Operation Manual

Copyright © 2004 Nokia. All rights reserved.
Diensten en toepassingen
120
aangeven of u wilt doorgaan met de installatie of niet. Als de integriteit van de
toepassing is gecontroleerd, wordt het programma op de telefoon geïnstalleerd.
Toepassingen installeren
Open Toepassingenbeheer, ga naar de toepassing en selecteer Opties Installeren om
de installatie te starten.
U kunt ook zoeken naar de toepassing in het geheugen van de telefoon of op de
geheugenkaart. Vervolgens selecteert u de toepassing en drukt u op drukken om
de installatie te starten.
Sommige toepassingen bieden de mogelijkheid tot gedeeltelijke installatie. U kunt dan
zelf kiezen welke onderdelen van de toepassing u installeert. Als u een toepassing wilt
installeren zonder digitale handtekening of certificaat, verschijnt er een bericht waarin
voor de gevaren daarvan wordt gewaarschuwd. Ga alleen verder met de installatie als u
zeker bent van de oorsprong en de inhoud van de toepassing
Java™ installeren
U moet het JAR-bestand hebben voor de installatie. Als dit ontbreekt, kunt u worden
gevraagd het te downloaden. Als er geen toegangspunt is opgegeven voor
Toepassingenbeheer, moet u dat alsnog selecteren. Het kan zijn dat u een gebruikersnaam
en wachtwoord moet opgeven om het JAR-bestand van de server te kunnen downloaden.
Informeer hiernaar bij de leverancier of fabrikant van de toepassing.
Om een dataverbinding te starten en extra informatie over de toepassing weer te
geven, gaat u naar de toepassing en kiest u Opties Ga naar webadres.
Om een dataverbinding te starten en te controleren of er een update beschikbaar is
voor de toepassing, gaat u naar de toepassing en kiest u Opties Bijwrkn.
Java-instellingen
Als u het standaardtoegangspunt wilt wijzigen dat door een Java-toepassing wordt
gebruikt om extra gegevens te downloaden, kiest u
OptiesInstellingenToegangspunt. Zie “
Toegangspunten” op pagina 74.