Operation Manual

Aanvullende veiligheidsinformatie
44
Aanvullende veiligheidsinformatie
Medische apparatuur
Het gebruik van radiozendapparatuur, dus ook van draadloze apparaten, kan het
functioneren van onvoldoende beschermde medische apparatuur nadelig
beïnvloeden. Raadpleeg een arts of de fabrikant van het medische apparaat om
vast te stellen of het apparaat voldoende is beschermd tegen externe RF-energie
of als u vragen hebt. Ziekenhuizen en andere instellingen voor gezondheidszorg
kunnen gebruikmaken van apparatuur die gevoelig is voor externe RF-energie.
Geïmplanteerde medische apparatuur
Om mogelijke storing van geïmplanteerde medisch apparatuur zoals een
pacemaker of een geïmplanteerde defibrillator te voorkomen, raden fabrikanten
van medische apparatuur aan om draadloze apparaten altijd op minimaal
15,3 centimeter afstand te houden. Personen met dergelijke apparaten moeten
met het volgende rekening houden:
Houd het draadloze apparaat altijd op meer dan 15,3 centimeter afstand van
het medische apparaat wanneer het draadloze apparaat is ingeschakeld.
Schakel het draadloze apparaat onmiddellijk uit als er enige reden is om te
vermoeden dat er een storing plaatsvindt.
Lees en volg de instructies van de fabrikant van het geïmplanteerde medische
apparaat.
Als u vragen hebt over het gebruik van het draadloze apparaat wanneer u een
geïmplanteerd medisch apparaat hebt, neemt u contact op met uw zorginstelling.