Operation Manual

Copyright © 2003 Nokia. All rights reserved.
78
2. Toets de naam in en druk op OK. Zie Gewone tekstinvoer op pagina 44.
3. Toets het telefoonnummer in en druk op OK. Zie Opbellen op pagina 37 voor
het intoetsen van nummers.
4. Wanneer de naam en het nummer zijn opgeslagen, drukt u op OK.
Tip: Snel opslaan: toets het telefoonnummer in vanuit de standby-modus.
Druk op Opties en selecteer Opslaan. Toets de naam in, druk op OK en
opnieuw op OK.
Meerdere nummers en tekstaantekeningen per naam opslaan
U kunt verschillende typen telefoonnummers en korte tekstitems per naam
opslaan in de lijst met contacten in het interne geheugen.
Het eerste nummer dat is opgeslagen, wordt automatisch ingesteld als het
standaardnummer. Dit nummer wordt aangeduid met een kader rond de
nummertype-indicator, bijvoorbeeld . Wanneer u een naam in de lijst met
contacten selecteert, bijvoorbeeld om te bellen, wordt automatisch het
standaardnummer gekozen, tenzij u een ander nummer selecteert.
1. Zorg ervoor dat het gebruikte geheugen Telefoon of Telefoon en SIM is. Zie
Instellingen selecteren voor de lijst met contacten op pagina 77.
2. Als u de lijst met namen en telefoonnummers wilt weergeven, drukt u op
vanuit de standby-modus.
3. Blader in de lijst met contacten in het interne geheugen naar de naam
waaraan u een nieuw nummer of een nieuwe tekstaantekening wilt toevoegen
en druk op Gegev..
4. Druk op Opties en selecteer Nr. toevoegen of Info toevoegen.