Operation Manual

Config. toestaan — Selecteer Ja om de server toe te staan om een configuratiesessie te initiëren.
Autom. accepteren — Selecteer Ja als u niet wilt dat de server om bevestiging vraagt wanneer deze een configuratiesessie
initieert.
Gegevenssynchronisatie
Menu > Connectiviteit > Synchr..
U kunt Synchr. gebruiken om uw contacten, agenda-items of notities te synchroniseren met de betreffende toepassingen op
een compatibele computer of externe internetserver. Uw synchronisatie-instellingen worden opgeslagen in een
synchronisatieprofiel. De toepassing maakt gebruik van SyncML-technologie voor synchronisatie op afstand. Als u meer
informatie wilt over SyncML-compatibiliteit, neemt u contact op met de leverancier van de toepassingen waarmee u uw apparaat
wilt synchroniseren.
De beschikbare toepassingen die u kunt synchroniseren, kunnen verschillen. Neem contact op met uw serviceprovider voor
meer informatie.
Tip: U kunt de synchronisatie-instellingen ontvangen als een bericht van uw serviceprovider.
Een synchronisatieprofiel maken
Als u een profiel wilt maken, selecteert u Opties > Nw sync.profiel en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Naam synchr.profiel — Een naam voor het profiel invoeren.
Toepassingen — De toepassingen selecteren die u met het profiel wilt synchroniseren.
Verbindingsinstellingen — De benodigde verbindingsinstellingen opgeven. Voor informatie neemt u contact op met uw
serviceprovider.
Als u een bestaand profiel wilt bewerken, selecteert u Opties > Synchr. prof. bijw..
Synchronisatieprofielen
Ga naar de hoofdweergave van Synchr., selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties:
Synchroniseren — De gegevens in het geselecteerde profiel synchroniseren met een externe database.
Nw sync.profiel — Een synchronisatieprofiel maken. U kunt desgewenst meerdere synchronisatieprofielen voor dezelfde
toepassing maken om uw apparaat met verschillende gegevensdragers of externe databases te kunnen synchroniseren.
Logboek bekijken — De items weergeven die in de laatste synchronisatiesessie zijn toegevoegd, bijgewerkt of verwijderd.
Verwijderen — Het geselecteerde profiel verwijderen.
Verbindingsinstellingen voor synchronisatie
Als u verbindingsinstellingen voor een nieuw profiel wilt definiëren, selecteert u Nw sync.profiel > Verbindingsinstellingen en
maakt u een keuze uit de volgende opties:
Serverversie — Selecteer de versie van SyncML die u kunt gebruiken voor uw server.
Server-ID — Voer de server-ID van uw server in. Deze instelling is alleen beschikbaar als u SyncML versie 1.2 selecteert.
Gegevensdrager — Selecteer de gegevensdrager die u wilt verbinden met de externe database voor synchronisatie.
Toegangspunt — Selecteer het toegangspunt dat u wilt gebruiken voor de synchronisatieverbinding of maak een nieuw
toegangspunt. U kunt ook aangeven dat u wordt gevraagd welk toegangspunt u wilt gebruiken telkens wanneer u
synchronisatie start.
Hostadres — Voer het webadres in van de server die de database bevat waarmee u het apparaat wilt synchroniseren.
Poort — Voer het poortnummer van de externe databaseserver in.
Gebruikersnaam — Voer de naam in waarmee uw apparaat door de server wordt herkend.
Wachtwoord — Voer het wachtwoord in waarmee uw apparaat door de server wordt herkend.
Sync.verz. toestaan — Selecteer Ja om toe te staan dat synchronisatie wordt gestart vanaf de externe databaseserver.
Sync.verz. accept. — Selecteer Nee als u wilt dat uw apparaat om bevestiging vraagt voordat synchronisatie vanaf de server
wordt geaccepteerd.
Netwerkverificatie — Selecteer Ja om uw apparaat te verifiëren voor toegang tot het netwerk voordat synchronisatie
plaatsvindt. Voer uw gebruikersnaam en wachtwoord voor het netwerk in.
Synchronisatie-instellingen definiëren voor Contacten
Als u synchronisatie-instellingen wilt definiëren voor de toepassing Contacten, gaat u naar het gewenste profiel, en selecteert
u Opties > Synchr. prof. bijw. > Toepassingen > Contacten > Bewerken en maakt u een keuze uit de volgende opties:
Tijdens synchronisatie — Aangeven of uw contactenbestand wordt gesynchroniseerd met dit synchronisatieprofiel.
Externe database — Voer het pad in naar de database waarmee u uw contactenbestand wilt synchroniseren.
Lokale database — Het bestand selecteren dat u wilt synchroniseren met dit synchronisatieprofiel als uw apparaat meer dan
één contactenbestand heeft.
A p p a r a a t b e h e e r
Copyright © 2006 Nokia. All Rights Reserved. 92