Operation Manual
4. Gebruik de carkit-telefoon om het zoeken naar compatibele apparaten te starten. Zie ook de gebruikershandleiding bij de
carkit-telefoon voor instructies.
5. Selecteer de telefoon in de lijst met compatibele apparaten.
6. Voer de Bluetooth-toegangscode die in het display van de carkit-telefoon wordt weergeven, in de Nokia 9300-telefoon in
om de apparaten op elkaar af te stemmen.
7. Autoriseer de carkit-telefoon. Ga naar Bureaublad > Extra > Config.scherm > Verbindingen > Bluetooth en open het tabblad
Gepaarde apparaten. Selecteer de carkit-telefoon en druk op Bewerken. Selecteer Ja in het veld Apparaat geautoriseerd.
Verbindingen tussen de Nokia 9300-telefoon en de carkit-telefoon kunnen zonder afzonderlijke toestemming of autorisatie
tot stand worden gebracht. Als u Nee selecteert, moeten verbindingsverzoeken van dit apparaat elke keer opnieuw expliciet
worden geaccepteerd.
Tip: Als u de SIM-kaart al met het actieve gebruikersprofiel vanaf de carkit-telefoon hebt benaderd, zoekt de carkit-
telefoon automatisch naar het apparaat met de SIM-kaart. Als dit apparaat de Nokia 9300-telefoon is en automatische
autorisatie geactiveerd is, vindt de carkit-telefoon de Nokia 9300-telefoon en wordt automatisch verbinding gemaakt
met het GSM-netwerk wanneer u de auto start.
Wanneer u het SIM-toegangsprofiel hebt geactiveerd, kunt u de telefooninterface van de Nokia 9300 niet gebruiken. U kunt
echter wel toepassingen op de communicatorinterface gebruiken die geen netwerk of SIM-diensten nodig hebben.
Als u de Bluetooth-verbinding voor SIM-toegang op de Nokia 9300-telefoon wilt beëindigen, drukt u op Menu, selecteert u ,
en drukt u op Extern SIM-profiel afsluiten en OK.
Gegevens- en faxoproepen doorschakelen (netwerkdienst)
U kunt inkomende gegevens- en faxoproepen doorschakelen naar een ander telefoon- of faxnummer.
Als u gegevens- of faxoproepen wilt doorschakelen, selecteert u Telefoon > Dataoproepen doorsch. of Faxoproepen doorsch..
Definieer de volgende instellingen:
• Alle oproepen — Met deze optie worden alle inkomende oproepen doorgeschakeld.
• Indien in gesprek — Met deze optie worden inkomende oproepen doorgeschakeld als u in gesprek bent.
• Indien buiten bereik — Met deze optie worden inkomende oproepen doorgeschakeld wanneer de communicator is
uitgeschakeld of zich buiten het dekkingsgebied van het netwerk bevindt.
• Indien niet opgenomen — Met deze optie worden inkomende oproepen doorgeschakeld als u deze niet binnen een bepaalde
tijd beantwoordt.
• Indien niet beschikbaar — Hiermee worden in één keer de volgende opties ingeschakeld: Indien in gesprek, Indien buiten
bereik en Indien niet opgenomen.
Als u wilt controleren of doorschakelen is ingeschakeld, selecteert u Telefoon > Dataoproepen doorsch. of Faxoproepen
doorsch., selecteert u de doorschakeloptie en drukt u op Control. status.
Als u het doorschakelen van alle gegevens- of faxoproepen wilt annuleren, selecteert u Telefoon > Dataoproepen doorsch. of
Faxoproepen doorsch. en drukt u op Alles annuleren.
Gegevens- en faxoproepen blokkeren (netwerkdienst)
Met gespreksblokkering kunt u het uitvoeren en ontvangen van oproepen beperken. Als u deze instellingen wilt wijzigen, hebt
u een blokkeerwachtwoord van uw serviceprovider nodig.
Als u bepaalde typen gegevens- of faxoproepen wilt voorkomen of toestaan, selecteert u Telefoon > Dataoproepen blokkeren
of Faxopr. blokkeren.
Definieer de volgende instellingen:
• Uitgaande oproepen — Als u deze optie inschakelt, kunnen er geen oproepen worden uitgevoerd.
• Inkomende oproepen — Als u deze optie inschakelt, kunnen er geen oproepen worden ontvangen.
• Internationale oproepen — Als u deze optie inschakelt, kunnen er geen oproepen worden uitgevoerd naar andere landen of
regio's.
• Inkomende oproepen in buitenland — Als u deze optie inschakelt, kunnen er geen oproepen worden ontvangen wanneer u
in het buitenland verblijft.
• Int. oproepen (niet naar eigen land) — Als u bij uw netwerkoperator de optie voor internationaal roaming hebt ingeschakeld,
kunt u vanuit het buitenland alleen maar naar uw eigen land bellen.
Als u de huidige status van een blokkeeroptie wilt controleren, selecteert u Telefoon > Dataoproepen blokkeren of Faxopr.
blokkeren, selecteert u de blokkeeroptie en drukt u op Control. status.
Als u het blokkeren van alle gegevens- of faxoproepen wilt annuleren, selecteert u Telefoon > Dataoproepen blokkeren of Faxopr.
blokkeren en drukt u op Alles annuleren.
C o n f i g . s c h e r m
Copyright © 2004-2005 Nokia. All Rights Reserved. 69










