Operation Manual

8. Documenten
In Documenten kunt u nieuwe tekstdocumenten maken en bestaande bewerken. U kunt afbeeldingen en andere bestanden in
de documenten invoegen en weergeven.
Documenten is een van de toepassingen in de groep Kantoor. Kantoor bevat ook de toepassingen Werkblad en Presentaties,
evenals de toepassingen Rekenmach. en Bestandsbh. voor het beheren van bestanden en mappen. Als u de groep Kantoor wilt
openen, selecteert u Bureaublad > Kantoor en drukt u op Openen.
U kunt documenten die zijn gemaakt met Microsoft Word voor Windows versie 97 en later openen, bewerken en opslaan. Niet
alle functies en opmaak van de oorspronkelijke documenten worden ondersteund. Het oorspronkelijke document mag niet zijn
beveiligd met een wachtwoord. Documenten die met andere versies van Microsoft Word zijn gemaakt, kunnen alleen worden
weergegeven.
Werken met documenten
Verplaats de cursor binnen het document met de joystick en selecteer tekst door op Shift te drukken en naar links, rechts,
omhoog of omlaag te bladeren.
Tip: Het menu bevat veel opties die bekend zijn uit andere tekstverwerkingsprogramma's.
Als u een nieuw document wilt maken, opent u de toepassing Documenten en begint u te typen in het nieuwe document dat
wordt geopend of drukt u op Menu en selecteert u Bestand > Nieuw document > Leeg document.... Typ tekst of plak deze uit
een ander document.
Als u een bestaand document wilt openen, drukt u op Menu en selecteert u Bestand > Openen.... Ga naar de map waarin het
bestand is opgeslagen.
Tip: Als u recent gebruikte documenten wilt openen, drukt u op Menu en selecteert u Bestand > Recente
documenten.
Als u geselecteerde tekst wilt kopiëren of knippen, drukt u op Menu en selecteert u Bewerken > Kopiëren of Knippen. Als u de
tekst wilt plakken, gaat u naar het document waar u de tekst wilt toevoegen, drukt u op Menu en selecteert u Bewerken >
Plakken.
Als u een document wilt pagineren, drukt u op Menu en selecteert u Extra > Pagineren. Met deze opdracht wordt het document
in pagina's verdeeld en de paginanummering bijgewerkt.
Als u pagina-einden of regeleinden in een document wilt invoegen, drukt u op Menu en selecteert u Invoegen > Pagina-einde
of Regeleinde.
Als u woorden wilt tellen, drukt u op Menu en selecteert u Extra > Woorden tellen.
Als u naar tekst wilt zoeken in het document, drukt u op Menu en selecteert u Bewerken > Zoeken.... Typ de tekst waarnaar u
zoekt en druk op Zoeken. Als u de zoekcriteria wilt verfijnen, drukt u op Opties. Als u het gevonden item door iets anders wilt
vervangen, drukt u op Vervangen, voert u de vervangende tekst in en drukt u op Vervangen.
Als u een document wilt opslaan en sluiten, drukt u op Afsluiten. Als u het bestand hebt gewijzigd, drukt u op Opslaan om het
document met een standaardbestandsnaam op te slaan. Druk op Opslaan als om de bestandsnaam en -locatie op te geven of
druk op Wijziging negeren om de toepassing te sluiten zonder wijzigingen op te slaan. Als u een bestand wilt opslaan in een
andere indeling, drukt u op Formaat wijzigen.
Als u de structuur van een document wilt weergeven, drukt u op Menu en selecteert u Beeld > Overzicht.... Het document wordt
gestructureerd op basis van verschillende niveaus van koppen. Kop 1 is het bovenste niveau, kop 2 komt daarna, enzovoort.
Hoofdtekst wordt niet getoond in het documentoverzicht. Druk op Uitvouwen om meer niveaus in het documentoverzicht weer
te geven. Druk op Samenvouwen om de lagere niveaus te verbergen. Als u naar een bepaalde kop in het document wilt gaan,
selecteert u de kop en drukt u op Ga naar.
Als u tekstmarkeringen wilt verbergen of tonen, drukt u op Menu en selecteert u Extra > Voorkeuren.... Op het tabblad
Standaardopties kunt u opgeven of tab-, spatie- of alineamarkeringen in het document worden getoond. Op het tabblad
Geavanceerde opties kunt u definiëren of geforceerde regeleinden, vaste spaties en vaste koppelstreepjes in het document
worden getoond.
Copyright © 2004-2005 Nokia. All Rights Reserved. 49