Operation Manual

Netwerkmodus (alleen weergegeven indien ondersteund door netwerkoperator) — Selecteer het netwerktype. U kunt GSM
of UMTS selecteren om het respectievelijke netwerk te gebruiken, of u kunt Dual mode selecteren om automatisch tussen
beide netwerken te schakelen. Deze instelling kan vooraf voor uw apparaat zijn gedefinieerd en kan mogelijk niet worden
gewijzigd. Als u het apparaat instelt op gebruik van uitsluitend het GSM-netwerk of uitsluitend het UMTS-netwerk en het
geselecteerde netwerk is niet beschikbaar, kunt u niet bellen, ook niet naar alarmnummers, en kunt u geen andere functies
gebruiken waarvoor een netwerkverbinding nodig is.
Operatorselectie — Selecteer Handmatig om een van de beschikbare netwerken te kiezen of selecteer Automatisch om het
netwerk automatisch te kiezen.
Weergave info dienst — Selecteer Aan om in te stellen dat gemeld moet worden wanneer u het apparaat gebruikt in een
netwerk dat gebaseerd is op Micro Cellular Network-technologie (MCN).
Toebehoreninstellingen
Selecteer Menu > Instrum. > Instell. > Toebehoren.
Waarschuwing: Wanneer u de hoofdtelefoon gebruikt, kan uw vermogen om geluiden van buitenaf te horen negatief
worden beïnvloed. Gebruik de hoofdtelefoon niet wanneer dit uw veiligheid in gevaar kan brengen.
Voor de meeste toebehoren kunt u een keuze maken uit de volgende instellingen:
Standaardprofiel — Het profiel selecteren dat geactiveerd wordt wanneer u een toebehoren op het apparaat aansluit.
Autom. antwoorden — De telefoon automatisch laten beantwoorden wanneer een toebehoren in gebruik is. Selecteer Aan
om in te stellen dat een inkomende oproep automatisch moet worden beantwoord na 5 seconden. Als het beltoontype is
ingesteld op Eén piep of Stil in het menu Profielen, is automatisch antwoorden uitgeschakeld.
Verlichting — Selecteer Aan om het apparaat te verlichten wanneer het is aangesloten op een toebehoren.
Instellingen Teksttelefoon
Als u een teksttelefoon (TTY) gebruikt, moet u verbinding maken met het apparaat voordat u de instellingen kunt wijzigen en
de teksttelefoon kunt gebruiken. Maak een keuze uit de volgende instellingen:
Standaardprofiel — Selecteer het profiel dat wordt geactiveerd wanneer u een teksttelefoon (TTY, teletypewriter) op het
apparaat aansluit.
Teksttel. gebruiken — Selecteer Ja om de teksttelefoon te gaan gebruiken.
I n s t e l l .
Copyright © 2006 Nokia. All Rights Reserved. 77