Operation Manual
18. Connectiviteit
De communicator beschikt over verschillende connectiviteitstypen. U kunt gebruikmaken van draadloze
connectiviteitsmethoden zoals Bluetooth of infrarood, maar ook van een USB-kabelverbinding (Universal Serial Bus) voor PC
Suite of IP-passthrough.
Kabelverbinding
U kunt de communicator aansluiten op een compatibele pc met behulp van een DKU-2 (USB)-kabel. Sluit de kabel aan op de
onderzijde van de communicator.
Zie Fig. Toetsen en aansluitingen, p. 11.
U kunt de kabel ook aansluiten via de bureaulader van de communicator.
U moet eerst het DKU-2-stuurprogramma op uw pc installeren om een kabelverbinding te kunnen gebruiken. Zie de cd-rom in
het verkooppakket of ga naar www.nokia.com voor meer informatie.
IP-passthrough
U kunt ook een kabel gebruiken voor IP-passthrough, waarbij de communicator gebruikmaakt van de internetverbinding van
een computer. U kunt IP-passthrough gebruiken net zoals een internettoegangspunt, bijvoorbeeld om te surfen of voor
synchronisatie op afstand.
U kunt IP-passthrough niet gelijktijdig met Nokia PC Suite gebruiken. Instellingen voor een kabelverbinding kunt u opgeven in
Config.scherm. Zie 'Configuratie kabel', p. 70.
U kunt de modem niet activeren als u IP-passthrough selecteert bij de instellingen voor een kabelverbinding. Gebruik PC Suite-
verbinding of IP-pass. prioriteit boven PC-Suite zonder actieve IP-passthrough-verbinding.
Bluetooth
Dit apparaat voldoet aan Bluetooth-specificatie 1.1, die de volgende profielen ondersteunt: Generic Access Profile, Serial Port
Profile, Dial-Up Networking Profile, Generic Object Exchange Profile, Object Push profile, File Transfer Profile, SIM Access Profile
en Handsfree Profile. Gebruik door Nokia goedgekeurde toebehoren voor dit model als u verzekerd wilt zijn van compatibiliteit
met andere apparatuur die Bluetooth-technologie ondersteunt. Informeer bij de fabrikanten van andere apparatuur naar de
compatibiliteit met dit apparaat.
Op sommige plaatsen gelden beperkingen voor het gebruik van Bluetooth-technologie. Raadpleeg de lokale autoriteiten of
serviceprovider voor meer informatie.
Als functies gebruikmaken van Bluetooth-technologie of als dergelijke functies op de achtergrond worden uitgevoerd terwijl u
andere functies gebruikt, vergt dit extra batterijcapaciteit en neemt de levensduur van de batterij af.
Bluetooth-technologie maakt kostenloze draadloze verbindingen mogelijk tussen elektronische apparaten die zich minder dan
10 meter van elkaar bevinden. Een Bluetooth-verbinding kan worden gebruikt voor het verzenden van afbeeldingen, video's,
tekst, visitekaartjes, agendanotities of voor een draadloze verbinding met andere Bluetooth-apparaten, zoals computers.
Aangezien Bluetooth-apparaten communiceren via radiogolven, hoeft er tussen de apparaten geen visuele verbinding te
bestaan. Wel mogen de beide apparaten niet meer dan 10 meter van elkaar zijn verwijderd. Bovendien kan de verbinding hinder
ondervinden van storing door obstakels als muren of andere elektronische apparaten.
Wanneer u Bluetooth voor de eerste keer activeert, wordt u gevraagd de communicator een naam te geven.
Bluetooth-instellingen
Als u de Bluetooth-instellingen wilt wijzigen, selecteert u Bureaublad > Extra > Config.scherm en Verbindingen > Bluetooth.
Open het tabblad Instellingen.
Definieer de volgende instellingen:
• Bluetooth actief — Selecteer Ja om Bluetooth in te schakelen. Als u Nee selecteert, worden alle actieve Bluetooth-verbindingen
beëindigd en kan Bluetooth niet worden gebruikt voor het verzenden of ontvangen van gegevens.
• Waarneembaarheid van mijn telefoon — Selecteer Waarneembaar als het apparaat moet worden waargenomen door andere
Bluetooth-apparaten. Als u Verborgen selecteert, wordt de communicator niet door andere apparaten gedetecteerd.
• Mijn Bluetooth-naam — Geef een naam op voor de communicator. De naam kan uit maximaal 247 tekens bestaan.
• Externe SIM-toegang — Selecteer Ingeschakeld om communicatie toe te staan tussen een compatibele carkit en uw Nokia
9300.
Zie 'SIM-toegangsprofiel', p. 68.
Als u Bluetooth hebt ingeschakeld en de zichtbaarheid hebt ingesteld op Waarneembaar, is de communicator en de
bijbehorende naam zichtbaar voor gebruikers van andere Bluetooth-apparaten.
Tip: U schakelt Bluetooth in of uit door op Chr+ te drukken.
Als Bluetooth werd uitgeschakeld doordat het profiel Off line werd geactiveerd, moet u Bluetooth handmatig weer inschakelen.
Copyright © 2004-2005 Nokia. All Rights Reserved. 89










