 5. Ga naar adres 6. Cache wissen 13.SIM-diensten1 1. Alleen weergegeven als dit door de SIM-kaart wordt ondersteund. De naam en inhoud zijn afhankelijk van de SIMkaart. 50 ©2001 Nokia Corporation. All rights reserved.
■ Berichten (menu 1) U kunt tekst- en afbeeldingberichten lezen, intoetsen en verzenden, of uw berichten opslaan. De berichten in het berichtengeheugen van de telefoon zijn ondergebracht in mappen. Voordat u tekst- of afbeeldingberichten kunt verzenden, moet u het nummer van uw berichtencentrale opslaan (zie Berichtinstellingen op pagina 57). Berichten intoetsen en verzenden U kunt tekstberichten van maximaal 160 tekens intoetsen en bewerken. 1.
Menufuncties Opmerking: Wanneer u berichten verzendt via de SMS-dienst, is het mogelijk dat de woorden "Bericht verzonden" op het scherm worden weergegeven. Hiermee wordt aangegeven dat het bericht is verzonden naar het nummer van de berichtencentrale dat in de telefoon is geprogrammeerd. Dit wil dus niet zeggen dat het bericht is aangekomen op de doellocatie. Uw netwerkexploitant kan u meer vertellen over SMSdiensten.
• Een afbeeldingbericht is samengesteld uit verschillende tekstberichten. Het verzenden van een afbeeldingbericht kan dus meer kosten dan het verzenden van een tekstbericht. • Afbeeldingberichten worden opgeslagen in het telefoongeheugen. U kunt ze dus niet bekijken als u de SIM-kaart met een ander toestel gebruikt. Een tekstsjabloon invoegen in een bericht Druk op Opties wanneer u een bericht intoetst of beantwoordt. Selecteer Sjabloon invgn en selecteer de sjabloon die u wilt invoegen.
Menufuncties Een bericht lezen en beantwoorden Wanneer u een tekst- of afbeeldingbericht hebt ontvangen, ziet u in het display het pictogram het aantal nieuwe berichten, gevolgd door de tekst berichten ontvangen. en Het knipperende pictogram geeft aan dat het berichtengeheugen vol is. U kunt pas weer nieuwe berichten ontvangen of verzenden als u een aantal oude berichten hebt verwijderd. 1. Druk op Toon om het bericht te lezen of op Uit als u het bericht later wilt bekijken.
De mappen Inbox en Outbox Nadat u een inkomend tekst- of afbeeldingbericht hebt gelezen, wordt het bericht opgeslagen in de map Inbox van het menu Berichten. U kunt een bericht dat u later wilt verzenden, opslaan in de map Outbox, Archief of Sjablonen. De berichten wissen Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten en Berichten wissen. Als u alle berichten in een map wilt wissen, gaat u naar de map en drukt u op OK. Druk vervolgens op OK als Gelezen berichten uit mappen wissen? wordt weergegeven.
Menufuncties Als u een map wilt toevoegen of verwijderen, drukt u op Menu en selecteert u achtereenvolgens Berichten en Mijn mappen. • Als u een map wilt toevoegen, drukt u op Opties en selecteert u Map toevoegen. • Als u een map wilt verwijderen, gaat u naar de gewenste map, drukt u op Opties en selecteert u Map verwijd.. Spraakberichten Voicemail is een netwerkdienst, waarop u zich mogelijk eerst moet abonneren. Neem contact op met de netwerkexploitant voor meer informatie en voor het voicemailnummer.
Dienstopdrachteneditor Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten en Dienstopdrachteneditor. Vanuit dit submenu verzendt u serviceaanvragen (ook wel USSD-opdrachten genoemd) naar de netwerkexploitant. Dit kunnen bijvoorbeeld activeringsopdrachten voor netwerkdiensten zijn. Berichtinstellingen De berichtinstellingen hebben invloed op de wijze waarop de berichten verzonden worden. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Berichten en Bericht- instellingen.
Menufuncties dit profiel wijzigen als u de naam van het geselecteerde berichtprofiel wilt wijzigen. Het menu met berichtprofielen wordt uitsluitend weergegeven als uw SIM-kaart meerdere sets ondersteunt. ■ Oproep-info (menu 2) Uw telefoon registreert gemiste, ontvangen en uitgaande oproepen, en de lengte en kosten van uw gesprekken.
Laatste oproepen wissen Als u de lijst met laatste oproepen wilt wissen, drukt u op Menu en selecteert u achtereenvolgens Oproep-info en Laatste oproepen wissen. Geef aan of u alle telefoonnummers uit de lijst met laatste oproepen wilt verwijderen, of alleen de nummers van gemiste oproepen, ontvangen oproepen of gekozen nummers. U kunt deze actie niet ongedaan maken.
Menufuncties Selecteer Gesprekskosteninstellingen en vervolgens Tellers wissen, of selecteer Kosten tonen in om de resterende gesprekstijd weer te geven in kosteneenheden (Eenheden) of valuta-eenheden (Valuta). Vraag uw netwerkexploitant naar de prijzen van kosteneenheden. Selecteer Kostenlimiet om de kosten van uw gesprekken te beperken tot een bepaald aantal kosteneenheden of valutaeenheden. Voor het instellen van de kosteninstellingen hebt u de PIN2-code nodig.
• Selecteer Aanpassen om het profiel aan te passen. Selecteer de instelling die u wilt wijzigen en breng de gewenste wijzigingen aan. U kunt de instelling ook wijzigen in het menu Tooninstellingen (zie Tooninstellingen op pagina 68). U kunt verder de naam van een profiel wijzigen met Profielnaam. De naam van het profiel Normaal kan niet gewijzigd worden. ■ Instellingen (menu 4) Alarmklok Voor de alarmklok wordt de tijdsnotatie gebruikt die is ingesteld voor de klok.
Menufuncties Als het ingestelde tijdstip wordt bereikt terwijl de telefoon is uitgeschakeld, wordt de telefoon automatisch ingeschakeld en klinkt een waarschuwingssignaal. Als u op Stop drukt, wordt gevraagd of u de telefoon wilt activeren voor gesprekken. Druk op Nee om de telefoon uit te schakelen of op Ja om te bellen en oproepen te ontvangen. Opmerking: Druk niet op Ja als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren.
Oproepinstellingen Doorschakelen Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Oproepinstellingen en Doorschakelen (netwerkdienst). Met de functie Doorschakelen kunt u de inkomende oproepen doorschakelen naar een ander nummer, bijvoorbeeld het nummer van uw voicemailbox. Raadpleeg uw netwerkexploitant voor meer informatie. Doorschakelopties die niet door de SIM-kaart of netwerkexploitant worden ondersteund, worden mogelijk niet weergegeven. Selecteer de gewenste doorschakeloptie.
Menufuncties Opnemen via elke toets Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Oproepinstellingen en Opnemen via elke toets. Als u Aan selecteert, kunt u een inkomende oproep beantwoorden door kort op een willekeurige toets te drukken, met uitzondering van en . Automatisch opnieuw kiezen Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Oproepinstellingen en Automatisch opnieuw kiezen.
Lijn uitgaande oproepen De functie Lijn uitgaande oproepen is een netwerkdienst waarmee telefoonlijn 1 of 2 (abonneenummer 1 of 2) kan worden gekozen voor gesprekken. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Oproepinstellingen en Lijn uitgaande oproepen. Als u Lijn 2 selecteert en niet op deze netwerkdienst bent geabonneerd, kunt u geen gesprekken voeren. Oproepen op beide lijnen kunnen echter altijd worden beantwoord, ongeacht welke lijn is geselecteerd.
Menufuncties Telefooninstellingen Taal Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Telefooninstellingen en Taal. Selecteer de gewenste taal voor schermteksten. Als Automatisch is geselecteerd, wordt automatisch de taal geselecteerd op basis van de informatie op de SIM-kaart. Instellingen toetsblokkering Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen, Telefooninstellingen en Instellingen toetsblokkering.
SIM-dienstactie bevestigen? Zie SIM-diensten (menu 13) op pagina 103. Automatische Help-tekst Als u de Help-tekst wilt weergeven of verbergen, drukt u op Menu en selecteert u achtereenvolgens Instellingen, Telefooninstellingen en Automatische Help-tekst. Zie ook De menu’s gebruiken op pagina 47. Starttoon Als u een starttoon wilt afspelen wanneer de telefoon wordt ingeschakeld, drukt u op Menu en selecteert u achtereenvolgens Instellingen, Telefooninstellingen en Starttoon.
Menufuncties Tooninstellingen Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Instellingen en Tooninstellingen. U vindt dezelfde instellingen ook in het menu Profielen (zie Profielen (menu 3) op pagina 60). Selecteer Oproepsignaal om aan te geven hoe u wilt worden gewaarschuwd wanneer een spraakoproep binnenkomt. U kunt de volgende opties kiezen: Bellen, Oplopend, 1 x bellen, 1 x piepen en Stil. Selecteer Type beltoon, Beltoonvolume en Trilsignaal voor een inkomende spraakoproep of een inkomend bericht.
• Selecteer Automatisch opnemen om inkomende gesprekken binnen vijf seconden automatisch te beantwoorden. Als de optie Oproepsignaal is ingesteld op 1 x piepen of Stil, is Automatisch opnemen niet actief. • Selecteer Verlichting om de verlichting permanent in te schakelen (Aan). Selecteer Automatisch om de verlichting na het indrukken van een toets 15 seconden ingeschakeld te laten. De optie Verlichting is uitsluitend beschikbaar als Handsfree is geselecteerd.
Menufuncties • Ga naar GPRS- toegangspunt en druk op Bewerk. Toets de naam van het toegangspunt in en druk op OK. De naam van een toegangspunt is nodig om een verbinding met een GPRS-netwerk tot stand te brengen. U kunt de naam van het toegangspunt verkrijgen bij de netwerkexploitant of serviceprovider. U kunt de GPRS-inbelinstellingen (naam van toegangspunt) ook configureren op de pc met behulp van de software Nokia Modem Options. Zie Modeminstallatie op pagina 105.
• Toegangscodes wijzigen als u de beveiligingscode, de PIN-code, de PIN2-code of het blokkeerwachtwoord wilt wijzigen. De codes kunnen uitsluitend uit de cijfers 0 tot en met 9 bestaan. Zorg ervoor dat u toegangscodes gebruikt die afwijken van alarmnummers, zoals 112, om te voorkomen dat u per ongeluk het alarmnummer kiest.
Menufuncties Een spelletje starten Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Spelletjes en Selecteer spel. Selecteer het spelletje dat u wilt spelen: Snake II, Pairs II, Space Impact of Bumper. Als dit op het spelletje van toepassing is, selecteert u het type spel of 1 speler en vervolgens Nieuw spel. Instructies voor het gebruik van de toetsen en de werking van het spelletje worden weergegeven als u Instructies selecteert in het submenu.
■ Calculator (menu 6) Met de calculator in uw telefoon kunt u optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen, het kwadraat en de wortel berekenen, en valuta omzetten. Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld. Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. De nauwkeurigheid van deze calculator is beperkt en met name in lange delingen kunnen afrondingsfouten optreden. 1.
Menufuncties 4. Toets het tweede getal in. 5. Druk op Opties en selecteer Uitkomst als u het resultaat van de berekening wilt weergeven. Herhaal stap 3 tot en met 5 zo vaak als nodig is. 6. Als u een nieuwe berekening wilt uitvoeren, houdt u eerst Wis ingedrukt. Valuta’s omrekenen 1. Druk op Menu en selecteer Calculator. 2. Als u de wisselkoers wilt opslaan, drukt u op Opties en selecteert u Wisselkoers. Selecteer een van de twee opties die worden weergegeven.
• Wissen om het geselecteerde actiepunt te verwijderen. • Bewerken om de inhoud van het actiepunt te wijzigen. • Prioriteit wijz. om de prioriteit van het actiepunt te wijzigen. • Bekijken om het geselecteerde actiepunt weer te geven. • Naar prioriteit om de gewenste prioriteit voor weergave van de actiepunten in te stellen. • Opsl. kalender om het actiepunt als notitie op te slaan in de kalender. • Als tekst om het actiepunt als tekstbericht naar een andere telefoon te zenden.
Menufuncties Druk op Menu en selecteer Kalender. Blader naar de gewenste dag. Als notities voor de dag zijn ingesteld, wordt het pictogram voor het desbetreffende notitietype weergegeven. Als u de notities voor de dag wilt weergeven, drukt u op Opties en selecteert u Toon dagnotitie. Het notitiepictogram wordt vóór de notitie weergegeven. U kunt één notitie weergeven door in de dagweergave naar de notitie te gaan, op Opties te drukken en Bekijken te selecteren.
• Oproep - Toets het gewenste telefoonnummer in en druk op OK. Toets de gewenste naam in en druk op OK, of zoek de naam en het telefoonnummer op in de telefoonlijst. Toets vervolgens de tijd voor de oproep in en druk op OK. Desgewenst kunt u de optie Alarm aan selecteren en een waarschuwingstijd voor de notitie instellen. • Verjaardag - Toets de naam van de persoon in (of zoek de naam op in de telefoonlijst) en druk op OK. Toets vervolgens de geboortedatum in en druk op OK.
Menufuncties ■ Infrarood (menu 9) U kunt de telefoon instellen op het ontvangen van gegevens via de infraroodpoort. Als u een infraroodverbinding wilt gebruiken, moet het apparaat waarmee u verbinding wilt maken IrDA-compatibel zijn. Via de infraroodpoort van de telefoon kunt u gegevens zoals visitekaartjes en kalendernotities, zenden naar of ontvangen van een compatibele telefoon of een compatibel gegevensapparaat (bijvoorbeeld een computer).
■ Radio (menu 10) Opmerking: U kunt deze functie alleen gebruiken als de telefoon is ingeschakeld. Schakel de telefoon niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. U kunt de FM-radio op de telefoon uitsluitend beluisteren via de hoofdtelefoon HDD-1, HDC-5 of HDE2. Sluit de hoofdtelefoon aan op de overeenkomstige aansluiting aan de onderzijde van de telefoon. Het snoer van de hoofdtelefoon fungeert als de antenne van de radio.
Menufuncties Tip: Houd ingedrukt om de radio snel uit te zetten. Een radiozender instellen Zet de radio aan en houd of ingedrukt om naar zendkanalen te zoeken. Het zoeken stopt wanneer een zendkanaal is gevonden. Als u het zendkanaal wilt opslaan, drukt u op Opties en selecteert u Kanaal opslaan. Toets de naam van de zender in en druk op OK. Selecteer de locatie waar u het zendkanaal wilt opslaan.
• Naam wijzigen. Toets een nieuwe naam voor de opgeslagen zender in en druk op OK. • Handm. afstem.. Druk kort op de bladertoetsen om in stappen van 0.1 MHz omhoog of omlaag naar kanalen te zoeken. Houd de toetsen achtereenvolgens ingedrukt om snel omhoog of omlaag te zoeken. Als u het gevonden zendkanaal wilt opslaan, drukt u op OK en selecteert u Kanaal opslaan. Tip: Als u snel de optie Handm. afstem. wilt selecteren, drukt u op Radio.
Menufuncties Opname-eenheid U kunt drie minuten spraak, geluid of een actief gesprek opnemen. Dit kan bijvoorbeeld handig zijn als u een naam en telefoonnummer wilt opnemen om dit later te noteren. Opmerking: Houd u aan de lokale wetgeving met betrekking tot het opnemen van gesprekken. Gebruik deze functie niet op onrechtmatige wijze. Opnemen 1. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Extra’s en Opname-eenh.. 2. Selecteer Opnemen om de opname te starten.
Alarm vervangt Alarm toev. wanneer het alarm is ingeschakeld. Als u Alarm selecteert, worden de naam van de opname en de datum en tijd voor het alarm weergegeven. U kunt het alarm verwijderen door op Wissen en vervolgens op OK te drukken. Als het alarmtijdstip is aangebroken, klinkt een waarschuwingstoon, wordt de tekst Opname! weergegeven en worden het alarmtijdstip en de naam van de opname weergegeven. Druk op Stop om de waarschuwingstoon te stoppen en druk vervolgens op Spelen om de opname af te spelen.
Menufuncties Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Extra’s en Portefeuille. De tekst Portefeuillecode invoeren: wordt weergegeven. Nadat u de juiste code hebt ingetoetst en bevestigd, kunt u Kaarten, Persoonl. notit. of Instellingen selecteren. Gegevens van persoonlijke kaarten opslaan Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Extra’s, Portefeuille en Kaarten om de lijst met kaarten weer te geven. U kunt de gegevens van maximaal vijf kaarten opslaan.
Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Extra’s, Portefeuille en Instellingen. Selecteer • Codeverzoek, om het verzoek om de portefeuillecode in of uit te schakelen. U moet de bestaande portefeuillecode intoetsen voordat u het codeverzoek kunt in- of uitschakelen. • Code wijzigen, om de portefeuillecode te wijzigen. Aankopen betalen vanuit de portefeuille U kunt toegang zoeken tot een WAP-winkel en uw aankopen betalen vanuit de portefeuille via de volgende procedure: 1.
Menufuncties Spraakopdrachten Er is een lijst met telefoonfuncties die met een spraaklabel kunnen worden geactiveerd. U kunt maximaal vijf spraaklabels voor spraakopdrachten toevoegen. Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Extra’s en Spraakopdrachten. Selecteer de gewenste opdrachtenmap, ga naar de opdracht waaraan u een spraaklabel wilt toevoegen en druk op Opties. Als voor de opdracht al een spraaklabel aanwezig is, wordt het pictogram weergegeven.
Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Extra’s en Timer-functie. Selecteer Tijd wijzigen om de timer opnieuw in te stellen of selecteer Timer stoppen om de timer-functie te stoppen. Stopwatch Met de stopwatch kunt u de tijd opnemen en tussentijden en rondetijden opnemen. Tijdens de tijdsopname kunnen de overige functies van telefoon gewoon worden gebruikt. De functie Stopwatch maakt gebruik van de batterij. Hierdoor wordt de spreektijd van de telefoon bekort.
Menufuncties Opslaan om de tijd op te slaan. Toets een naam in voor de opgenomen tijd en druk op OK. Als geen naam wordt ingetoetst, wordt de totale tijd als naam genomen. Resetten om de teller op 0 te zetten zonder de tijd op te slaan. Rondetijden Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Extra’s, Stopwatch en Rondetijden. Druk op Starten om de tijdsopname te starten en druk op Rondetijd om een rondetijd op te nemen. Druk op Stop om de opname van de rondetijd te stoppen.
1. Sla de dienstinstellingen op die nodig zijn voor toegang tot de gewenste WAP-dienst. Zie De telefoon instellen voor een WAP-dienst hieronder en Weergaveinstellingen van de WAP-browser op pagina 96. 2. Maak verbinding met de gewenste WAP-dienst. Zie Verbinding maken met een WAP-dienst op pagina 93. 3. Blader door de pagina's van de WAP-dienst. Zie Bladeren door de pagina’s van een WAP-dienst op pagina 94. 4. Beëindig de verbinding met de WAP-dienst als u klaar bent.
Menufuncties Als tekstbericht ontvangen dienstinstellingen opslaan Als u de dienstinstellingen als tekstbericht ontvangt, wordt de tekst Dienst- instellingen ontvangen weergegeven. • Als u de ontvangen instellingen wilt opslaan en activeren, drukt u op Opties en selecteert u Opslaan. Als geen instellingen zijn opgeslagen onder Actieve dienst- instellingen, worden de instellingen opgeslagen onder de eerste vrije verbindingsset en worden ze geactiveerd.
Als de verbindingsbeveiliging is ingesteld op Aan, probeert de telefoon een beveiligde verbinding te gebruiken voor toegang tot de WAP-dienst. Als er geen beveiligde verbinding beschikbaar is, wordt geen verbinding gemaakt. Als u toch verbinding wilt maken met een onbeveiligde lijn, moet u de verbindingsbeveiliging uitschakelen (Uit). • Drager - selecteer GSM-gegevens of GPRS.
Menufuncties • Gebruikers- naam - toets de gebruikersnaam in en druk op OK. • Wachtwoord - toets het wachtwoord in en druk op OK. Als GPRS de geselecteerde gegevensdrager is: • GPRS- verbinding - selecteer Altijd online of Wanneer nodig. Als u Altijd online selecteert, wordt de GPRS-verbinding automatisch tot stand gebracht wanneer u de telefoon inschakelt. Het pictogram wordt in het display weergegeven in de standby-modus. De GPRS-verbinding wordt niet verbroken wanneer u een WAP-verbinding beëindigt.
• Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Diensten en Instellingen. Selecteer Actieve dienstinstellingen, ga naar de set die u wilt activeren en druk op Activeer. Maak verbinding met de gewenste WAP-dienst. U kunt op drie manieren verbinding maken: • Open de homepage van de WAP-dienst: Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Diensten en Homepage. Tip: Ga als volgt te werk om de homepage van een WAP-dienst snel te openen: Houd ingedrukt in de standby-modus.
Menufuncties Bladeren door de pagina’s van een WAP-dienst Nadat u verbinding met de WAP-dienst hebt gemaakt, kunt u in de WAP-pagina’s van de dienst browsen. De functies van de telefoontoetsen kunnen per WAP-dienst verschillen. Volg de instructies in het display van de telefoon. Neem contact op met uw WAP-serviceprovider voor meer informatie. Als GPRS is geselecteerd als de gegevensdrager, wordt tijdens het browsen het pictogram linksboven in het display weergegeven.
Instellingen downloaden. Zie Instellingen downloaden op pagina 96 voor meer informatie. Gebruik nr. om een nummer van de huidige WAP-pagina op te slaan of te bellen (en de WAPverbinding te beëindigen). Als de WAP-pagina meerdere nummers bevat, kunt u het gewenste nummer selecteren. Opnieuw laden om de huidige WAP-pagina opnieuw te laden en bij te werken. Cache wissen. Zie Het cachegeheugen op pagina 99 voor meer informatie.
Menufuncties U kunt ook op tweemaal op drukken. Als GSM-gegevens de geselecteerde gegevensdrager is, drukt u . Het gesprek wordt beëindigd en de verbinding met de WAP-dienst wordt verbroken. Weergaveinstellingen van de WAP-browser 1. Als geen WAP-verbinding actief is • Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Diensten, Instellingen en Weergave- instellingen. Als een WAP-verbinding actief is • Druk op Opties en selecteer Weergave-inst.. 2. Selecteer Regeldoorloop of Afbeeldingen tonen. 3.
Als een WAP-verbinding actief is • Druk op Opties en selecteer Instellingen downloaden. 2. Selecteer Cookies en selecteer Toestaan om het ontvangen van cookies toe te staan of Verbieden om cookies te verbieden. Bookmarks U kunt maximaal 50 adressen van WAP-pagina's in het telefoongeheugen opslaan als bookmark. 1. Als geen WAP-verbinding actief is • Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Diensten en Bookmarks. Als een WAP-verbinding actief is • Druk op Opties en selecteer Bookmarks. 2.
Menufuncties In de telefoon zijn mogelijk een aantal bookmarks voorgeïnstalleerd voor sites die niet met Nokia verbonden zijn. Deze sites worden niet door Nokia gegarandeerd of ondersteund. Als u deze sites wilt bezoeken, moet u net zoals voor andere sites maatregelen treffen om de veiligheid of inhoud van de site te garanderen.
Druk op Menu en selecteer achtereenvolgens Diensten, Instellingen, Instellingen dienst-inbox en Dienstberichten. Als u de telefoon wilt instellen op het ontvangen van dienstberichten, selecteert u Aan. Als u Uit selecteert, ontvangt de telefoon geen dienstberichten. Het cachegeheugen Opmerking: De opgevraagde gegevens of diensten worden opgeslagen in de cache van de telefoon. Een cache is een buffergeheugen waarin gegevens tijdelijk worden opgeslagen.
Menufuncties Dit betekent echter niet dat de datatransmissie tussen de gateway en de server (plaats waar de opgevraagde bron is opgeslagen) beveiligd is. Het is de taak van de serviceprovider om de datatransmissie tussen de gateway en server te beveiligen. Beveiligingsmodule De beveiligingsmodule biedt beveiligingsdiensten voor WAP-toepassingen en maakt het gebruik van de functie voor digitale handtekeningen van de telefoon mogelijk.
Opmerking: De tekst past mogelijk niet geheel in het display. Blader eerst door de hele tekst voordat u ondertekent. Selecteer het gewenste gebruikerscertificaat. Toets de ondertekenings-PIN in en druk op OK. Aangezien de PIN-code niet zal worden verzonden, blijft deze geheim. De bevestiging Code geaccepteerd wordt weergegeven. Als u een onjuiste PIN-code hebt ingetoetst, wordt de foutmelding Codefout weergegeven en wordt u gevraagd de PIN-code nogmaals in te toetsen.
Menufuncties Beveiligingscertificaten worden door sommige WAP-diensten, zoals bankdiensten, gebruikt voor controle van handtekeningen, servercertificaten of andere beveiligingscertificaten. U kunt het certificaat downloaden van een WAP-pagina als de WAP-dienst het gebruik van beveiligingscertificaten ondersteunt. Nadat u het certificaat hebt gedownload, kunt u het bekijken en vervolgens opslaan of verwijderen. Als u het certificaat opslaat, wordt het toegevoegd aan de lijst met certificaten in de telefoon.
■ SIM-diensten (menu 13) Naast de functies die in de telefoon zelf beschikbaar zijn, kan uw SIM-kaart extra diensten bieden die u kunt activeren via menu 13. Menu 13 wordt uitsluitend weergegeven als dit door de SIM-kaart wordt ondersteund. De naam en de inhoud van het menu zijn volledig afhankelijk van de beschikbare diensten.
Fax- en gegevensverkeer 8. Fax- en gegevensverkeer U kunt met uw Nokia 6510 gegevens naar andere compatibele apparaten overbrengen als de telefoon via een infraroodverbinding is aangesloten op een compatibele pc. Als u e-mail- en faxberichten wilt verzenden en ontvangen, verbinding wilt maken met computers en wilt surfen op het Internet, moet op uw computer de juiste software voor gegevens- en faxcommunicatie zijn geïnstalleerd.
• een reservekopie van de persoonlijke gegevens in de telefoon maken en herstellen op de pc of een andere telefoon. Modeminstallatie Tijdens de modeminstallatie worden de volgende onderdelen op de pc geïnstalleerd: • N6510-gegevens- en faxmodemadapters, waarmee u de telefoon kunt gebruiken als modem bij data- en faxoproepen. • Nokia Modem Options-software, waarmee u de opties voor uw gegevensoproepen kunt instellen. In deze software vindt u de instellingen voor HSCSD en GPRS.
Fax- en gegevensverkeer Aangezien de telefoon gegevens sneller verzendt in de HSCSD-modus, raakt de batterij van de telefoon bij het verzenden van gegevens in deze modus sneller leeg dan bij de normale spraak- of dataoproepen. Sluit de telefoon aan op een lader als u het toestel langer wilt gebruiken. Toepassingen voor gegevenscommunicatie gebruiken • Activeer de infraroodverbinding van uw telefoon door menu 9 te selecteren.
■ De batterij opladen en ontladen De telefoon werkt met een oplaadbare batterij. De capaciteit van een nieuwe batterij wordt pas optimaal benut nadat de batterij twee of drie keer volledig is opgeladen en ontladen. De batterij kan honderden keren worden opgeladen en ontladen, maar na verloop van tijd treedt slijtage op. Wanneer de gebruiksduur (gesprekstijd en standby-tijd) aanzienlijk korter is dan normaal, is het beter een nieuwe batterij te kopen.
Informatie over de batterij omgevingstemperatuur van de batterij altijd tussen de 15 °C en 25 °C ligt. Een telefoon met een extreem warme of koude batterij kan gedurende bepaalde tijd onbruikbaar zijn, zelfs wanneer de batterij volledig is opgeladen. De prestaties van batterijen zijn beduidend minder in temperaturen onder de 0C.
• Houd de telefoon en alle onderdelen en accessoires buiten het bereik van kleine kinderen. • Houd de telefoon droog. Neerslag, vocht en vloeistoffen bevatten mineralen die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken. • Gebruik of bewaar de telefoon niet op stoffige of vuile plaatsen. De bewegende onderdelen kunnen worden beschadigd. • Bewaar de telefoon niet op plaatsen waar het heet is.
VERZORGING EN ONDERHOUD Alle bovenstaande tips gelden voor de telefoon, de batterij, oplader en andere accessoires. Neem contact op met het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als een van deze onderdelen niet goed werkt. Het personeel zal u helpen en indien nodig zorgen voor onderhoud of reparatie. 110 ©2001 Nokia Corporation. All rights reserved.
Gebruik geen telefoon terwijl u een auto bestuurt. Bewaar de telefoon altijd in de houder; leg de telefoon niet op de passagiersstoel of op een plaats waar de telefoon los kan raken bij een botsing of wanneer u plotseling moet remmen.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE overeen met het onafhankelijke onderzoek en de aanbevelingen van Wireless Technology Research. Voor mensen met een pacemaker geldt het volgende: • Houd de telefoon op meer dan 20 cm afstand van uw pacemaker als de telefoon is ingeschakeld; • Draag de telefoon niet in een borstzak; • Houd de telefoon bij het oor aan de andere zijde van het lichaam dan waar de pacemaker zich bevindt om de kans op storing te minimaliseren.
■ Explosiegevaarlijke omgevingen Schakel de telefoon uit als u op een plaats met explosiegevaar bent en volg alle aanwijzingen en instructies op. Vonken kunnen op zulke plaatsen een explosie of brand veroorzaken, waardoor er gewonden of zelfs doden kunnen vallen. Gebruikers wordt geadviseerd om de telefoon uit te schakelen in benzinestations.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE Het is verboden de telefoon in een vliegtuig te gebruiken. Schakel de telefoon uit voordat u een vliegtuig binnengaat. Het gebruik van draadloze telefoons kan gevaarlijk zijn voor de werking van het vliegtuig en kan het draadloze telefoonnetwerk verstoren. Bovendien kan het in strijd zijn met de wet.
■ Informatie over certificatie (SAR) DIT TYPE TELEFOON VOLDOET AAN DE EISEN DIE DE EUROPESE UNIE HANTEERT VOOR BLOOTSTELLING AAN RADIOGOLVEN. Deze mobiele telefoon is een radiozender en ontvanger. Het apparaat is ontworpen en geproduceerd in overeenstemming met de limieten voor blootstelling aan radiofrequentiesignalen (RF-signalen) die worden aanbevolen door de raad van de Europese Unie.
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINFORMATIE compatibiliteit met de standaard heeft bereikt, was 0.81 W/kg. Hoewel er verschillen kunnen zijn tussen de SARniveaus van verschillende telefoons en bij verschillende posities, voldoen deze allemaal aan de eisen van de Europese Unie op het gebied van blootstelling aan radiogolven. * De SAR-limiet die voor mobiele telefoons voor het publiek wordt gehanteerd, is 2,0 watt/kilogram (W/kg) evenredig verdeeld over tien gram weefsel.
BEPERKTE GARANTIE VAN DE FABRIKANT GEDEELTE REGIO EUROPA EN AFRIKA Deze beperkte garantie zal van toepassing zijn in een gedeelte van de Regio Europa en Afrika van Nokia Mobile Phones tenzij een lokale garantie bestaat. Nokia Mobile Phones Ltd (“Nokia”) garandeert dat dit Nokia-product (“Product”) op het ogenblik van zijn originele aankoop vrij is van defecten in materialen, ontwerp en afwerking onder voorbehoud van de volgende bepalingen en voorwaarden: 1.
■ GARANTIEBEWIJS VUL IN IN BLOKLETTERS Naam Koper: __________________________________________________ Adres: __________________________________________________ __________________________________________________ Land: __________________________________________________ Telefoon: __________________________________________________ Datum aankoop (dd/mm/jj): |__|__| /|__|__| /|__|__| Type Product (op telefoon type etiket onder batterij): |__|__|__| − |__|__|__| Model Product (op telefoon type etiket onder batteri