Operation Manual
Definieer de volgende instellingen op het tabblad Verbinding:
• Verbindingstype — Selecteer de methode om verbinding te maken met de printer.
• Printer — Selecteer de juiste printer. Als u kiest voor de Hewlett-Packard, selecteert u hier het printerstuurprogramma en de
printer in Bureaublad > Extra > Config.scherm > Extra's.
Definieer de volgende instellingen op het tabblad Document:
• Aantal exemplaren — Geef aan hoeveel exemplaren u wilt afdrukken.
Pagina-instellingen definiëren
Als u de paginagrootte en afdrukrichting wilt wijzigen, drukt u op Menu en selecteert u Bestand > Afdrukken > Pagina-
instelling.... Selecteer het tabblad Indeling.
Als u de paginagrootte wilt wijzigen, gaat u naar Paginaformaat en selecteert u een nieuwe grootte. Het is overigens mogelijk
dat uw printer niet geschikt is voor alle verschillende opties. De getallen in de velden Breedte en Hoogte veranderen al naar
gelang de paginagrootte die u selecteert.
Als u een aangepaste paginagrootte wilt definiëren, typt u de gewenste getallen in de velden Breedte en Hoogte.
Als u de afdrukrichting van de afgedrukte pagina wilt wijzigen, gaat u naar Afdrukstand. Voor Staand is de waarde voor de
hoogte groter dan voor de breedte. Voor Liggend is de waarde voor de breedte groter dan voor de hoogte.
Als u de kantlijnen van een pagina wilt definiëren, drukt u op Menu en selecteert u Bestand > Afdrukken > Pagina-instelling....
Selecteer het tabblad Marges, ga naar elk kantlijnveld en typ een getal.
Als u de nieuwe kantlijnen wilt bekijken, sluit u het dialoogvenster Pagina-instellingen, drukt u op Menu en selecteert u
Bestand > Afdrukken > Afdrukvoorbeeld. Het is mogelijk dat uw printer niet geschikt is voor het afdrukken van documenten
met zeer smalle kantlijnen.
Als u een koptekst voor een pagina wilt definiëren, drukt u op Menu en selecteert u Bestand > Afdrukken > Pagina-
instelling.... Open het tabblad Koptekst en voer de tekst voor de koptekst in. Druk op Invoegen als u een bestandsnaam, object,
paginanummers, tijd of datum in de koptekst wilt gebruiken.
Als u het uiterlijk van de tekst wilt wijzigen, drukt u op Opmaak.
Als u de koptekst dichter naar of verder van de bovenzijde van de pagina wilt verplaatsen, gaat u naar Afstand vanaf bovenkant
pagina en typt u een getal. Het is mogelijk dat uw printer niet geschikt is voor het afdrukken van documenten met zeer smalle
kantlijnen.
Als u een voettekst voor een pagina wilt definiëren, drukt u op Menu en selecteert u Bestand > Afdrukken > Pagina-
instelling.... Open het tabblad Voettekst en voer de tekst voor de voettekst in. Druk op Invoegen als u een bestandsnaam, object,
paginanummers, tijd of datum in de voettekst wilt gebruiken.
Als u het uiterlijk van de tekst wilt wijzigen, drukt u op Opmaak.
Als u de voettekst dichter naar of verder van de onderzijde van de pagina wilt verplaatsen, gaat u naar Afstand vanaf
ondermarge en typt u een getal.
Als u het nummer voor de eerste pagina wilt selecteren, gaat u naar Beginnen met nummeren bij en voert u het nummer in. In
de meeste gevallen begint u met 1 of 0.
Als u de kop- of voettekst wilt uitsluiten van de eerste pagina, gaat u naar Koptekst op eerste pagina of Voettekst op eerste
pagina, drukt u op Wijzigen en selecteert u Nee.
Problemen met afdrukken
De communicator geeft een melding weer als deze niet met een compatibele printer kan worden verbonden.
Hieronder volgen enkele uitgangspunten bij het oplossen van problemen:
• Printer - controleer of de printer is ingeschakeld en on line is, druk een testpagina af, probeer af te drukken terwijl de
communicator rechtstreeks met de printer is verbonden, controleer of de printer wel werkt met andere draadloze apparaten
en controleer of de printer door de communicator wordt ondersteund.
• Infrarood - controleer of infrarood is ingeschakeld, of de infraroodpoorten van de communicator en de printer op elkaar zijn
gericht en of er op beide poorten geen heldere lampjes branden.
• Bluetooth - controleer of Bluetooth is ingeschakeld en of de communicator andere Bluetooth-apparaten dan de printer kan
vinden, en controleer of de communicator en de printer niet te ver van elkaar verwijderd zijn.
Instellingen voor mobiel afdrukken beheren
Als u de printerinstellingen wilt beheren als u afdrukt met een compatibele Hewlett-Packard-printer, gaat u naar Bureaublad >
Extra > Config.scherm > Extra's > HP-printerselectie. Definieer de volgende instellingen:
• Printermodel — Selecteer de printer die u wilt gebruiken.
C o n n e c t i v i t e i t
Copyright © 2004-2005 Nokia. All Rights Reserved. 92










