Nokia carkit CK-100 Gebruikers- en installatiehandleiding 9209908 Uitgave 2
CONFORMITEITSVERKLARING Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product HF-22 in overeenstemming is met de essentiële vereisten en andere relevante bepalingen van Europese richtlijn 1999/5/EG. Het product voldoet aan de limieten zoals gedefinieerd in Richtlijn 2004/104/EG (amendement op Richtlijn 72/245/EEC), bijlage I, alinea 6.5, 6.6, 6.8 en 6.9. Een exemplaar van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/ phones/declaration_of_conformity/.
Inhoudsopgave Voor uw veiligheid................... 4 1. Inleiding................................ 5 Draadloze Bluetooth-technologie .... 5 2. Aan de slag........................... 6 Onderdelen .............................................. 6 Invoerapparaat ....................................... 7 De carkit in- of uitschakelen.............. 7 Inschakelen .......................................... 7 Uitschakelen ........................................
Voor uw veiligheid Voor uw veiligheid Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikers- en installatiehandleiding voor meer informatie. SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoon verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. VERKEERSVEILIGHEID HEEFT VOORRANG Houdt u aan de lokale wetgeving.
Inleiding 1. Inleiding Met de Nokia carkit CK-100 kunt u eenvoudig handsfree bellen en muziek op uw compatibele apparaat beluisteren. U kunt de carkit bedienen met behulp van het meegeleverde invoerapparaat. De carkit biedt ook gesproken instructies voor het gebruik ervan. De carkit kan via draadloze Bluetooth-technologie worden aangesloten op een compatibele mobiele telefoon of compatibel muziekapparaat.
Aan de slag 2. Aan de slag ■ Onderdelen De carkit bevat de volgende onderdelen: 2 3 1 8 6 4 7 5 1. Handsfree eenheid HF-22 2. Stroomkabel PCU-4 of CA-153P (niet altijd meegeleverd) 3. ISO-kabel CA-135 of CA-152 (niet altijd meegeleverd) 4. Luidspreker SP-3 (niet altijd meegeleverd) 5. Invoerapparaat CU-11 met NaviTM-wiel 6. Oplaadkabel CA-134 met Nokia 2,0 mm stekker 7. Microfoon MP-2 8.
Aan de slag ■ Invoerapparaat U kunt de carkit bedienen met behulp van het invoerapparaat. Het apparaat is voorzien van een Navi-wiel dat u kunt draaien of indrukken. Draai aan het wiel om het volume aan te passen wanneer u de mobiele telefoon of het muziekapparaat gebruikt dat u op de carkit hebt aangesloten. Druk op het wiel voor andere taken, bijvoorbeeld het afhandelen van gesprekken.
Aan de slag Als de contactsensordraad niet is aangesloten en u niet aan het bellen bent met de telefoon die op de carkit is aangesloten, gaat u op een van de volgende manieren te werk: • Koppel de telefoon en het muziekapparaat (indien aanwezig) los van de carkit. Zie ’De carkit loskoppelen’, op pagina 11. De carkit wordt na 2 minuten automatisch uitgeschakeld. • Draai het Navi-wiel naar links tot de carkit een korte pieptoon laat horen en het blauwe indicatorlampje begint te knipperen.
Aan de slag Carkit koppelen en een verbinding maken Als uw telefoon de Bluetooth-profielen HFP en A2DP ondersteunt en een muziekspelerfunctie heeft, kunt u de carkit gebruiken voor het afhandelen van gesprekken en het afspelen van muziek. Als uw telefoon het A2DP Bluetooth-profiel niet ondersteunt, kunt u de carkit koppelen aan een apparaat dat dit profiel wel ondersteunt. 1. Schakel de carkit en de mobiele telefoon of het muziekapparaat in.
Aan de slag De carkit automatisch aansluiten Mogelijk kunt u de mobiele telefoon of het muziekapparaat zo instellen dat de carkit er automatisch verbinding mee maakt. Als u deze functie in een Nokia-apparaat wilt activeren, wijzigt u de instellingen voor gekoppelde apparaten in het Bluetooth-menu. De carkit handmatig met een telefoon verbinden Wanneer u de carkit inschakelt, probeert deze verbinding te maken met de mobiele telefoon die het laatst is gebruikt.
Aan de slag De carkit loskoppelen Als u de carkit wilt loskoppelen van het apparaat, sluit u de verbinding in het Bluetooth-menu van uw apparaat of schakelt u de carkit uit. U hoeft de afstemming met de carkit niet te verwijderen om deze los te koppelen. De lijst met afgestemde apparaten wissen De carkit slaat de afstemmingsgegevens op van de laatste acht Bluetooth-apparaten waarop hij is afgestemd.
Gebruik 3. Gebruik ■ Opbellen U kunt bellen door de mobiele telefoon te gebruiken zoals u dat gewend bent, nadat er een verbinding tot stand is gebracht met de carkit. (Druk op het Navi-wiel om de oproep te annuleren.) Spreek in de richting van de microfoon van de carkit. Voor optimale prestaties controleert u of er geen objecten voor de microfoon zijn geplaatst en of de microfoon zich voor u bevindt. Tijdens het gesprek brandt het groene indicatorlampje.
Gebruik ■ Een gesprek beëindigen Druk op het Navi-wiel om het gesprek te beëindigen. ■ Twee gesprekken tegelijk afhandelen Als u van deze functies wilt kunnen gebruikmaken, moet uw telefoon het HFP Bluetooth-profiel 1.5 ondersteunen. Druk op het Navi-wiel om het huidige gesprek te beëindigen en een gesprek in de wacht te activeren. Druk op het Navi-wiel om het huidige gesprek te beëindigen en een wisselgesprek te beantwoorden.
Gebruik ■ Radio dempen Als de carkit is aangesloten op de autoradio en radio dempen is ingeschakeld, wordt de autoradio gedempt wanneer u belt of een gesprek beantwoordt. Raadpleeg de monteur die de carkit heeft gemonteerd als u niet weet of radio dempen al dan niet is ingeschakeld. ■ Gesproken instructies De carkit kan in sommige talen gesproken instructies geven. Ga als volgt te werk om de taal van de gesproken instructies te veranderen: 1.
Problemen oplossen 4. Problemen oplossen ■ Problemen met de verbinding Ik kan de carkit niet via een Bluetooth-verbinding op mijn apparaat aansluiten. • Zorg ervoor dat de carkit is ingeschakeld en is afgestemd op het mobiele apparaat. • Controleer of de Bluetooth-functie op het apparaat is geactiveerd. De carkit brengt geen Bluetooth-verbinding met mijn afgestemde apparaat tot stand als ik de motor start of de carkit inschakel. • Controleer of de Bluetooth-functie op het apparaat is geactiveerd.
Problemen oplossen De geluidskwaliteit is niet goed of ik hoor geen geluid. • Als de carkit op de autoradio is aangesloten, controleer dan of het volume van de autoradio goed is ingesteld. • Als de carkit op de meegeleverde luidspreker is aangesloten, controleer dan of het volume van de carkit goed is ingesteld. De carkit speelt geen geluid in stereo af. • Controleer of de autoradio is ingesteld om geluid te ontvangen via de stereo-ingang.
Problemen oplossen De autoradio wordt niet uitgeschakeld als ik een oproep beantwoord. Vraag de monteur die de carkit heeft gemonteerd om ervoor te zorgen dat de dempingskabel goed is aangesloten. ■ Andere problemen De carkit wordt niet ingeschakeld wanneer ik de motor start. Vraag de monteur die de carkit heeft gemonteerd om ervoor te zorgen dat de contactsensordraad goed is aangesloten. De batterij van mijn mobiele telefoon wordt niet opgeladen wanneer het apparaat op de carkit is aangesloten.
Installatie 5. Installatie ■ Veiligheidsinformatie Neem de volgende veiligheidsrichtlijnen in acht bij het monteren van de carkit: • De carkit mag alleen worden gemonteerd door een bevoegd technicus of monteur en er mag alleen gebruik worden gemaakt van de meegeleverde, goedgekeurde originele Nokia-onderdelen. Ondeskundige installatie of reparatie kan gevaar opleveren en de garantie die eventueel van toepassing is, doen vervallen.
Installatie van het voertuig (bijvoorbeeld airbags), en dat de onderdelen uw gezichtsveld tijdens het autorijden niet belemmeren. Zorg ervoor dat de carkit en de onderdelen zo worden gemonteerd dat u er niet mee in contact komt in het geval van een botsing of aanrijding. Let er bij het monteren van een autotelefoonhouder op dat het scherm van de telefoon duidelijk zichtbaar is voor de gebruiker.
Installatie Ga naar www.nokia.com/support of de lokale Nokia-website voor actuele en gedetailleerde installatie-instructies. De ISO-kabel CA-135 of CA-152 gebruiken Als u de carkit met de ISO-kabel CA-135 of CA-152 aansluit op het autoradiosysteem, kunt u instellen of de versterker van de carkit wordt gebruikt voor oproepen en de versterker van de autoradio voor muziek, of dat de versterker van de carkit voor beide wordt gebruikt.
Installatie 1. Ga als volgt te werk om de ISO-kabel aan te sluiten op de autoradio: • Koppel de juiste kabels los van de autoradio en steek in plaats daarvan de stekker van de ISO-kabel erin. Sluit de andere uiteinden van de kabel aan op de luidsprekers van de autoradio. • Sluit een van de draden met de naam Mute 1, Mute 2 of Mute 3 van de autoradio aan op de ISO-kabel. Laat de overige bedrading voor dempen ongemoeid.
Installatie Selecteer de AUX-ingang van de autoradio als geluidsbron om de muziek en instructies te kunnen horen. Als de autoradio geen AUXingang heeft, kunnen de muziek en instructies die op deze apparaten worden afgespeeld, niet via de radio worden beluisterd. CA-135/CA-152 1. Ga als volgt te werk om de ISO-kabel aan te sluiten op de autoradio: • Koppel de juiste kabels los van de autoradio en steek in plaats daarvan de stekker van de ISO-kabel erin.
Installatie • Controleer de stroompin voor +12 V en de contactpin van de autoradio en de desbetreffende pinnen van de ISO-kabel. Wissel de pinnen op de zekeringen van de ISO-kabel zo nodig om. Sluit de ISO-kabel aan op de twee open ISO-connectors. 2. Sluit de ISO-kabel aan op de desbetreffende connector op de handsfree eenheid. 3. Sluit de stereo-uitgangen van de handsfree eenheid aan op de AUXingang van de autoradio.
Installatie worden afgespeeld, niet via de radio worden beluisterd. Installeer de carkit in dat geval met de ISO-kabel CA-135 of CA-152. PCU-4/CA-153P SP-3 1. Sluit de desbetreffende draden van de stroomkabel PCU-4 of CA-153P aan op de accu en contactsensor van de auto (indien aanwezig). Sluit de dempingskabel voor de radio (indien aanwezig) aan op de autoradio. 2. Sluit de stroomkabel aan op de desbetreffende connector op de handsfree eenheid. 3.
Installatie ■ De carkit in een voertuig monteren In dit gedeelte wordt beschreven hoe de onderdelen van de carkit in een voertuig moeten worden gemonteerd. De onderdelen worden beschreven in ’Onderdelen’, op pagina 6. Let er bij de montage van de onderdelen van de carkit op dat geen enkel onderdeel een belemmering vormt voor het stuur- of remsysteem of andere systemen die worden gebruikt voor de werking van het voertuig (bijvoorbeeld airbags).
Installatie Handsfree eenheid HF-22 De handsfree eenheid heeft de volgende connectors: 1 2 5 6 3 4 7 8 1. Connector voor invoerapparaat CU-11 2. Connector voor oplaadkabel CA-134 (voor het opladen van een mobiele telefoon van Nokia) 3. Connector voor microfoon MP-2 4. Mini-USB-connector 5. Stereo-uitgangen (standaard RCA-connectors) voor aansluiting op een autoradio met de juiste line-in poorten.
Installatie Monteer de handsfree eenheid niet in een metalen behuizing of op een metalen oppervlak, aangezien dit negatieve gevolgen heeft voor de Bluetooth-verbinding tussen de handsfree eenheid en het Bluetoothapparaat dat op de carkit is aangesloten. Voor een optimale verbinding moet de handsfree eenheid ten minste 4 mm zijn verwijderd van een metalen oppervlak. Installeer de handsfree eenheid in de auto met geschikte montagematerialen (niet meegeleverd).
Installatie Microfoon MP-2 U kunt de kwaliteit van spraaktransmissie verhogen door zorgvuldig een plaats te kiezen voor montage van de microfoon. De microfoon kan het beste bij de achteruitkijkspiegel worden gemonteerd. Monteer de microfoon in de richting van de mond van de bestuurder en op ten minste 1 meter afstand van de luidspreker van de carkit zodat u geen echo hoort. Zorg dat de kabel van de microfoon bij de handsfree eenheid kan komen zodat de kabel aangesloten kan worden.
Installatie ISO-kabels CA-135 en CA-152 Als de ISO-kabel CA-135 of CA-152 is meegeleverd met de carkit, kunt u deze gebruiken om de carkit eenvoudig aan te sluiten op een autoradio met ISO-connectors. Zie ’Integratie met een autoradiosysteem’, op pagina 19. ■ Optionele accessoires U kunt de functies van de carkit uitbreiden met optionele accessoires. Informeer bij uw dealer of onderhoudsmonteur naar geschikte accessoires voor de carkit. Gebruik alleen goedgekeurde en compatibele accessoires.
Installatie Externe antenne De externe antenne zorgt voor betere ontvangst van de mobiele telefoon in de auto. Raadpleeg uw dealer voor meer informatie. Opmerking: Teneinde te voldoen aan de richtlijnen voor blootstelling aan RF-signalen, dient u de externe antenne zo te installeren dat u minimaal 20 cm afstand bewaart tussen de externe antenne en individuen, waarbij de opbrengst van de externe antenne niet hoger mag zijn dan 3 dBi.
Behandeling en onderhoud Behandeling en onderhoud Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en moet met zorg worden behandeld. De volgende tips kunnen u helpen om de garantie te behouden. • Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht kunnen mineralen bevatten die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken. Als het apparaat nat wordt, moet u het apparaat helemaal laten opdrogen.
Aanvullende veiligheidsinformatie Aanvullende veiligheidsinformatie ■ Voertuigen RF-signalen kunnen van invloed zijn op elektronische systemen in gemotoriseerde voertuigen die verkeerd geïnstalleerd of onvoldoende afgeschermd zijn (bijvoorbeeld elektronische systemen voor brandstofinjectie, elektronische antislip- of antiblokkeer-remsystemen, systemen voor elektronische snelheidsregeling of airbagsystemen).