Operation Manual

2. De telefooninterface
Met de telefooninterface kunt u bijvoorbeeld bellen en profielen wijzigen. De meeste van deze functies zijn ook beschikbaar in
de communicatorinterface.
Display telefooninterface, standby-modus
Voor meer geavanceerde taken gebruikt u de communicatorinterface, die u activeert door de klep te openen. Als u de klep opent
tijdens een gesprek, wordt de luidspreker geactiveerd. U kunt tijdens een gesprek ook de toepassingen gebruiken.
Bellen
Voordat u kunt bellen, moet de telefoon zijn ingeschakeld, voorzien zijn van een geldige SIM-kaart en zich binnen het bereik
van het netwerk bevinden.
Een GPRS-verbinding wordt tijdens spraakoproepen in de wachtstand geplaatst.
Als u wilt bellen, toetst u het netnummer en telefoonnummer in. Als u een onjuist teken intoetst, drukt u op Wis.
Tip: Voor internationale gesprekken drukt u tweemaal op voor het plusteken (+) (dit vervangt de internationale
toegangscode) en toetst u de landcode, het netnummer (laat zo nodig de eerste 0 weg) en het telefoonnummer in.
Druk op de beltoets om het nummer te kiezen. Als u het gesprek wilt beëindigen of de kiespoging wilt annuleren, drukt u op
de eindtoets.
Tip: Als u het volume tijdens een gesprek wilt aanpassen, drukt u op de bladertoets-rechts of -links om het volume
respectievelijk te verhogen of te verlagen.
Als u wilt bellen met behulp van de opgeslagen contacten, drukt u op de bladertoets-omlaag in de stand-bymodus. Toets de
eerste letters van de opgeslagen naam in. Ga naar de naam en druk op de beltoets.
Tip: U kunt nieuwe contacten opslaan in het menu Contacten van de telefoon of in het dialoogvenster
Contactenbestand van de communicatorinterface.
Als u een recent gekozen nummer wilt bellen, drukt u vanuit de stand-bymodus op de beltoets om een lijst weer te geven met
de 20 laatste nummers die u hebt gebeld of geprobeerd te bellen. Ga naar het gewenste nummer of de gewenste naam en druk
op de beltoets.
Als u wilt bellen via snelkeuze en u hebt telefoonnummers opgeslagen onder de toetsen tot en met , kunt u als volgt een
nummer kiezen: Druk vanuit de stand-bymodus op de gewenste cijfertoets en op de beltoets, of (als de functie Snelkeuze is
ingeschakeld) houd de cijfertoets ingedrukt vanuit de stand-bymodus totdat het nummer wordt gebeld. Als u een
telefoonnummer onder een cijfertoets wilt programmeren, drukt u op Menu vanuit de stand-bymodus en selecteert u
Contacten > Snelkeuze. Als u de functie Snelkeuze wilt inschakelen, drukt u op Menu vanuit de stand-bymodus en selecteert u
Instellingen > Oproepinst. > Snelkeuze.
Als u uw voicemailbox wilt bellen (netwerkdienst), houdt u ingedrukt vanuit de stand-bymodus of drukt u op en op de
beltoets.
Een oproep beantwoorden
Druk op de beltoets om een oproep te beantwoorden.
Druk op de eindtoets om de oproep te weigeren. De oproep wordt doorgeschakeld als u een doorschakeloptie, bijvoorbeeld
Doorsch. indien bezet, hebt geactiveerd.
Als u de beltoon wilt uitschakelen in plaats van een oproep te beantwoorden, drukt u op Stil.
Als u een nieuwe oproep wilt beantwoorden tijdens een gesprek wanneer de functie Wachtfunctieopties is geactiveerd, drukt
u op de beltoets of op Beantw. Het eerste gesprek wordt in de wachtstand geplaatst. Druk op de eindtoets om het actieve
gesprek te beëindigen.
Opties tijdens een gesprek
U kunt op Opties drukken voor een aantal van de volgende opties tijdens een gesprek: Microfoon uit/Microfoon aan,
Beëindigen, Alles afsluiten, Contacten, Menu, Standby/Uit standby, Nieuwe oproep, Opnemen, Weigeren en Toetsen vergr..
Overige mogelijk beschikbare opties tijdens een gesprek:
Copyright © 2004-2005 Nokia. All Rights Reserved. 17