Operation Manual
9. Werkblad
In Werkblad kunt u uw gegevens opslaan in een bestand dat een werkmap wordt genoemd. Elke werkmap bevat ten minste
één werkblad. Een werkmap kan ook grafieken bevatten. Een grafiekblad is een werkblad met een grafiek op basis van gegevens
uit een werkblad.
Ga naar Bureaublad > Kantoor > Werkblad.
Werkmappen
Als u een nieuwe werkmap wilt maken, drukt u op Menu en selecteert u Bestand > Nieuwe werkmap.
Als u een bestaande werkmap wilt openen, drukt u op Menu en selecteert u Bestand > Openen. Ga naar de map waarin het
bestand is opgeslagen.
Tip: Als u recent gebruikte werkmappen wilt openen, drukt u op Menu en selecteert u Bestand > Recente
werkmappen.
Werken met werkbladen
Als u gegevens wilt invoeren in cellen, gaat u met de joystick naar de gewenste cel en voert u de gegevens in.
Als u een hele rij in een werkblad wilt selecteren, plaatst u de cursor in de eerste cel van de rij en houdt u Shift ingedrukt terwijl
u naar links bladert. Als u een hele kolom wilt selecteren, plaatst u de cursor in de eerste cel van de kolom en houdt u Shift
ingedrukt terwijl u omhoog bladert.
Als u een werkblad wilt opmaken, selecteert u de cel of cellen die u wilt opmaken, drukt u op Menu en selecteert u
achtereenvolgens Opmaak en de gewenste optie. U kunt het lettertype en de getalnotatie wijzigen, en de uitlijning, rijhoogte
en kolombreedte aanpassen. Als u de randen of de achtergrondkleur van een cel wilt opmaken, selecteert u Opmaak >
Celweergave > Randen of Achtergrondkleur.
Als u een nieuw werkblad wilt toevoegen, drukt u op Menu en selecteert u Invoegen > Nieuw werkblad.
Als u wilt overschakelen naar een ander werkblad, drukt u op Menu en selecteert u Beeld > Werkbladen of Werkbladen/
grafieken als de werkmap ten minste één grafiek bevat. Selecteer het werkblad en druk op OK.
Als u rijen zichtbaar wilt houden terwijl u bladert, selecteert u de rij onder het gebied dat zichtbaar moet blijven. Als kolommen
zichtbaar moeten blijven, selecteert u de kolom rechts van het gebied dat zichtbaar moet blijven. Druk op Menu en selecteer
Beeld > Deelvensters maken.
Als u wilt zoeken naar gegevens, drukt u op Menu en selecteert u Bewerken > Zoeken. Voer de tekst of getallen in waarnaar u
wilt zoeken en druk op Zoeken. Als u het werkblad wilt doorzoeken op basis van bepaalde criteria, drukt u op Opties.
Als u de naam van een werkblad wilt wijzigen, drukt u op Menu en selecteert u Opmaak > Naam wijzigen. Voer de nieuwe naam
in en druk op Gereed.
Werken met cellen
Als u de inhoud of opmaak van cellen wilt wissen, selecteert u de cellen en drukt u op Wissen. Als u Opmaak selecteert, wordt
de opmaak van de geselecteerde cellen verwijderd maar blijft de inhoud behouden. De standaardstijl wordt gebruikt. Als u
Inhoud selecteert, wordt de inhoud van geselecteerde cellen verwijderd maar blijft de opmaak ongewijzigd. Met Alle wordt
zowel de opmaak als de inhoud van de geselecteerde cellen gewist.
Als u cellen wilt invoegen, selecteert u het gebied waarin u nieuwe cellen wilt invoegen, drukt u op Menu en selecteert u
Invoegen > Cellen. U kunt cellen invoegen boven (Cellen naar beneden verpl.) of links van (Cellen naar rechts verpl.) het
geselecteerde bereik. Als u slechts één cel hebt geselecteerd, wordt slechts één nieuwe cel ingevoegd. Als u een bereik van cellen
hebt geselecteerd, wordt een overeenkomende reeks lege cellen ingevoegd. Als u een nieuwe rij of kolom wilt invoegen,
selecteert u Hele rij of Hele kolom en drukt u op OK.
Als u een cellenbereik wilt selecteren, drukt u op Menu en selecteert u Bewerken > Selecteren. Als u het hele werkblad wilt
selecteren, selecteert u Heel werkblad in het veld Bereik.
Tip: Als u kolom A wilt selecteren, selecteert u Verwijzing, gaat u naar het veld Verwijzing en typt u A:A. Als u
bijvoorbeeld de kolommen A tot C wilt selecteren, typt u A:C. Om rij 1 te selecteren, typt u 1:1 en als u kolom A tot C en
rij 2 en 3 wilt selecteren, typt u A2:C3.
Als u benoemde cellen in het werkblad wilt selecteren, drukt u op Menu en selecteert u Bewerken > Selecteren. Selecteer
Benoemde cellen in het veld Bereik en selecteer de cel in het veld Benoemd gebied. Nadat u de cel hebt geselecteerd, drukt u
op Gereed.
Copyright © 2004-2005 Nokia. All Rights Reserved. 51










