Operation Manual

5. Berichten
In Berichten kunt u tekstberichten, multimediaberichten, e-mailberichten, faxberichten en speciale tekstberichten met
gegevens zoals instellingen, bookmarks of webpagina's, opstellen, verzenden, ontvangen, bewerken en indelen. U kunt ook
berichten en gegevens ontvangen via Bluetooth of infrarood, dienstberichten en cell broadcast-berichten ontvangen en
dienstopdrachten verzenden.
Voordat u berichten kunt verzenden of ontvangen:
De telefoon moet zijn ingeschakeld, voorzien zijn van een geldige SIM-kaart en zich binnen het dekkingsgebied van het
netwerk bevinden. De klep van het apparaat kan open of dicht zijn.
Het gebruikte netwerk moet faxoproepen, gegevensoproepen en SMS (Short Message Service) ondersteunen als u daarvan
gebruik wilt maken.
De dienst voor faxoproepen, gegevensoproepen en SMS moet voor uw SIM-kaart zijn geactiveerd.
De instellingen voor internettoegangspunten moeten gedefinieerd zijn. Zie 'Instellen internet', p. 73.
De e-mailinstellingen moeten gedefinieerd zijn. Zie 'Instellingen e-mailaccount', p. 34.
De instellingen voor korte berichten moeten gedefinieerd zijn. Zie 'Instellingen voor tekstberichten', p. 36.
De instellingen voor multimediaberichten moeten gedefinieerd zijn. Zie 'Instellingen account voor
multimediaberichten', p. 38.
Neem contact op met uw serviceprovider, netwerkoperator of internetprovider voor de juiste instellingen.
Tip: Wanneer u de Nokia 9300 in gebruik neemt, wordt de SIM-kaartprovider mogelijk herkend en worden de juiste
instellingen voor tekstberichten, multimediaberichten en GPRS automatisch geconfigureerd. Wellicht moet u eerst
contact opnemen met uw netwerkoperator om het gebruik van multimediaberichten en GPRS te activeren.
Berichtencentrale
Het beginvenster van Berichten bestaat uit twee delen: links de lijst met mappen en rechts de berichten in de geselecteerde
map. U kunt de Tab-toets gebruiken om van het ene naar het andere deelvenster te gaan.
Het beginvenster van Berichten bevat de volgende mappen:
Postvak IN — bevat alle ontvangen berichten behalve e-mailberichten, SIM-kaartberichten en netwerkberichten. E-
mailberichten worden opgeslagen in de externe postbus.
Postvak UIT — bevat berichten die nog moeten worden verzonden.
Concepten — bevat conceptberichten die nog niet zijn verzonden.
Verzonden — bevat verzonden berichten, met uitzondering van de berichten die via Bluetooth zijn verzonden.
Eventuele externe postbussen die u hebt ingesteld, worden onder aan de lijst met mappen weergegeven.
Berichten intoetsen en lezen
Als u een bericht wilt weergeven, selecteert u het bericht en drukt u op Openen.
Als u een map wilt weergeven in het volledige display, drukt u op Map openen.
Druk op Bericht opstellen. Selecteer het gewenste berichttype en druk op OK.
Als u de afzender en alle geadresseerden van een e-mailbericht wilt beantwoorden, drukt u op Menu en selecteert u
Opstellen > Allen beantwoorden.
Als u een bericht wilt doorsturen, selecteert u het bericht, drukt u op Menu en selecteert u Opstellen > Doorsturen. U kunt mogelijk
niet alle berichten doorsturen.
Tip: U kunt met deze methode ook berichten uit de map Verzonden doorsturen.
Als u een bericht als gelezen of ongelezen wilt markeren, drukt u op Menu, selecteert u Opstellen > Markeren en selecteert u
Als gelezen of Als ongelezen.
Druk op Menu en selecteer Ontvangen > SIM-berichten. SIM-berichten zijn tekstberichten die op de SIM-kaart zijn opgeslagen.
Het is mogelijk dat u niet alle typen berichten kunt afdrukken, zoals multimediaberichten of andere speciale berichttypen.
Copyright © 2004-2005 Nokia. All Rights Reserved. 30