CONFORMITEITSVERKLARING Hierbij verklaart NOKIA CORPORATION dat het product RM-235 in overeenstemming is met de essentiële eisen en andere relevante bepalingen van richtlijn 1999/5/EG. Een kopie van de conformiteitsverklaring kunt u vinden op de volgende website: http://www.nokia.com/phones/declaration_of_conformity/. © 2008 Nokia. Alle rechten voorbehouden.
DE INHOUD VAN DIT DOCUMENT WORDT ZONDER ENIGE VORM VAN GARANTIE VERSTREKT. TENZIJ VEREIST KRACHTENS HET TOEPASSELIJKE RECHT, WORDT GEEN ENKELE GARANTIE GEGEVEN BETREFFENDE DE NAUWKEURIGHEID, BETROUWBAARHEID OF INHOUD VAN DIT DOCUMENT, HETZIJ UITDRUKKELIJK HETZIJ IMPLICIET, DAARONDER MEDE BEGREPEN MAAR NIET BEPERKT TOT IMPLICIETE GARANTIES BETREFFENDE DE VERKOOPBAARHEID EN DE GESCHIKTHEID VOOR EEN BEPAALD DOEL.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave Voor uw veiligheid ....................................10 Verbinding maken.....................................18 Inhoud overbrengen..................................................25 Inhoud synchroniseren, ophalen of verzenden...................................................................26 Schermsymbolen...........................................................27 Snelkoppelingen...........................................................28 Het toetsenblok vergrendelen..
Kaarten......................................................46 Informatie over Kaarten...............................................46 Schuiven over kaarten..................................................47 Kaarten downloaden....................................................49 Een plaats zoeken.........................................................50 Een route plannen.........................................................50 Extra diensten voor Kaarten........................................
Inhoudsopgave Na het opnemen van een video................................78 Camera-instellingen......................................................79 Instellingen van fotocamera aanpassen..................79 Standaardinstellingen—kleur en belichting aanpassen...................................................................80 Video-instellingen......................................................81 Galerij.........................................................93 Foto's.............................
Instellingen voor RealPlayer...................................124 Adobe Flash Player .....................................................124 Licenties.......................................................................125 Dictafoon .....................................................................126 Verbindingen...........................................114 Berichten, hoofdweergave.........................................127 Tekst invoeren..........................................................
Inhoudsopgave Instellingen voor ophalen van e-mail.................139 Automatisch ophalen instellen............................140 Instellingen voor webdienstberichten..................140 Instellingen voor infodiensten...............................140 Overige instellingen.................................................141 Beltonen toevoegen voor contacten.........................155 Contacten kopiëren.....................................................155 SIM-telefoonboek en andere SIM-diensten......
Instellingen..............................................172 Algemene instellingen...............................................172 Persoonlijke instellingen.........................................172 Instellingen voor toebehoren.................................173 Beveiligingsinstellingen..........................................174 Telefoon en SIM.....................................................174 Certificaatbeheer...................................................175 Beveiligingsmodule..........
Voor uw veiligheid Voor uw veiligheid Lees deze eenvoudige richtlijnen. Het niet opvolgen van de richtlijnen kan gevaarlijk of onwettig zijn. Lees de volledige gebruikershandleiding voor meer informatie. SCHAKEL HET APPARAAT ALLEEN IN ALS HET VEILIG IS Schakel het apparaat niet in als het gebruik van mobiele telefoons verboden is of als dit storing of gevaar zou kunnen opleveren. Houd u aan alle mogelijke beperkende maatregelen. Draadloze apparatuur kan storingen veroorzaken in vliegtuigen.
Gebruik alleen goedgekeurde toebehoren en batterijen. Sluit geen incompatibele producten aan. WATERBESTENDIGHEID Het apparaat is niet waterbestendig. Houd het apparaat droog. MAAK BACK-UPS Maak een back-up of een gedrukte kopie van alle belangrijke gegevens die in de telefoon zijn opgeslagen. AANSLUITEN OP ANDERE APPARATEN Wanneer u het apparaat op een ander apparaat aansluit, dient u eerst de handleiding van het desbetreffende apparaat te raadplegen voor uitgebreide veiligheidsinstructies.
Voor uw veiligheid software op uw apparaat om de beveiliging van de apparaten te vergroten. De afbeeldingen in deze handleiding kunnen verschillen van die op het display van uw apparaat. Waarschuwing: Als u andere functies van dit apparaat wilt gebruiken dan de alarmklok, moet het apparaat zijn ingeschakeld. Schakel het apparaat niet in wanneer het gebruik van draadloze apparatuur storingen of gevaar kan veroorzaken.
Toebehoren, batterijen en laders Schakel het apparaat altijd uit en ontkoppel de lader voordat u de batterij verwijdert. Controleer het modelnummer van de lader voordat u deze bij dit apparaat gebruikt. Dit apparaat is bedoeld voor gebruik met een AC-4-, AC-5- of DC-4-lader. Voor uw veiligheid vereisen netwerkondersteuning voor deze technologieën. De batterij die voor gebruik met dit apparaat is bedoeld, is BL-6F.
Aan de slag Aan de slag Toetsen en onderdelen (voorkant) 1 — Aan/uit-toets 2 — Nokia AV-connector (3,5 mm) voor compatibele headsets en hoofdtelefoons 3 — Oordopjes 4 — Selectietoetsen 5 — Beltoets 6 — Menutoets 7 — Numerieke toetsen 8 — Microfoon 9 — Navi™-wiel. Hierna de bladertoets genoemd.
5 — Hoofdcamera voor het maken van foto's en video's met hoge resolutie (maximaal 3,2 megapixels) 6 — Micro-USB-aansluiting voor de aansluiting op een compatibele computer 7 — Geheugenkaartsleuf voor een compatibele microSD-kaart Aan de slag Toetsen en onderdelen (achterkant) 8 — Aansluiting voor oplader 10 — Opening voor een polsband (U)SIM-kaart en batterij plaatsen Een USIM-kaart is een uitgebreide versie van de SIMkaart die wordt ondersteund door mobiele UMTStelefoons.
Aan de slag 2. Plaats de SIM-kaart in de kaarthouder. Zorg ervoor dat de schuine hoek op de kaart naar de sleuf is gericht en dat het contactgebied op de kaart naar beneden is gericht. 2. Als u wordt gevraagd om een PIN-code of blokkeringscode, toetst u deze in en drukt u op de linkerselectietoets. De fabrieksinstelling voor de blokkeringscode is 12345. 4.
Opmerking: de Bluetooth-, WLAN-, GPS- en FMzendantennes bevinden zich in de achterste cover van het apparaat. Als u de achterkant vervangt, moet u controleren of u een authentiek Nokiaonderdeel hebt dat is bedoeld voor gebruik met dit apparaat. Anders is het mogelijk dat deze verbindingen niet meer werken. Polsband 1. Verwijder de achterste cover. 2. Haal een band erdoor zoals is afgebeeld en maak deze vast. Aan de slag 3 — Mobiele antenne 3. Plaats de cover terug. De batterij opladen 1.
Verbinding maken Verbinding maken Uw apparaat ondersteunt de volgende verbindingsmethoden: ● 2G- en 3G-netwerken ● Bluetooth-connectiviteit: om bestanden over te brengen en verbinding te maken met compatibele uitbreidingen. Zie 'Bluetoothconnectiviteit', p. 117. ● Nokia AV-aansluiting (3,5 mm): om verbinding te maken met compatibele headsets, hoofdtelefoons of stereosets. ● USB-gegevenskabel: om verbinding te maken met compatibele apparaten zoals printers en pc's. Zie 'USB', p. 122.
Instructies op het apparaat Help Het apparaat bevat instructies die u helpen bij het gebruik. Selecteer Opties > Help als u vanuit een geopende toepassing de Help voor de huidige weergave wilt openen. Als u Help vanuit het hoofdmenu wilt openen, selecteert u Instrumenten > Hulpprogr. > Help en selecteert u de betreffende toepassing. Aan het einde van de Help-tekst vindt u koppelingen naar verwante onderwerpen. U kunt de grootte van de tekst wijzigen om de instructies leesbaarder te maken.
Help zoeken Raadpleeg voor onderhoud het dichtstbijzijnde Nokia Care-centrum op www.nokia.com/repair. Aanvullende toepassingen Dankzij tal van toepassingen van Nokia en andere softwareontwikkelaars kunt u optimaal gebruik maken van alle mogelijkheden van het apparaat. Deze toepassingen worden nader toegelicht in de handleidingen die beschikbaar zijn op de pagina's voor productondersteuning op www.nseries.com/ support of uw lokale Nokia-website.
● ● ● ● UPUK-code — Deze code (acht cijfers) is vereist voor het wijzigen van een geblokkeerde UPINcode. Neem contact op met de operator van uw USIM-kaart als deze code niet bij de USIM-kaart is geleverd. Levensduur van de batterij verlengen Help zoeken ● geblokkeerd. U hebt de PUK-code nodig om deze blokkering op te heffen. UPIN-code — Deze code wordt mogelijk geleverd bij de USIM-kaart. De USIM-kaart is een uitgebreide versie van de SIM-kaart die wordt ondersteund door mobiele UMTS-telefoons.
Help zoeken beschikbare netwerken op de achtergrond. Zie 'WLAN', p. 114. Wanneer Zoeken naar netwerken is ingesteld op Nooit, wordt het pictogram voor de beschikbaarheid van een WLAN niet weergegeven in de stand-by modus. U kunt echter nog steeds handmatig zoeken naar beschikbare WLAN's en hiermee normaal verbinding maken. ● Als u Packet-ggvnsverb. hebt ingesteld op Autom.
Veel functies van het apparaat gebruiken geheugen om gegevens op te slaan. U krijgt een melding als het apparaatgeheugen of het geheugen van de geheugenkaart (indien beschikbaar) bijna vol is. Als u wilt zien hoeveel geheugen door de verschillende gegevenstypen worden gebruikt, drukt u op en selecteert u Instrumenten > Best.beh.. Selecteer het gewenste geheugen en selecteer Opties > Details > Geheugen.
Het apparaat Het apparaat Modelnummer: Nokia N78-1. Hierna aangeduid als Nokia N78. Antennelocaties Uw apparaat heeft interne antennes. Opmerking: Uw apparaat kan zijn uitgerust met interne en externe antennes. Zoals voor alle radiozendapparatuur geldt, dient onnodig contact met de antenne te worden vermeden wanneer de antenne in gebruik is.
Als u de welkomsttoepassing later wilt openen, drukt u op en selecteert u Instrumenten > Hulpprogr. > Welkom. U kunt ook de afzonderlijke toepassingen openen via de betreffende menuopties. Nokia-overdracht Inhoud overbrengen Met de toepassing Overdracht kunt u inhoud, zoals telefoonnummers, adressen, agenda-items en afbeeldingen van uw vorige Nokia-telefoon naar uw nieuwe apparaat kopiëren met behulp van een Bluetooth-verbinding.
Het apparaat Wanneer de overdracht is gestart, kunt u deze annuleren en later verder gaan. De inhoud wordt overgedragen vanuit het geheugen van het andere apparaat naar de overeenkomstige locatie op uw apparaat. De tijd die nodig is voor de overdracht, is afhankelijk van de hoeveelheid gegevens.
Wanneer een item dat moet worden overgebracht op beide apparaten is bewerkt, probeert het apparaat de wijzigingen automatisch samen te voegen. Wanneer dit niet mogelijk is, is er sprake van een overdrachtsconflict. Selecteer 1 voor 1 controleren, Prioriteit deze telefoon of Priorit. andere telefoon om het conflict op te lossen. Selecteer Opties > Help voor verdere instructies. Schermsymbolen Het apparaat wordt gebruikt in een GSM-netwerk (netwerkdienst).
Het apparaat het apparaat geen gebruik van EGPRS tijdens de gegevensoverdracht. Er is een UMTS-packet-gegevensverbinding actief (netwerkdienst). geeft aan dat de verbinding in de wachtstand staat en dat een verbinding beschikbaar is. HSDPA (High-Speed Downlink Packet Access) wordt ondersteund en is actief (netwerkdienst). geeft aan dat de verbinding in de wachtstand staat en dat een verbinding beschikbaar is. Zie 'Snel downloaden', p. 34.
Als u uw voicemailbox wilt bellen (netwerkdienst) in de stand-by modus, houdt u 1 ingedrukt. Als u de lijst met laatst gebruikte nummers in de stand-by modus wilt openen, drukt u op de beltoets. Als u spraakberichten in de stand-by modus wilt gebruiken, houdt u de rechterselectietoets ingedrukt. Het toetsenblok vergrendelen Als u de toetsen wilt vergrendelen, drukt u op de linkerselectietoets en op *. Als u de toetsen wilt ontgrendelen, drukt u op de linkerselectietoets en op *.
Het apparaat raken. Vervolgens kunt u de snelheid beetje bij beetje verhogen. Slaapstandsymbool Wanneer het apparaat stand-by is, licht de rand in het Navi-wheel langzaam op. Het lampje verandert geregeld. Het lijkt wel alsof het apparaat 'ademt'. Het apparaat gaat sneller 'ademen' wanneer er gemiste oproepen of ontvangen berichten zijn. Als u het 'ademen' (breathing) wilt uitzetten, drukt u op en selecteert u Instrumenten > Instell. > Algemeen > Navigatiewieltje.
3. Druk de bladertoets omhoog of omlaag wanneer u in een tegel omhoog of omlaag wilt schuiven. U kunt items selecteren met de bladertoets. Selecteer Opties > Tegels ordenen als u de volgorde van de tegels wilt wijzigen. Druk op de multimediatoets als u vanuit een geopende toepassing naar het multimediamenu wilt terugkeren. Mobiel zoeken Druk op en selecteer Zoekopdracht.
Het apparaat Ga naar www.n-gage.com voor meer informatie. Headset U kunt een compatibele headset of hoofdtelefoon bij uw apparaat gebruiken. Mogelijk moet u de kabelmodus selecteren. Waarschuwing: Wanneer u de hoofdtelefoon gebruikt, kan uw vermogen om geluiden van buitenaf te horen negatief worden beïnvloed. Gebruik de hoofdtelefoon niet wanneer dit uw veiligheid in gevaar kan brengen. 32 Sommige headsets worden geleverd in twee delen, een externe afstandsbediening en een hoofdtelefoon.
Waarschuwing: Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn. Druk op Luidspreker als u de luidspreker tijdens een gesprek wilt gebruiken. Druk op Telefoon als u de luidspreker wilt uitschakelen. Het profiel Offline Druk kort op de aan/uit-toets en selecteer Offline als u het profiel Offline wilt activeren. U kunt ook op drukken en Instrumenten > Profielen > Offline selecteren.
Het apparaat Snel downloaden High-speed downlink packet access (HSDPA, ook wel 3.5G genoemd, aangegeven met ) is een netwerkdienst in UMTS-netwerken en biedt een hoge snelheid voor gegevensdownloads. Wanneer HSDPA-ondersteuning in het apparaat is ingeschakeld en het apparaat is verbonden met een UMTS-netwerk dat HSDPA ondersteunt, kunt u veel sneller gegevens downloaden via het mobiele netwerk, zoals berichten, e-mail en webpagina's. Een actieve HSDPA-verbinding wordt aangegeven met .
U kunt het apparaat personaliseren door de standby modus, het hoofdmenu, tonen, thema's of het lettertype te wijzigen. De meeste persoonlijke opties, zoals het wijzigen van het lettertype, zijn bereikbaar via de apparaatinstellingen. Zie 'Persoonlijke instellingen', p. 172. Thema's Druk op en selecteer Instrumenten > Instell. > Algemeen > Persoonlijk > Thema's.
Het apparaat personaliseren Als u in de spaarstand een animatie of diavoorstelling wilt weergeven, selecteert u Spaarstand > Animatie of Diavoorstelling. Als u de achtergrond van de 'gespreksbel' wilt wijzigen die wordt weergegeven wanneer een gesprek binnenkomt, selecteert u Oproepafbldng. Geluidsthema's In Geluidsthema's kunt u een schema, bijvoorbeeld 'Ruimte' selecteren voor alle apparaatgebeurtenissen, zoals bellen, accu bijna leeg en mechanische gebeurtenissen.
Selecteer Opties > Aanpassen en stel Naam beller uitspr. in op Aan als u wilt dat de naam van de beller wordt uitgesproken wanneer u wordt gebeld. De naam van de beller moet zijn opgeslagen in Contacten. Als u een profiel wilt aanpassen, gaat u naar het profiel en selecteert u Opties > Aanpassen. Ga naar de instelling die u wilt wijzigen en druk op de bladertoets om de opties te openen. Tonen die zijn opgeslagen op een compatibele geheugenkaart (indien geplaatst), worden aangegeven met .
Het apparaat personaliseren ● Doppler-effect — Selecteer Aan als u beltonen luider wilt weergeven wanneer u zich in de buurt van het apparaat bevindt en zachter wanneer u verder weg staat. Wanneer u naar het apparaat toeloopt, wordt de beltoon luider, terwijl de toon zachter wordt wanneer u wegloopt. Deze instelling is niet voor alle beltonen beschikbaar. Selecteer Opties > Toon afspelen als u de beltoon met het 3D-effect wilt beluisteren.
Het hoofdmenu aanpassen Als u de weergave van het hoofdmenu wilt wijzigen, drukt u in het hoofdmenu op en selecteert u Instrumenten > Instell. > Algemeen > Persoonlijk > Thema's > Menuweerg.. U kunt het hoofdmenu zo wijzigen dat het wordt weergegeven als Raster, Lijst, Hoefijzer of Vvorm. Het apparaat personaliseren u ingedrukt. Als u alle toepassingen wilt sluiten die u niet gebruikt, bladert u naar een toepassing in de lijst en drukt u vervolgens op C.
Positionering (GPS) Positionering (GPS) Met toepassingen zoals Kaarten en GPS-gegevens kunt u uw positie bepalen of afstanden en coördinaten berekenen. Voor deze toepassingen is een GPS-verbinding nodig. Informatie over GPS GPS (Global Positioning System) is een wereldwijd radionavigatiesysteem dat bestaat uit 24 satellieten en hun grondstations waarmee de werking van de satellieten in de gaten wordt gehouden. Het apparaat heeft een interne GPSontvanger.
A-GPS (Assisted GPS) Uw apparaat ondersteunt ook A-GPS (Assisted GPS). A-GPS is een netwerkdienst. A-GPS wordt gebruikt om via een gegevensverbinding hulpgegevens te verkrijgen, die worden gebruikt bij de berekening van de coördinaten van uw huidige locatie wanneer uw apparaat signalen van satellieten ontvangt. Wanneer u A-GPS activeert, ontvangt uw apparaat via het mobiele netwerk nuttige satellietgegevens van een hulpgegevensserver.
Positionering (GPS) Tips voor het maken van een GPS-verbinding Houd rekening met het volgende als het apparaat geen satellietsignaal kan detecteren: ● Als u binnen bent, ga dan naar buiten om een beter signaal te ontvangen. ● Ga als u buiten bent naar een omgeving met minder obstakels. ● Controleer of de GPSantenne van het apparaat niet wordt afgedekt door uw hand. Zie 'Het apparaat correct vasthouden' , p. 41. ● Slechte weersomstandigheden kunnen de signaalsterkte beïnvloeden.
Positieaanvragen Het kan zijn dat uw positiegegevens worden aangevraagd door een netwerkdienst Serviceproviders bieden mogelijk informatie over lokale onderwerpen, zoals weer of verkeer, op basis van de locatie van het apparaat. Wanneer u een positieaanvraag ontvangt, wordt een bericht weergegeven met de mededeling dat de service deze gegevens heeft aangevraagd. Selecteer Accepteren als u uw positiegegevens wilt verzenden of Weigeren als u de aanvraag wilt weigeren.
Positionering (GPS) verzenden. De ontvangen plaatsen worden opgeslagen in de map Inbox in Berichten. GPS-gegevens GPS-gegevens zijn ontworpen om toegang te bieden tot informatie over de route naar een geselecteerde bestemming, positiegegevens over uw huidige locatie en reisgegevens, zoals de geschatte afstand tot de bestemming en de geschatte reisduur. Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. > GPS-gegevens.
Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. > GPS-gegevens > Positie. In de positieweergave kunt u de positiegegevens van uw huidige locatie bekijken. U ziet ook een schatting van de juistheid van de locatie. Selecteer Opties > Positie opslaan als u uw huidige locatie als plaats wilt opslaan. Plaatsen zijn opgeslagen locaties met meer informatie. Ze kunnen worden gebruikt in andere compatibele toepassingen en overgedragen tussen compatibele apparaten.
Kaarten Kaarten Informatie over Kaarten Druk op en selecteer Kaarten. Met Kaarten kunt u uw huidige locatie op de kaart weergeven, over kaarten schuiven naar verschillende steden en landen, zoeken naar adressen en verschillende interessante locaties, en routes tussen locaties plannen en locaties als plaatsen opslaan en naar compatibele apparaten verzenden. U kunt ook extra diensten aanschaffen, zoals een stadsgids en een dynamische navigatiedienst met gesproken instructies.
Bijna alle digitale cartografie is niet helemaal accuraat en volledig. Vertrouw nooit uitsluitend op de cartografie die u voor dit apparaat hebt gedownload. Schuiven over kaarten De kaartdekking verschilt per land. Wanneer u de toepassing Nokia Kaarten opent, wordt ingezoomd op de locatie die tijdens de laatste sessie is opgeslagen.
Kaarten Over de kaart schuiven Uw huidige locatie wordt op de kaart aangegeven met . Druk de bladertoets naar rechts, naar links, omhoog of omlaag als u over de kaart wilt schuiven. Wanneer u over de kaart op het scherm schuift, wordt automatisch een nieuwe kaart gedownload als u naar een gebied schuift dat buiten de reeds gedownloade kaarten valt. Deze kaarten zijn gratis, maar bij het downloaden worden mogelijk grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van de serviceprovider verzonden.
Selecteer Opties > Plaats zoeken > Oriëntatiepunt als u opgeslagen plaatsen wilt weergeven. Als u een plaats naar een compatibel apparaat wilt verzenden, drukt u in de weergave met plaatsen op de bladertoets en selecteert u Verzenden. Als u de plaats verzendt in een SMS-bericht, wordt de informatie geconverteerd naar onopgemaakte tekst.
Kaarten U moet de toepassing Kaarten gebruiken en minstens eenmaal kaarten hebben bekeken voordat u Nokia Map Loader kunt gebruiken. Nokia Map Loader gebruikt de geschiedenisgegevens van kaarten om de versie van de kaartgegevens te controleren die moeten worden gedownload. naar een interessante locatie, of voer de eerste letters van de naam in en selecteer Zoeken. 1. Sluit het apparaat via een compatibele USBgegevenskabel aan op de pc. Selecteer de USBverbindingsmodus Massaopslag.
4. Selecteer Opties > Route weergeven als u de routebeschrijving wilt weergeven. De route wordt berekend op basis van de geselecteerde route-instellingen. Selecteer Opties > Weergeven op kaart als u plaatsen langs de route op de kaart wilt weergeven. Kaarten. Een navigatielicentie is gekoppeld aan een regio (de regio die bij de aankoop van de licentie is geselecteerd) en kan alleen voor het geselecteerde gebied worden gebruikt. De gedownloade gidsen worden automatisch op het apparaat opgeslagen.
Kaarten Als u de navigatie naar de gewenste bestemming wilt starten met GPS met gesproken instructies, selecteert u een locatie op de kaart of in een lijst met resultaten, en selecteert u Opties > Plaats zoeken > Navigeren naar. Wanneer u navigatie de eerste keer gebruikt, wordt u gevraagd de taal van de gesproken begeleiding te selecteren en de bestanden voor gesproken begeleiding in de geselecteerde taal te downloaden. U kunt de bestanden voor gesproken begeleiding ook met Nokia Map Loader downloaden.
Muziekspeler Waarschuwing: Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume. Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn. Muziekspeler ondersteunt bestandsindelingen zoals AAC, AAC+, eAAC+, MP3 en WMA. Music Player ondersteunt niet noodzakelijkerwijs alle kenmerken van bestandsindelingen of alle variaties van bestandsindelingen.
Muziekmap afspelen te hervatten. Druk de bladertoets omlaag als u het afspelen wilt stoppen. Druk de bladertoets naar links of rechts en houd deze ingedrukt als u snel vooruit wilt spoelen of terug wilt spoelen. Druk de bladertoets naar rechts om naar het volgende item te gaan. Druk de bladertoets naar links als u wilt terugkeren naar het begin van het item. Druk de bladertoets binnen twee seconden nadat een liedje of podcast is gestart opnieuw naar links als u naar het vorige item wilt gaan.
Druk op en selecteer Muziek > Muziekspeler > Muziek. Ga naar het menu Muziek en selecteer Afspeellijsten als u playlists wilt weergeven en beheren. Selecteer Opties > Details afspeellijst als u de details van de afspeellijst wilt bekijken. Een playlist maken 1. Selecteer Opties > Afspeellijst maken. 2. Voer een naam voor de playlist in selecteer OK. 3. Selecteer Ja om nu liedjes toe te voegen of selecteer Nee om de liedjes later toe te voegen. 4.
Muziekmap keer vanaf de laatste afspeelpositie afgespeeld. Wanneer een episode nooit is afgespeeld of volledig is afgespeeld, wordt deze vanaf het begin afgespeeld. Eigen netwerk met music player U kunt gegevens die op uw Nokia-apparaat zijn opgeslagen, op afstand afspelen op compatibele apparatuur in een eigen netwerk. U kunt bestanden van uw Nokia-apparaat ook naar andere apparaten kopiëren die op uw eigen netwerk zijn aangesloten. Eerst moet uw eigen netwerk zijn geconfigureerd.
Muziek overbrengen vanaf de pc U kunt muziek overbrengen op drie verschillende manieren: ● Als u het apparaat op een pc wilt weergeven als massageheugenapparaat waarnaar u gegevensbestanden kunt overbrengen, maakt u verbinding via een compatibele USB-kabel of via Bluetooth. Selecteer Massaopslag als verbindingsmethode wanneer u de USB-kabel gebruikt. Er moet een compatibele geheugenkaart in het apparaat zijn geplaatst.
Muziekmap 2. Blader in het linkernavigatiedeelvenster door de muziekbestanden op uw pc die u wilt synchroniseren. 3. Versleep en plaats nummers naar de synchronisatielijst aan de rechterzijde. U kunt de hoeveelheid beschikbaar geheugen in het apparaat bekijken boven in de synchronisatielijst. 4. Als u nummers of albums wilt verwijderen, selecteert u een item in de synchronisatielijst. Vervolgens klikt u met de rechtermuisknop en selecteert u Verwijderen uit lijst. 5. Klik op Synchrn.
Druk op en selecteer Muziek > Muziekwinkl als u Nokia Muziekwinkel wilt openen. Selecteer Opties > Zoeken in muziekwinkel voor meer muziek in de verschillende categorieën van het muziekmenu. Instellingen voor Nokia Muziekwinkel De beschikbaarheid en het uiterlijk van de instellingen voor Muziekwinkel kunnen variëren. De instellingen kunnen ook vooraf zijn gedefinieerd, waardoor u deze niet kunt bewerken.
Muziekmap voordat u de FM-zender gebruikt altijd een vrije FMfrequentie op de zender te zoeken. De FM-zender kan niet tegelijkertijd met de FMradio van het apparaat worden gebruikt. Het frequentiebereik van de zender ligt tussen 88,1 MHz en 107,9 MHz. Als de zender is ingeschakeld en er geluiden worden verzonden, wordt weergegeven in de stand-by modus. Als de zender is ingeschakeld en er geen geluiden worden verzonden, wordt weergegeven en er klinkt een geluidssignaal.
Nokia Podcasting Met de toepassing Nokia Podcasting (netwerkservice) kunt u podcasts zoeken, beluisteren en downloaden en kunt u zich op podcasts abonneren. Daarnaast kunt u audio- en videopodcasts afspelen, beheren en delen via uw apparaat. Waarschuwing: Luister naar muziek op een gematigd geluidsvolume. Voortdurende blootstelling aan een hoog geluidsvolume kan uw gehoor beschadigen. Houd het apparaat niet dicht bij uw oor wanneer de luidspreker wordt gebruikt, aangezien het volume erg luid kan zijn.
Muziekmap uitgevoerd. Als Nokia Podcasting niet wordt uitgevoerd, worden de automatische updates niet geactiveerd. ● Downloadlimiet (%) — Geef aan hoeveel geheugen voor gedownloade podcasts wordt gebruikt. ● Als limiet is bereikt — Geef aan wat u wilt doen als de downloads de downloadlimiet overschrijden. Het instellen van de toepassing om automatische podcasts binnen te halen, kan de overdracht van grote hoeveelheden gegevens via het netwerk van uw serviceprovider met zich meebrengen.
De inhoud van de mappen verandert. Selecteer de gewenste map om deze bij te werken (netwerkservice). De kleur van de map verandert zodra de update is voltooid. In de mappen worden de podcasts gesorteerd op populariteit of in themamappen. Als u de gewenste themamap wilt openen, selecteert u deze en selecteert u Openen. Er wordt een lijst met podcasts weergegeven. Als u zich op een podcast wilt abonneren, selecteert u de titel en selecteert u Bijwerken.
Muziekmap gedownload, selecteert u de podcast en vervolgens Opties > Voorbeeld afspelen. Volledig gedownloade podcasts zijn te vinden in de map Podcasts maar worden pas weergegeven nadat u de bibliotheek hebt vernieuwd. Podcasts afspelen en beheren Als u de beschikbare episodes van de geselecteerde podcast wilt afspelen, gaat u naar Podcasts en selecteert u Openen. Onder elke episode vindt u de bestandsindeling, de bestandsgrootte en het tijdstip van de upload.
U kunt de radio als een traditionele FM-radio gebruiken en automatisch afstemmen op zenders en deze opslaan. Als u afstemt op zenders die de dienst Visual Radio bieden (netwerkdienst), wordt informatie over het radioprogramma op het scherm weergegeven. De radio ondersteunt RDS-functionaliteit (Radio Data System). Radiozenders die RDS ondersteunen, geven soms informatie weer, zoals de naam van de zender.
Muziekmap Selecteer Opties > Zenderoverzicht (netwerkdienst) als u beschikbare zenders op basis van de locatie wilt weergeven. Selecteer Opties > Zender opslaan om de zender waarop u momenteel hebt afgestemd, op te slaan in uw lijst met zenders. Selecteer Opties > Zenders om de lijst met opgeslagen zenders te openen. Selecteer Opties > Afsp. in achtergrond om naar de stand-by modus terug te gaan terwijl u op de achtergrond naar de FM-radio blijft luisteren.
Luisteren naar radiozenders op internet Druk op en selecteer Muziek > Radio > Internetradio. Ga als volgt te werk om naar een radiozender op internet te luisteren: 1. Selecteer een zender in uw Favorieten of in de lijst met zenders. U kunt ook een zender op naam zoeken in de Nokia Internet Radio-dienst. Als u een zender handmatig wilt toevoegen, selecteert u Opties > Zender handm. toev.. U kunt ook met de webtoepassing naar zenderkoppelingen op internet zoeken.
Muziekmap toev.. Voer het webadres van de zender in evenals de naam die u in uw lijst met favoriete zenders wilt opnemen. Als u de zender die u op dat moment beluistert, aan uw favorieten wilt toevoegen, selecteert u Opties > Toev. aan Favorieten. Als u zendergegevens wilt weergeven, de zender hoger of lager in de lijst wilt plaatsen of een zender uit uw lijst met favoriete zenders wilt verwijderen, selecteert u Opties > Zender en de gewenste optie.
Muziekmap Als u het standaardtoegangspunt wilt selecteren om verbinding met het netwerk te maken, selecteert u Standaardtoegangspunt en maakt u uw keuze uit de beschikbare opties. Selecteer Altijd vragen als u wilt dat telkens wanneer u de toepassing opent, naar het toegangspunt wordt gevraagd. Maak uw keuze uit de volgende opties als u de verbindingssnelheden voor de diverse verbindingstypen wilt wijzigen: ● Bitrate voor GPRS-verb.
Camera Camera Informatie over de camera De Nokia N78 heeft twee camera's. De hoofdcamera met een hoge resolutie (tot maximaal 3,2 megapixels) bevindt zich aan de achterzijde van het apparaat. De tweede camera, met een lagere resolutie, bevindt zich aan de voorkant. U kunt met beide camera's foto's maken en video's opnemen. Uw apparaat ondersteunt een beeldresolutie van 2048 x 1536 pixels. De beeldresolutie kan in deze documentatie anders zijn weergegeven.
Symbolen van de fotocamera In de camerazoeker wordt het volgende weergegeven: 7 — Symbool voor GPS-signaal. Zie 'Locatiegegevens', p. 73. Actieve werkbalk Camera Afbeeldingen vastleggen De actieve werkbalk bevat snelkoppelingen naar verschillende items en instellingen voordat en nadat u een afbeelding vastlegt of een video opneemt. Ga naar de items en selecteer deze door op de bladertoets te drukken. U kunt ook opgeven wanneer de actieve werkbalk moet worden weergegeven in het scherm.
Camera Hiermee selecteert u de flitsermodus (alleen afbeeldingen). Hiermee activeert u de zelfontspanner (alleen afbeeldingen). Zie 'Zelf op de foto met de zelfontspanner', p. 76. Hiermee activeert u de reeksmodus (alleen afbeeldingen). Zie 'Foto's nemen in een reeks', p. 75. Hiermee selecteert u een kleureffect. Hiermee kunt u het zoekerraster weergeven of verbergen (alleen afbeeldingen). Hiermee past u de witbalans aan. Hiermee past u de belichtingscompensatie aan (alleen afbeeldingen).
3. Als u een afbeelding wilt vastleggen, drukt u op de opnametoets. Houd het apparaat stil tot de afbeelding is opgeslagen. Gebruik de zoomtoets van het apparaat om in of uit te zoomen wanneer u een afbeelding vastlegt. Selecteer Opties > Tweede camera gebr. als u de camera aan de voorkant wilt activeren. Als u een afbeelding wilt vastleggen, drukt u op de bladertoets. Druk de bladertoets omhoog of omlaag als u wilt in- of uitzoomen.
Camera Aan hebt geselecteerd in de instellingen van de fotocamera): ● Selecteer Verwijdrn ( bewaren. ) als u de foto niet wilt ● Als u de foto wilt verzenden als een multimediabericht, e-mailbericht of via een andere verbindingsmethode, bijvoorbeeld een Bluetooth-verbinding, drukt u op de beltoets of selecteert u Verzenden ( ). Zie 'Berichten invoeren en verzenden', p. 130. Deze optie is niet beschikbaar tijdens een gesprek. U kunt de foto ook verzenden naar de persoon met wie u praat.
De standaardscène in de afbeeldingsmodus is Auto en in de videomodus Automatisch (beide worden aangegeven met ). Als u van scène wilt veranderen, selecteert u Scènemodus op de actieve werkbalk en selecteert u een scène. Ga naar Gebr. gedef. en selecteer Opties > Wijzigen als u uw eigen scène geschikt wilt maken voor een bepaalde omgeving. In de door de gebruiker gedefinieerde scène kunt u verschillende belichtings- en kleurinstellingen aanpassen.
Camera Zelf op de foto met de zelfontspanner De zelfontspanner is alleen beschikbaar in de hoofdcamera. Met de zelfontspanner kunt u een opname uitstellen zodat u zelf ook op de foto kunt komen te staan. Ga naar de actieve werkbalk en selecteer Zelfontspanner > 2 seconden, 10 seconden of 20 seconden om de vertraging voor de zelfontspanner in te stellen. Selecteer Activeren als u de zelfontspanner wilt activeren.
Lichtomstandigheden Een verandering van de bron, hoeveelheid en richting van het licht kan een foto aanzienlijk beïnvloeden. Hier volgen enkele veelvoorkomende lichtomstandigheden: ● Lichtbron achter het onderwerp. Plaats het onderwerp nooit vóór een sterke lichtbron. Als de lichtbron achter het onderwerp of zichtbaar in het display staat, heeft de resulterende foto mogelijk een te zwak contrast, is de foto te donker of bevat deze ongewenste lichteffecten. ● Onderwerp wordt van opzij belicht.
Camera huidige videolengte ook de verstreken en resterende tijd aan. 9 — De symbolen voor het apparaatgeheugen ( ) en de geheugenkaart ( ) geven aan waar video's worden opgeslagen. Selecteer Opties > Pictogram weergaven als u alle zoekersymbolen wilt weergeven. Selecteer Pictogram verbergen als u alleen de videostatussymbolen, de resterende tijd (tijdens de opname), de zoombalk bij gebruik van de zoomfunctie, en de selectietoetsen wilt weergeven.
U kunt de videoclip verzenden naar een persoon met wie u praat. Selecteer Verzenden naar beller ( ) (alleen beschikbaar tijdens een gesprek). ● Selecteer Toevoegen aan album als u de videoclip aan een album wilt toevoegen. ● Selecteer Details als u informatie over de videoclip wilt weergeven. ● Als u de videoclip wilt uploaden naar een compatibel online album, selecteert u (alleen beschikbaar als u een account hebt ingesteld voor een compatibel online album).
Camera ● ● ● ● ● ● ● ● 80 ● wordt een lijst met beschikbare albums geopend. Label gebruiken — Voeg een label aan de huidige foto toe. Zie 'Labels', p. 86. Locatie vastleggen — Selecteer Ja als u GPSlocatiecoördinaten aan elk afbeeldingsbestand wilt toevoegen. De ontvangst van een GPSsignaal kan even duren of het signaal is mogelijk niet beschikbaar. Zie 'Locatiegegevens', p. 73. Opgenomen afb. weerg. — Selecteer Aan om de foto te bekijken nadat deze is genomen.
De schermweergave wordt aangepast aan de nieuwe instellingen, zodat u ziet hoe de foto's of video's eruit komen te zien. De beschikbare instellingen zijn afhankelijk van de geselecteerde camera. De instellingen zijn cameraspecifiek, dus als u de instellingen van de tweede camera wijzigt, worden de instellingen van de hoofdcamera niet gewijzigd.
Camera 82 werkbalk (hoofdcamera) of Opties > Afspelen (tweede camera). ● Standaardnaam video — Geef de standaardnaam voor vastgelegde videoclips op. ● Gebruikt geheugen — Hier geeft u op waar videoclips moeten worden opgeslagen. ● Instellingen herstellen — Selecteer deze optie om de camera weer in te stellen op de standaardwaarden.
Foto's Foto's Informatie over Foto's Druk op en selecteer Foto's. Maak uw keuze uit de volgende opties: ● Vastgelegd — om alle foto's en video's weer te geven die u hebt gemaakt. ● Maanden — om de foto's en video's weer te geven, gecategoriseerd op de maand waarin ze zijn gemaakt. ● Albums — om de standaardalbums en de albums die u hebt gemaakt, weer te geven. ● Labels — om de labels weer te geven die u voor elk item hebt gemaakt.
Foto's De afbeeldings- en videoclipbestanden worden in een lus en gesorteerd op datum en tijd weergegeven. Het aantal bestanden wordt weergegeven. Bekijk de bestanden één voor één door naar links of rechts te bladeren met de bladertoets. Als u de bestanden in groepen wilt weergeven, bladert u omhoog of omlaag met de bladertoets. Als het Navi-wheel is geactiveerd, kunt u ook door de bestanden bladeren door met uw vinger over de rand van de bladertoets te schuiven. Zie 'Persoonlijke instellingen', p. 172.
Afbeeldingen en video's organiseren U kunt bestanden in Foto's als volgt ordenen: ● Als u items in de weergave Labels wilt weergeven, voegt u labels toe aan de items.Zie 'Labels', p. 86. ● Selecteer Maanden als u items op maand wilt weergeven. ● Selecteer Albums > Opties > Nieuw album als u een album wilt maken om items op te slaan. Als u een foto of videoclip aan een album in Foto's wilt toevoegen, selecteert u het item en selecteert u Naar album in de actieve werkbalk. Zie 'Albums', p. 86.
Foto's als u het geselecteerde item aan een album wilt toevoegen. als u labels en andere eigenschappen van het geselecteerde item wilt beheren. Hiermee verwijdert u de geselecteerde afbeelding of videoclip. Albums U kunt foto's en videoclips eenvoudig beheren in albums. Selecteer Albums in de hoofdweergave als u de lijst met albums in Foto's wilt weergeven. Als u een nieuw album wilt maken in de albumweergave, selecteert u Opties > Nieuw album.
Diavoorstelling Als u uw foto's als een diapresentatie wilt weergeven, selecteert u een foto en selecteert u vervolgens Opties > Diavoorstelling. De diavoorstelling begint met het geselecteerde bestand. Als u alleen een aantal geselecteerde foto's als een diavoorstelling wilt weergeven, selecteert u Opties > Markeringen aan/uit > Markeren om foto's te markeren, en Opties > Diavoorstelling > Starten om de diavoorstelling te starten.
Foto's Afbeeldingen bijsnijden Als u een afbeelding wilt bijsnijden, selecteert u Opties > Effect toepassen > Snijden en kiest u in de lijst een vooraf gedefinieerde beeldverhouding. Als u de afbeelding handmatig wilt bijsnijden, selecteert u Handmatig. Als u Handmatig selecteert, wordt in de linkerbovenhoek van de afbeelding een kruis weergegeven. Gebruik de bladertoets om het gebied te selecteren dat u wilt bijsnijden en selecteer Instellen. Er verschijnt een tweede kruis in de rechterbenedenhoek.
Video's bewerken Als u videoclips in Foto's wilt bewerken, bladert u naar een videoclip en selecteert u Opties > Bewerken en een bewerkingsoptie. De video-editor ondersteunt videobestanden in de indelingen .3GP en .MP4 en geluidsbestanden in de indelingen .AAC, .AMR, .MP3 en .WAV. De editor ondersteunt niet noodzakelijkerwijs alle kenmerken van bestandsindelingen of alle variaties van bestandsindelingen.
Foto's maken. Druk in de miniatuurweergave op de bladertoets en selecteer Snapshot maken. Selecteer Opties > Film > Opslaan om de video op te slaan. Selecteer Opties > Instellingen om het gebruikte geheugen op te geven. In de video-editorinstellingen kunt u ook de standaardnaam voor de video opgeven, evenals de standaardnaam voor de momentopname en de resolutie van de videoclip. Te verzenden videoclips bewerken Selecteer Opties > Verzenden en de gewenste methode als u een videoclip wilt verzenden.
Gebruik Afbeeldingen afdrukken om uw afbeeldingen af te drukken met behulp van een compatibele USB-gegevenskabel of Bluetoothconnectiviteit. U kunt ook afbeeldingen afdrukken via een WLAN. Als een compatibele geheugenkaart beschikbaar is, kunt u de afbeeldingen opslaan op de geheugenkaart en afdrukken via een compatibele printer. gegevenskabelmodus is ingesteld op Afb. afdrukken of Vragen bij verbinding. Zie 'USB', p. 122. De printer wordt automatisch weergegeven wanneer u de afdrukoptie selecteert.
Foto's Selecteer Papierformaat, het gewenste papierformaat in de lijst en OK als u het formaat wilt selecteren. Selecteer Annuleren als u wilt terugkeren naar de vorige weergave. PrintOnline Met Online afdrukken kunt u afdrukken van uw afbeeldingen online bestellen en direct laten bezorgen bij u thuis of in een winkel waar u deze kunt ophalen. U kunt ook verschillende producten met de geselecteerde afbeelding bestellen, zoals mokken of muismatten.
Galerij Galerij Als u toegang wilt krijgen tot uw foto's, videoclips en nummers, of als u geluidsclips en koppelingen naar streaming-media wilt opslaan en ordenen, drukt u op en selecteert u Toepass. > Media > Galerij. Hoofdweergave Druk op en selecteer Toepassingen > Media > Galerij. Maak uw keuze uit de volgende opties: ● Foto's — om foto's en video's in Foto's weer te geven. Zie 'Informatie over Foto's', p. 83. ● Videoclips — om video's in Videocentrum weer te geven.
Galerij Druk op en selecteer Toepass. > Media > Galerij > Geluidsclips als u geluidsbestanden wilt beluisteren. Blader naar een geluidsbestand en druk op de bladertoets. Druk opnieuw op de bladertoets als u het afspelen wilt onderbreken. Als u SVG-bestanden wilt bekijken, druk dan op en selecteer Toepass. > Media > Galerij > Presentaties. Ga naar een afbeelding en selecteer Opties > Afspelen. Selecteer Opties > Onderbreken als u het afspelen wilt onderbreken.
Informatie over het eigen netwerk Het apparaat is compatibel met UPnP. Met een WLAN-toegangspunt of -router (Wireless LAN) kunt u een draadloos thuisnetwerk maken en compatibele UPnP-apparaten die draadloze netwerken ondersteunen, op het netwerk aansluiten, zoals uw apparaat, een compatibele pc, een compatibele printer, een compatibel geluidssysteem, een compatibele tv of een geluidssysteem of tv voorzien van een compatibele draadloze multimedia-ontvanger.
Eigen netwerk Belangrijke informatie over beveiliging Schakel bij het configureren van het eigen WLAN netwerk een coderingsmethode in op het toegangspunt en vervolgens op de andere compatibele apparaten die u op het eigen netwerk wilt aansluiten. Raadpleeg de documentatie van de apparaten. Houd wachtwoorden geheim en bewaar deze op een veilige plek, afzonderlijk van de apparaten. U kunt de instellingen van het WLANinternettoegangspunt in uw apparaat weergeven of wijzigen. Zie 'Toegangspunten', p. 181.
● Kopiëren naar — Selecteer het geheugen waarin u uw gekopieerde mediabestanden wilt opslaan. Als u de instellingen voor eigen netwerk wilt configureren, selecteert u Instrumenten > Connect. > Eigen media > Opties > Instellingen en maakt u uw keuze uit de volgende opties: Selecteer Instrumenten > Connect.
Eigen netwerk Opties > Inhoud vernieuwen als u de inhoud van de map wilt bijwerken. ● Muziek — Hiermee kunt u afspeellijsten selecteren die u met andere apparaten wilt delen, de status voor delen bekijken en de inhoud van afspeellijsten weergeven. Selecteer Opties > Inhoud vernieuwen als u de inhoud van de map wilt bijwerken. Mediabestanden weergeven en delen Als u uw mediabestanden wilt delen met andere UPnP compatibele apparaten in het eigen netwerk, schakelt u het delen van inhoud in.
Selecteer Opties > Zoeken als u bestanden met andere criteria wilt zoeken. Selecteer Opties > Sorteren op als u de gevonden bestanden wilt sorteren. 4. Selecteer het mediabestand of de mediamap die u wilt weergeven. 5. Druk op de bladertoets en selecteer Afspelen of Weergeven, en In apparaat of Via eigen netwerk. 6. Selecteer het apparaat waarop u het bestand wilt weergeven. Blader naar links of rechts om het volume te regelen terwijl u een video of geluidsclip afspeelt.
Eigen netwerk om de synchronisatie met het thuisnetwerk te configureren. Als u de wizard later wilt uitvoeren, gaat u naar de hoofdweergave voor synchronisatie met het thuisnetwerk en selecteert u Opties > Wizard uitvoeren. Als u inhoud op het mobiele apparaat handmatig wilt synchroniseren met inhoud op de apparaten in uw thuisnetwerk, selecteert u Nu synchr.. Synchronisatie-instellingen Selecteer Opties > Synchr.instellingen als u de synchronisatie-instellingen wilt wijzigen.
Selecteer Opties > Nieuwe lijst als u een vooraf gedefinieerde of aangepaste lijst voor inkomende bestanden wilt maken. Selecteer Opties > Prioriteit wijzigen als u de prioriteitsvolgorde van de filters in de lijst wilt wijzigen. Selecteer het filter dat u wilt verplaatsen en selecteer Grijpen. Verplaats het filter naar de nieuwe locatie en selecteer Neerzetten om het daar neer te zetten. ● Behouden op telefoon — Selecteer Ja als u de media-inhoud op het apparaat wilt behouden na synchronisatie.
Nokia Videocentrum Nokia Videocentrum Met Nokia Videocentrum (netwerkdienst) kunt u videoclips downloaden en streamen vanaf compatibele internetvideodiensten die pakketgegevens of een WLAN (draadloos LAN) gebruiken. U kunt ook videoclips overbrengen vanaf een compatibele pc naar het apparaat en deze bekijken in Videocentrum. Het gebruik van gegevenstoegangspunten om video's te downloaden kan de overdracht van grote hoeveelheden gegevens over het netwerk van de serviceprovider met zich meebrengen.
Selecteer Opties > Afspelen als u een streamingclip of een gedownloade clip wilt weergeven. Selecteer Opties > Downloads plannen om een automatische download voor video's in een dienst te plannen. Automatische downloads worden dagelijks op een door u gedefinieerd tijdstip uitgevoerd. Video's die zich al in Mijn video's bevinden, worden niet gedownload. Bedien de speler met de bladertoets en de selectietoetsen terwijl de clip wordt afgespeeld. Druk op de volumetoets om het volume te regelen.
Nokia Videocentrum Druk op de bladertoets om een gedownloade video af te spelen. Selecteer Opties > Afspelen via eigen netw. om een gedownloade video in uw eigen netwerk af te spelen. Eerst moet uw eigen netwerk zijn geconfigureerd. Zie 'Informatie over het eigen netwerk', p. 95. Bedien de speler met de bladertoets en de selectietoetsen terwijl de clip wordt afgespeeld.
● ● ● ● Voor sommige diensten moet u een gebruikersnaam en wachtwoord opgeven (worden door de serviceprovider verstrekt). Standaardtoegangspunt — Selecteer Altijd vragen of Door gebr. gedef. om de toegangspunten te kiezen die voor de gegevensverbinding worden gebruikt. Het gebruik van gegevenstoegangspunten om bestanden te downloaden kan de overdracht van grote hoeveelheden gegevens over het netwerk van de serviceprovider met zich meebrengen.
Webbrowser Webbrowser Met de webbrowser kunt u HTML-webpagina's (HyperText Markup Language) op internet weergeven zoals deze oorspronkelijk zijn ontworpen. U kunt ook bladeren door webpagina's die specifiek zijn ontworpen voor mobiele apparaten en XHTML (eXtensible HyperText Markup Language) of WML (Wireless Markup Language) gebruiken. Als u wilt browsen op het web, moet op uw apparaat een internettoegangspunt zijn geconfigureerd. Op internet surfen Druk op en selecteer Web.
Selecteer Opties > Navigatieopties > Opnieuw laden als u de meest recente versie van de pagina wilt ophalen vanaf de server. Selecteer Opties > Opslaan als bookmark als u het webadres van de huidige pagina wilt opslaan als bookmark. Selecteer Terug (beschikbaar als Geschiedenislijst is ingesteld in de browserinstellingen en de huidige pagina niet de eerste pagina is die u bezoekt) als u de visuele geschiedenis wilt gebruiken om tijdens het surfen snapshots van de bezochte pagina's te maken.
Webbrowser ingedrukt te houden en de browser in de lijst te selecteren. Werkbalk in de browser De miniweergave en het paginaoverzicht helpen u bij het navigeren over pagina's die grote hoeveelheden informatie bevatten. Houd de bladertoets ingedrukt op een lege plek van een webpagina om de werkbalk te openen. Druk de bladertoets naar links of naar rechts om over de werkbalk te navigeren. Druk op de bladertoets om een functie te selecteren.
Webfeeds zijn XML-bestanden op webpagina's die worden gebruikt door de weblogcommunity en nieuwsorganisaties om de meest recente nieuwsberichten of tekst te delen, bijvoorbeeld nieuwsfeeds. Blogs of weblogs zijn dagboeken op het web. De meeste webfeeds gebruiken RSS- en Atom-technologie. Webfeeds worden veel toegepast op web-, blog- en wikipagina's. De toepassing Web stelt automatisch vast of een webpagina webfeeds bevat.
Webbrowser Items downloaden en aanschaffen U kunt onder andere beltonen, afbeeldingen, logo's, thema's en videoclips downloaden. Deze items worden gratis aangeboden of u kunt ze aanschaffen. Gedownloade items worden verder verwerkt door de bijbehorende toepassingen in het apparaat. Een gedownloade foto kunt u bijvoorbeeld opslaan in Foto's.
De toepassing Web houdt ook bij welke pagina's u tijdens het surfen bezoekt. In de map Onlngs bezochte pgs. kunt u een lijst met bezochte webpagina's weergeven. In Webfeeds kunt u opgeslagen koppelingen weergeven naar webfeeds en blogs waarop u zich hebt geabonneerd. Webfeeds worden vaak gebruikt op webpagina's van belangrijke nieuwsorganisaties, in persoonlijke weblogs, door online community's die de meest recente koppen bieden en in overzichten van artikelen.
Webbrowser tussen het apparaat en de internetgateway of server gecodeerd. Het veiligheidssymbool geeft niet aan dat de gegevensoverdracht tussen de gateway en de contentaanbieder (of de locatie waar de aangevraagde bron is opgeslagen) veilig is. De serviceprovider beveiligt de gegevensoverdracht tussen de gateway en de contentaanbieder. Voor een aantal diensten, zoals bankdiensten, zijn mogelijk beveiligingscertificaten vereist.
Privacy-instellingen netwerk van de serviceprovider worden verzonden. Neem contact op met uw serviceprovider voor meer informatie over de kosten van gegevensoverdracht. ● Toeg.p. voor autom. aanp. — Selecteer het gewenste toegangspunt voor bijwerken. Deze instelling is alleen beschikbaar als Automatische updates is ingeschakeld. Webbrowser ● Pop-ups blokkeren — Hiermee staat u toe of voorkomt u dat verschillende pop-upvensters tijdens het surfen automatisch worden geopend. ● Autom.
Verbindingen Verbindingen Het apparaat bevat verschillende opties voor verbindingen met internet of met andere compatibele apparaten of pc's. WLAN Het apparaat ondersteunt WLAN. Met WLAN kunt u vanaf het apparaat verbinding maken met internet en compatibele apparaten die mogelijkheden bieden voor WLAN. WLAN Als u WLAN wilt gebruiken, moet dit beschikbaar zijn op uw locatie en moet het apparaat op het WLAN zijn aangesloten.
U kunt WLAN gebruiken tijdens een gesprek of wanneer packet-gegevens actief zijn. U kunt met maximaal één WLAN-toegangspunt tegelijkertijd verbinding hebben, maar verschillende toepassingen kunnen hetzelfde internettoegangspunt gebruiken. Wanneer het profiel Offline is ingesteld voor het apparaat, kunt u nog steeds WLAN gebruiken (indien beschikbaar). Zorg ervoor dat u voldoet aan de veiligheidseisen wanneer u een WLANverbinding tot stand brengt en gebruikt.
Verbindingen de WLAN-scanfunctie wilt uitschakelen, selecteert u de status en WLAN-scan uit. Druk op en selecteer Instrumenten > WLANwiz. als u de WLAN-wizard in het menu wilt openen. WLAN-internettoegangspunten Druk op wiz.. en selecteer Instrumenten > WLAN- Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties: ● WLAN-netwrkn filteren — Hiermee filtert u de WLAN's uit de lijst met gedetecteerde netwerken.
Selecteer Opties > Verb. verbreken als u een verbinding wilt verbreken. Selecteer Opties > Alle verb. verbrek. als u alle actieve verbindingen wilt verbreken. Selecteer Opties > Gegevens als u de details van een verbinding wilt bekijken. Welke details worden weergegeven, is afhankelijk van het type verbinding. Beschikbare WLAN-netwerken Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. > Verb.beh. > Beschikb. WLANnetwerken.
Verbindingen Dial-up Networking Profile, File Transfer Profile, Hands-Free Profile, Headset Profile, Human Interface Device Profile, Object Push Profile, SIM Access Profile, Synchronization Profile, Serial Port Profile en Phonebook Access Profile. Gebruik door Nokia goedgekeurde toebehoren voor dit model als u verzekerd wilt zijn van compatibiliteit met andere apparatuur die Bluetooth-technologie ondersteunt. Informeer bij de fabrikanten van andere apparatuur naar de compatibiliteit met dit apparaat.
Druk op en selecteer Instrumenten > Bluetooth. Als u geen gebruik maakt van Bluetoothconnectiviteit, selecteert u Bluetooth > Uit of Waarneembaarh. tel. > Verborgen om te bepalen wie het apparaat kan detecteren en er verbinding mee kan maken. Accepteer geen verbindingsaanvragen van en koppel het apparaat niet aan een onbekend apparaat. Zo beschermt u het apparaat tegen schadelijke inhoud.
Verbindingen Apparaten koppelen Als u een apparaat wilt koppelen aan compatibele apparaten en de gekoppelde apparaten wilt bekijken, schuift u naar rechts in de hoofdweergave van Bluetooth-connectiviteit. Stel voordat u de koppeling uitvoert uw wachtwoord in (1 tot 16 cijfers) en spreek met de eigenaar van het andere apparaat af hetzelfde wachtwoord te gebruiken. Bij apparaten zonder gebruikersinterface wordt het wachtwoord gebruikt dat in de fabriek is ingesteld. Het wachtwoord is voor eenmalig gebruik.
Druk op en selecteer Instrumenten > Bluetooth. Als u een apparaat wilt blokkeren zodat het geen Bluetooth-verbinding tot stand kan brengen, bladert u naar rechts om Gekopp. apparaten te openen. Selecteer het apparaat dat u wilt blokkeren en selecteer Opties > Blokkeren. Als u de blokkering van een apparaat wilt opheffen, bladert u naar rechts naar Geblokkrde. apparaten. Selecteer vervolgens een apparaat en selecteer Opties > Verwijderen.
Verbindingen USB Druk op en selecteer Instrumenten > Connect. > USB. Selecteer Vragen bij verbinding > Ja als u wilt instellen dat het doel van de verbinding telkens moet worden opgegeven wanneer een compatibele gegevenskabel wordt aangesloten.
RealPlayer Met RealPlayer kunt u videoclips of streaming mediabestanden afspelen zonder dat u deze eerst in het apparaat hoeft op te slaan. RealPlayer ondersteunt bestandsindelingen als . 3GP, .MP4 of .RM. RealPlayer ondersteunt echter niet noodzakelijkerwijs alle bestandsindelingen of alle variaties van bestandsindelingen. Videoclips afspelen Druk op en selecteer Toepass. > Media > RealPlayer.
Mediamap serviceproviders bij wie u een WAP-toegangspunt kunt gebruiken. In RealPlayer kunt u alleen een webadres van het type rtsp:// openen. In RealPlayer wordt echter een RAM-bestand afgespeeld als u in de webbrowser een HTTP-koppeling naar dat bestand opent. Als u inhoud via de ether wilt streamen (netwerkdienst) selecteert u in RealPlayer of Foto's een koppeling naar streaming-media die is opgeslagen in de map Streaming kop..
Licenties Druk op en selecteer Toepass. > Media > Licenties als u licenties voor digitale rechten wilt bekijken. Digital Rights Management (DRM) Content-eigenaren kunnen verschillende soorten technologieën voor het beheer van digitale rechten (DRM) gebruiken om hun intellectuele eigendom, waaronder auteursrechten, te beschermen. Dit apparaat maakt gebruik van verschillende typen DRM-software om toegang te krijgen tot DRMbeveiligde inhoud.
Mediamap Sommige licenties kunnen worden verbonden met een specifieke SIM-kaart en de beveiligde inhoud kan alleen worden geopend als de SIM-kaart in het apparaat is geplaatst. Dictafoon ● Geldige licenties — Hiermee kunt u licenties bekijken die zijn gekoppeld aan mediabestanden die nog niet geldig zijn. ● Ongeld. licenties — Hiermee kunt u licenties bekijken die niet geldig zijn.
Alleen compatibele apparaten die deze functie ondersteunen, kunnen multimediaberichten ontvangen en weergeven. De manier waarop een bericht wordt weergegeven, kan verschillen, afhankelijk van het ontvangende apparaat. Berichten, hoofdweergave Druk op en selecteer Berichten (netwerkdienst). Selecteer Nieuw bericht als u een nieuw bericht wilt maken. Berichten bevat de volgende mappen: Inbox — Deze map bevat ontvangen berichten, behalve e-mails en infodienstberichten.
Berichten Met Infodienst (netwerkdienst) kunt u berichten ontvangen over verschillende onderwerpen, zoals het weer of het verkeer. Informeer bij de serviceprovider naar de beschikbare items en hun nummers. Ga naar de hoofdweergave van Berichten en selecteer Opties > Infodienst. U kunt geen infodienstberichten ontvangen in een UMTS-netwerk. Ook bij een packetgegevensverbinding kunt u mogelijk geen infodienstberichten ontvangen.
3. Als u het woord correct en volledig hebt ingevoerd, drukt u de bladertoets naar rechts om dit te bevestigen of drukt u op 0 om een spatie toe te voegen. Als het woord niet correct is, druk dan herhaaldelijk op * om de overeenkomstige woorden uit de woordenlijst weer te geven. Als achter het woord een vraagteken verschijnt, is het woord niet gevonden in de woordenlijst.
Berichten Tekst en lijsten bewerken Houd # ingedrukt en druk de bladertoets naar links of rechts als u tekst wilt selecteren om deze te kopiëren en plakken. Houd # ingedrukt en selecteer Kopiëren als u de tekst naar het klembord wilt kopiëren. Houd # ingedrukt en selecteer Plakken als u de tekst in een document wilt invoegen. Als u een item in een lijst wilt markeren, bladert u naar het item en drukt op #.
3. Voer in het veld Onderwerp het onderwerp van het e-mailbericht in. Selecteer Opties > Velden berichtheader om op te geven welke velden zichtbaar moeten zijn. 4. Schrijf het bericht in het berichtveld. Als u een sjabloon of notitie wilt invoegen, selecteert u Opties > Invoegen > Tekst invoegen > Sjabloon of Notitie. 5. Als u een media-object aan een multimediabericht (MMS) wilt toevoegen, selecteert u Opties > Invoegen, het objecttype of de bron en het gewenste object.
Berichten Tip: U kunt afbeeldingen, video, geluid en tekst combineren in een presentatie en deze in een multimediabericht verzenden. Maak eerst een multimediabericht en selecteer vervolgens Opties > Invoegen > Presentatie invoegen. De optie wordt alleen weergegeven als MMS-aanmaakmodus is ingesteld op Met begeleiding of Vrij. Zie 'Instellingen voor multimediaberichten', p. 137. Inbox met ontvangen berichten Berichten ontvangen Druk op en selecteer Berichten > Inbox.
Op het apparaat kunt u diverse soorten berichten ontvangen die gegevens bevatten, zoals visitekaartjes, beltonen, logo's van de operator, agenda-items en e-mailmeldingen. U kunt ook instellingen van de serviceprovider of de afdeling voor informatiebeheer van uw bedrijf ontvangen in een configuratiebericht. Selecteer Opties en de betreffende optie als u de gegevens in het bericht wilt opslaan.
Berichten U moet een afzonderlijke e-mailaccount hebben. Volg de instructies van de serviceprovider voor uw externe mailbox en internet. Als u Nieuwe mailbox in de hoofdweergave van Berichten selecteert en nog geen e-mailaccount hebt ingesteld, wordt u gevraagd dit te doen. Selecteer Starten om de e-mailinstellingen te definiëren. Wanneer u een nieuwe mailbox maakt, wordt Nieuwe mailbox vervangen door de naam die u de mailbox geeft in de hoofdweergave van Berichten.
Bekijk e-mailbijlagen door het bericht te openen en het bijlagenveld te selecteren. Dit veld wordt aangegeven met . Als het symbool voor een bijlage licht gekleurd is, is de bijlage nog niet opgehaald. Selecteer dan Opties > Ophalen om de bijlage op te halen. Selecteer Opties > E-mailinstellingen > Automatisch ophalen als u berichten automatisch wilt ophalen. Zie 'Automatisch ophalen instellen', p. 140.
Berichten 1. Ga naar de hoofdweergave van Berichten en selecteer Opties > SIM-berichten. 2. Selecteer Opties > Markeringen aan/uit > Markeren of Alle markeren om berichten te markeren. 3. Selecteer Opties > Kopiëren. Er wordt een lijst met mappen weergegeven. 4. Selecteer een map en OK om te beginnen met kopiëren. Open de map om de berichten te bekijken. Instellingen voor berichten De instellingen kunnen vooraf zijn geconfigureerd in uw systeem of worden toegestuurd in een bericht.
Druk op en selecteer Berichten > Opties > Instellingen > Multimediabericht. Maak een keuze uit de volgende opties: ● Grootte afbeelding — Bepaal de grootte van de afbeelding in een multimediabericht. ● MMS-aanmaakmodus — Als u Met begeleiding selecteert, ontvangt u een melding wanneer u een bericht verzendt dat mogelijk niet door de ontvanger wordt ondersteund. Als u Beperkt selecteert, is het niet mogelijk om berichten te verzenden die niet worden ondersteund.
Berichten E-mailinstellingen Mailboxen beheren Druk op en selecteer Berichten > Opties > Instellingen > E-mail. Selecteer Mailbox in gebruik en een mailbox om op te geven welke mailbox u wilt gebruiken voor het verzenden van e-mail. Selecteer Mailboxen, blader naar de gewenste mailbox en druk op C als u een mailbox inclusief de berichten wilt verwijderen van het apparaat. Selecteer Opties > Nieuwe mailbox in Mailboxen als u een nieuwe mailbox wilt maken.
Selecteer Uitgaande e-mail als u de instellingen wilt bewerken voor e-mail die u verzendt. Maak vervolgens een keuze uit de volgende opties: ● Mijn e-mailadres — Voer het e-mailadres in dat u van uw serviceprovider hebt gekregen. ● Server uitg. mail — Voer het IP-adres of de hostnaam in van de mailserver waarmee uw email wordt verzonden. U kunt mogelijk alleen de server voor uitgaande mail van de serviceprovider gebruiken. Neem voor meer informatie contact op met uw serviceprovider.
Berichten ● Pad IMAP4-map (alleen voor IMAP4) — Geef het pad op voor de mappen waarop u zich wilt abonneren. ● Mapabonnementen (alleen voor IMAP4) — Abonneer u op andere mappen in de externe mailbox en haal inhoud uit deze mappen op. Automatisch ophalen instellen Druk op en selecteer Berichten > Opties > Instellingen > E-mail > Mailboxen, een mailbox en Automatisch ophalen. Maak een keuze uit de volgende opties: ● E-mailmeldingen — Selecteer Ontv. en aut. bijw. of Uitsl.
Overige instellingen Druk op en selecteer Berichten > Opties > Instellingen > Overige. Berichten itemnummers en of de nieuwe nummers zonder naam in de lijst moeten worden opgeslagen. Maak een keuze uit de volgende opties: ● Verzonden ber. opsl. — Selecteer of u in de map Verzonden een kopie wilt opslaan van elk verzonden SMS-, multimedia- of e-mailbericht. ● Aantal opgesl. ber. — Geef aan hoeveel verzonden berichten tegelijkertijd worden opgeslagen in de map Verzonden.
Oproepen plaatsen Oproepen plaatsen Spraakoproepen 1. Voer in de stand-by modus het telefoonnummer in, inclusief het netnummer. Druk op C als u een nummer wilt verwijderen. Voor internationale oproepen drukt u tweemaal op * voor het teken + (duidt de internationale toegangscode aan). Vervolgens kiest u het landnummer, het netnummer (eventueel zonder voorloopnul) en het abonneenummer. 2. Druk op de beltoets als u de oproep wilt beëindigen. 3.
Tip: Druk bij slechts één actieve oproep op de beltoets als u deze in de wachtstand wilt plaatsen. Druk nogmaals op de beltoets als u de oproep wilt activeren. Selecteer tijdens een actieve oproep Opties > Luidspreker insch. als u het geluid van de telefoon via de luidspreker wilt weergeven. Selecteer Opties > Handsfree insch. als u het geluid wilt weergeven via een compatibele hoofdtelefoon met Bluetooth-connectiviteit die u hebt aangesloten. Selecteer Opties > Telefoon insch.
Oproepen plaatsen Wanneer u Stil selecteert om de beltoon van de inkomende oproep te dempen, kunt u zonder de oproep te weigeren een tekstbericht verzenden waarin u de beller laat weten waarom u de oproep niet kunt beantwoorden. Selecteer Opties > Bericht verzenden. Selecteer Instrumenten > Instell. > Telefoon > Oproep > Oproep weig. met bericht als u deze optie wilt instellen en een standaardtekstbericht wilt schrijven. Een conferentiegesprek voeren 1. Bel de eerste deelnemer. 2.
Als u in de stand-by modus een oproep wilt plaatsen, drukt u op de toegewezen sneltoets en op de beltoets. Oproep in wachtstand U kunt een oproep beantwoorden terwijl u een ander gesprek voert als u Oproep in wachtrij hebt geactiveerd in Instell. > Telefoon > Oproep > Oproep in wachtrij (netwerkdienst). Druk op de beltoets als u de oproep wilt beantwoorden. De eerste oproep wordt in de wachtstand geplaatst. Selecteer Wisselen als u wilt schakelen tussen de twee oproepen.
Oproepen plaatsen aangesloten, houdt u de headsettoets ingedrukt wanneer u spraakgestuurd bellen wilt starten. 2. U hoort een korte toon en de tekst Spreek nu wordt weergegeven. Spreek duidelijk de naam of bijnaam uit van de persoon zoals deze op de contactkaart is opgeslagen. 3. Het apparaat speelt een synthesizer-spraaklabel af voor de herkende contactpersoon in de geselecteerde apparaattaal en geeft de naam en het nummer weer. Na een time-out van 2,5 seconde wordt het nummer gekozen.
De tweede camera aan de voorzijde wordt standaard gebruikt voor video-oproepen. Het starten van een video-oproep kan enige tijd duren. Wachten op videoafbeelding wordt weergegeven. Als de oproep mislukt, bijvoorbeeld omdat video-oproepen niet worden ondersteund door het netwerk of omdat het ontvangende apparaat niet compatibel is, wordt u gevraagd of u een gewone oproep wilt plaatsen of een SMS- of multimediabericht wilt verzenden.
Oproepen plaatsen Gebruik de volumetoets aan de zijkant van het apparaat als u het volume tijdens een videogesprek wilt regelen. Een video-oproep beantwoorden of weigeren Wanneer u een videogesprek ontvangt, wordt weergegeven. Druk op de beltoets als u de video-oproep wilt beantwoorden. Verzenden videobericht naar beller toestaan? wordt weergegeven. Selecteer Ja als u wilt beginnen met het verzenden van live videobeelden.
● Controleer of zowel de zender als de ontvanger zijn geregistreerd bij het UMTS-netwerk. Als u iemand uitnodigt voor een deelsessie en deze persoon zich niet in het dekkingsgebied van het UMTS-netwerk bevindt, Video delen niet hebt geïnstalleerd of geen verbindingen van persoon tot persoon heeft ingesteld, weet de ontvanger niet dat u een uitnodiging hebt verzonden. U ontvangt een foutbericht met de melding dat de ontvanger de uitnodiging niet kan accepteren.
Oproepen plaatsen ● Controleer of de verbindingsinstellingen voor het UMTS-toegangspunt van het apparaat correct zijn geconfigureerd. Live videobeelden en videoclips delen Selecteer Opties > Video delen tijdens een actieve spraakoproep: 1. Selecteer Live video als u tijdens de oproep live video's wilt delen. Selecteer Opgenomen clip als u een videoclip wilt delen. Selecteer een clip die u wilt delen. Mogelijk moet u de videoclip converteren naar een geschikte indeling om deze te kunnen delen.
Een uitnodiging accepteren Wanneer iemand een uitnodiging voor het delen van video naar u verzendt, wordt een uitnodigingsbericht weergegeven waarin de naam of het SIP-adres van de afzender staat vermeld. Als het apparaat niet is ingesteld op Stil, hoort u de beltoon wanneer u een uitnodiging ontvangt. Als iemand een uitnodiging voor delen naar u verzendt en u zich niet in een gebied met UMTSnetwerkdekking bevindt, weet u niet dat u een uitnodiging hebt ontvangen.
Oproepen plaatsen lijsten met recente oproepen wilt wissen. Open een lijst met oproepen en selecteer Opties > Lijst wissen als u de lijst wilt wissen. Open een lijst, ga naar een afzonderlijk item en druk op C als u dit wilt wissen. Gespreksduur Druk op Logboek. en selecteer Instrumenten > Selecteer Duur oproep als u de gemiddelde duur van inkomende en uitgaande oproepen wilt bijhouden.
Selecteer Opties > Filter en een filter als u het logboek wilt filteren. Selecteer Opties > Logboek wissen als u de inhoud van het logboek, de lijst met recente oproepen en de leveringsrapporten definitief wilt wissen. Selecteer Ja ter bevestiging. Druk op C als u één enkele gebeurtenis wilt verwijderen uit een van de recente oproepenlogboeken. zijn overgedragen en hoelang een bepaalde packetgegevensverbinding duurt.
Contacten (adressenlijst) Contacten (adressenlijst) In Contacten kunt u contactgegevens opslaan en bijwerken, zoals telefoonnummers, privé-adressen of e-mailadressen van uw contacten. U kunt een persoonlijke beltoon of een miniatuur toevoegen aan een contactkaart. U kunt ook contactgroepen maken, zodat u SMS- of e-mailberichten naar een groot aantal ontvangers tegelijk kunt sturen. Namen en nummers opslaan en bewerken 1. Druk op en selecteer Contacten > Opties > Nieuw contact. 2.
Druk op en selecteer Contacten. U kunt standaardnummers of -adressen toewijzen aan een contactkaart. Als een contact dan meerdere nummers of adressen heeft, kunt u gemakkelijk bellen of het contact een bericht sturen op een bepaald nummer of adres. Het standaardnummer wordt ook gebruikt als u spraakgestuurd belt. 1. Selecteer een contact in de contactenlijst. 2. Selecteer Opties > Standaardnummers. 3. Selecteer een standaardnummer waaraan u een nummer of adres wilt toevoegen en selecteer Toewijzen. 4.
Contacten (adressenlijst) wordt geopend en u kunt de namen zien die op de SIM-kaart zijn opgeslagen. Ze zijn gemarkeerd met . SIM-telefoonboek en andere SIM-diensten Raadpleeg de leverancier van uw SIM-kaart over beschikbaarheid en voor informatie over het gebruik van SIM-diensten. Dit kan de serviceprovider of een andere leverancier zijn. Selecteer Opties > Mijn nummers om de namen en nummers die op de SIM-kaart zijn opgeslagen, weer te geven.
Selecteer Opties > Naam wijzigen, voer de nieuwe naam in en selecteer OK om de naam van een groep te wijzigen. Leden uit een groep verwijderen 1. Selecteer in de groepenlijst de groep die u wilt wijzigen. 2. Ga naar het contact en selecteer Opties > Verwijder uit groep. 3. Selecteer Ja om het contact uit de groep te verwijderen. Contacten (adressenlijst) 6. Selecteer OK om de contacten aan de groep toe te voegen.
Tijdmanagement Tijdmanagement Klok Wekker Druk op u het alarm op sluimeren instelt, selecteert u Opties > Instellingen > Snoozetijd alarm. en selecteer Toepass. > Klok. Selecteer Opties > Nieuw snel alarm als u een nieuw snel alarmsignaal wilt instellen. Een snel alarmsignaal wordt ingesteld voor de volgende 24 uur en kan niet worden herhaald. Blader naar rechts naar het tabblad Alarm als u actieve en inactieve alarmsignalen wilt bekijken.
Agenda Een agenda-item maken Druk op en selecteer Toepass. > Agenda. 1. Blader naar de gewenste datum, selecteer Opties > Nieuw item en maak een keuze uit een van de volgende opties als u een nieuw agendaitem wilt toevoegen: ● Vergadering — Hiermee wordt u herinnerd aan een afspraak op een specifieke datum en tijd. ● Vergaderverzoek — Hiermee maakt en verzendt u een nieuw vergaderverzoek. Voor het verzenden van verzoeken moet een mailbox zijn ingesteld. Zie 'Mailboxen beheren', p. 138.
Tijdmanagement Tip: Als u wilt opgeven na hoeveel tijd het alarmsignaal voor een agendanotitie nogmaals moet worden weergegeven wanneer u dit signaal op sluimeren heb ingesteld, drukt u op en selecteert u Toepass. > Agenda > Opties > Instellingen > Snoozetijd alarm. Agendaweergaven Selecteer Opties > Instellingen als u de eerste dag van de week wilt wijzigen of de weergave wilt wijzigen die wordt getoond wanneer u de agenda opent.
Quickoffice Met de Quickoffice-toepassingen kunt u DOC-, XLS-, PPT-, PPS- en TXT-bestanden weergeven en software downloaden. Niet alle bestandsindelingen of functies worden ondersteund. Apple Macintosh wordt niet ondersteund. Als u een bestand wilt weergeven, drukt u op en selecteert u Toepass. > Kantoor > Quickoffice. Selecteer de locatie vanwaar u bestanden wilt weergeven, blader naar de gewenste map en selecteer een bestand.
Kantoormap Als u wilt bijwerken naar een versie van Quicksheet die bewerkingen ondersteunt, selecteert u Opties > Updates en upgrades wanneer u een bestand hebt geopend. Aan de upgrade zijn kosten verbonden. Quickpoint Met Quickpoint kunt u Microsoft PowerPointpresentaties weergeven op het apparaat. Quickpoint ondersteunt de weergave van presentaties die zijn opgeslagen in de PPT- en PPSindeling en zijn gemaakt met Microsoft PowerPoint 2000, XP en 2003.
Omrekenen Druk op en selecteer Toepass. > Kantoor > Omreken.. Met Omrekenen kunt u maateenheden omrekenen. De functie Omrekenen is niet helemal nauwkeurig en afrondingsfouten zijn mogelijk. 1. Selecteer Opties > Wisselkoersen. 2. De standaardnaam voor de valuta-items is Vreemd. Selecteer Opties > Naam valuta wijzig. als u de naam van een valuta wilt wijzigen. 3. Voeg de wisselkoersen voor de valuta's toe en druk op Gereed. 4. Selecteer in het tweede veld Eenheid de valuta waarnaar u wilt omrekenen.
Map Toepassingen Map Toepassingen Rekenmachine Druk op en selecteer Toepass. > Rekenm.. Opmerking: Deze rekenmachine heeft een beperkte nauwkeurigheid en is ontworpen voor eenvoudige berekeningen. Als u een berekening wilt maken, voert u het eerste getal van de berekening in. Selecteer in het functiegedeelte een functie, zoals optellen of aftrekken. Voer het tweede getal van de berekening in en selecteer =. De rekenmachine voert bewerkingen uit in de volgorde waarin deze zijn ingevoerd.
Toepassingen en software installeren Installatiebestanden kunnen naar het apparaat worden overgedragen vanaf een compatibele pc, gedownload tijdens het browsen of ontvangen in een multimediabericht, als e-mailbijlage of via andere verbindingsmethoden zoals Bluetoothconnectiviteit. Met Nokia Application Installer in Nokia Nseries PC Suite kunt u een toepassing installeren op het apparaat.
Map Toepassingen Ga als volgt te werk om een toepassing of software te installeren: 1. Druk op en selecteer Toepass. > Toep.beh. als u naar een installatiebestand wilt zoeken. U kunt ook zoeken in het apparaatgeheugen of op een compatibele geheugenkaart (indien geplaatst) in Bestandsbeheer, of in Berichten > Inbox een bericht openen dat een installatiebestand bevat. 2. Selecteer Opties > Installeren in Toepassingsbeheer.
Verwijderde software kan alleen opnieuw worden geïnstalleerd als u beschikt over het oorspronkelijke softwarepakket of een volledige back-up van de verwijderde software. Als u een softwarepakket verwijdert, kan het zijn dat u documenten die u daarmee hebt gemaakt, niet meer kunt openen. Als een ander softwarepakket afhankelijk is van het verwijderde softwarepakket, kan het zijn dat het andere softwarepakket niet meer werkt.
Map Instrumenten Map Instrumenten Bestandsbeheer Druk op en selecteer Instrumenten > Best.beh.. Met Bestandsbeheer kunt u bestanden op de telefoon, de geheugenkaart of een compatibel extern station zoeken, beheren en openen. Hoofdweergave van Bestandsbeheer De beschikbare opties zijn afhankelijk van het type geheugen dat u hebt gemarkeerd. Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende opties: 168 ● Geh.
Spraakopdrachten Druk op en selecteer Instrumenten > Hulpprogr. > Spraakopdr.. U kunt het apparaat besturen met behulp van uitgebreide spraakopdrachten. Zie 'Spraakoproepen', p. 145. Als u uitgebreide spraakopdrachten wilt activeren om toepassingen en profielen te starten, houdt u vanuit de stand-by modus de rechterselectietoets ingedrukt. Als u uitgebreide spraakopdrachten wilt gebruiken, houdt u de rechterselectietoets ingedrukt in de stand-by modus en spreekt u de spraakopdracht in.
Map Instrumenten Synchronisatie Apparaatbeheer Met Synchronisatie kunt u notities, agenda-items, SMS- en MMS-berichten, browserbookmarks of contacten synchroniseren met verschillende compatibele toepassingen op een compatibele computer of op internet. Gebruik Apparaatbeheer als u verbinding wilt maken met een server en configuratie-instellingen voor het apparaat wilt ontvangen om nieuwe serverprofielen te maken of om bestaande serverprofielen te bekijken en te beheren. Druk op Synchr..
Met Spraak kunt u de taal, de stem en spraakeigenschappen voor de berichtlezer instellen. Druk op en selecteer Instrumenten > Hulpprogr. > Spraak. Selecteer Taal om de taal voor de berichtlezer in te stellen. Selecteer Opties > Talen downloaden om meer talen voor het apparaat te downloaden. Tip: Wanneer u een nieuwe taal downloadt, moet u minstens één stem voor die taal downloaden. Selecteer Stem om de spreekstem in te stellen. De stem hangt af van de geselecteerde taal.
Instellingen Instellingen Sommige instellingen zijn mogelijk vooraf door de serviceprovider geconfigureerd voor het apparaat. U kunt deze instellingen dan niet wijzigen. Algemene instellingen In Algemene instellingen kunt u de algemene instellingen van het apparaat bewerken of de oorspronkelijke standaardinstellingen herstellen. U kunt de datum- en tijdinstellingen ook in de klok aanpassen. Zie 'Klok ', p. 158. Persoonlijke instellingen Druk op en selecteer Instrumenten > Instell.
Als de actieve stand-by modus is uitgeschakeld, kunt u snelkoppelingen via toetsen toewijzen voor de verschillende drukmogelijkheden van de bladertoets. ● Menuweergave wijzigen — Selecteer Horizont. pictogr.balk om een horizontale werkbalk en de inhoud van verschillende toepassingen op het scherm weer te geven. Selecteer Vertic. pictogrambalk om een verticale werkbalk op het scherm weer te geven. De inhoud uit verschillende toepassingen wordt verborgen.
Instellingen ● Autom. antwoorden — Hiermee kunt u instellen dat inkomende oproepen na vijf seconden automatisch worden beantwoord. Als het beltoontype is ingesteld op Eén piep of Stil, is automatisch antwoorden uitgeschakeld. ● Verlichting — Hiermee kunt u instellen of de verlichting ingeschakeld moet blijven of moet worden uitgeschakeld na de time-out. Deze instelling is niet voor alle toebehoren beschikbaar. Beveiligingsinstellingen Telefoon en SIM Druk op en selecteer Instrumenten > Instell.
Certificaatbeheer Druk op en selecteer Instrumenten > Instell. > Algemeen > Beveiliging > Certificaatbeheer. Digitale certificaten vormen geen waarborg voor de veiligheid. Ze worden gebruikt om de oorsprong van software te verifiëren. In de hoofdweergave van Certificaatbeheer ziet u een lijst met de autoriteitscertificaten die in het apparaat zijn opgeslagen. Druk de bladertoets naar rechts als u een lijst met persoonlijke certificaten wilt weergeven, indien beschikbaar.
Instellingen Als de identiteit van de server niet authentiek is of als u niet over het juiste beveiligingscertificaat beschikt, wordt een melding weergegeven. Ga naar het certificaat en selecteer Opties > Certificaatgegevens als u de gegevens van een certificaat wilt controleren.
Druk op en selecteer Instrumenten > Instell. > Algemeen > Fabrieksinstell.. U kunt de oorspronkelijke waarden van sommige instellingen herstellen. U hebt hiervoor echter de blokkeringscode nodig. Nadat u de fabrieksinstellingen hebt hersteld, kan het inschakelen van het apparaat langer duren. Dit heeft geen effect op documenten en bestanden. Navi-wheel-instellingen Druk op en selecteer Instrumenten > Instell. > Algemeen > Navigatiewieltje.
Instellingen Notatie-instellingen Als u wilt opgeven welk meetsysteem u voor snelheden en afstanden wilt gebruiken, selecteert u Meetsysteem > Metrisch of Brits. Als u wilt opgeven in welke notatie de coördinaatgegevens in het apparaat moeten worden weergegeven, selecteert u Notatie coördinaten en de gewenste notatie. Telefooninstellingen In Telefooninstellingen kunt u instellingen voor telefoongesprekken en het netwerk bewerken. Oproepinstellingen Druk op en selecteer Instrumenten > Instell.
Tip: U kunt tussen de telefoonlijnen schakelen door in de stand-by modus # ingedrukt te houden. ● Lijn wijzigen — Als u lijnselectie (netwerkdienst) wilt voorkomen, selecteert u Uitschakelen als dit door uw SIM-kaart wordt ondersteund. U hebt de PIN2-code nodig om deze instelling te wijzigen. Oproepen doorschakelen Druk op en selecteer Instrumenten > Instell. > Telefoon > Doorschakelen. Met Doorschakelen kunt u inkomende oproepen doorschakelen naar uw voicemailbox of een ander telefoonnummer.
Instellingen Spraakoproepen blokkeren Selecteer de gewenste blokkeringsoptie en schakel deze in (Inschakelen) of uit (Uitschakelen) of controleer of de optie is ingeschakeld (Status controleren). Oproepblokkering is van invloed op alle oproepen, inclusief gegevensoproepen. Netwerkinstellingen Druk op en selecteer Instrumenten > Instell. > Telefoon > Netwerk. Het apparaat kan automatisch schakelen tussen GSM- en UMTS-netwerken. Het GSM-netwerk wordt in de stand-by modus aangegeven met . Het .
Gegevensverbindingen en toegangspunten Het apparaat ondersteunt packetgegevensverbindingen (netwerkdienst), zoals GPRS in het GSM-netwerk. Wanneer u het apparaat gebruikt in GSM- en UMTS-netwerken, kunnen meer gegevensverbindingen tegelijk actief zijn en kunnen toegangspunten een gegevensverbinding delen. In het UMTS-netwerk blijven gegevensverbindingen actief gedurende spraakoproepen. U kunt ook een WLAN-verbinding gebruiken.
Instellingen Selecteer Nieuw toegangspunt als u een nieuw toegangspunt wilt maken. U wordt gevraagd de beschikbare verbindingen te controleren. De reeds beschikbare verbindingen worden na de zoekopdracht weergegeven en kunnen door een nieuw toegangspunt worden gedeeld. Als u deze stap overslaat, wordt u gevraagd een verbindingsmethode te selecteren en de benodigde instellingen te definiëren.
Selecteer Opties > Geavanc. instell. als u de volgende instellingen wilt wijzigen: ● Netwerktype — Selecteer het internetprotocoltype voor het overbrengen van gegevens naar en van uw apparaat. De overige instellingen zijn afhankelijk van het geselecteerde netwerktype. ● IP-adres telefoon (alleen voor IPV4) — Voer het IP-adres van het apparaat in. ● DNS-adressen — Voer de IP-adressen van de primaire en secundaire DNS-servers in (indien vereist voor de serviceprovider).
Instellingen ● WEP-sleutel in gebr. — Selecteer het WEPsleutelnummer (Wired Equivalent Privacy). U kunt maximaal vier WEP-sleutels maken. Dezelfde instellingen moeten worden ingevoerd op het apparaat voor het WLAN-toegangspunt. ● Verificatietype — Selecteer Open of Gedeeld voor het verificatietype tussen uw apparaat en het apparaat voor het WLAN-toegangspunt. ● Instell.
● Packet-ggvnsverb. — Als u Autom. bij signaal selecteert en u zich in een netwerk bevindt dat packet-gegevens ondersteunt, wordt het apparaat geregistreerd bij het netwerk voor packet-gegevens. Het starten van een actieve packet-gegevensverbinding verloopt sneller, bijvoorbeeld voor het verzenden en ontvangen van e-mail. Als er geen dekking is voor een packet-gegevensverbinding, wordt regelmatig geprobeerd deze verbinding tot stand te brengen.
Instellingen opslaan, weergeven of verwijderen in Configuraties. Naamcontrole toegangspunt Druk op en selecteer Instrumenten > Instell. > Verbinding > Tgpt.namen bhr.. Met de naamcontroledienst voor toegangspunten kunt u packet-gegevensverbindingen beperken en het apparaat zo instellen dat alleen bepaalde toegangspunten voor packet-gegevens worden gebruikt. Deze instelling is alleen beschikbaar als de SIMkaart de controledienst van het toegangspunt ondersteunt.
Bezoek de ondersteuningspagina's op www.nseries.com/support om veelgestelde vragen over uw apparaat te bekijken. V: Wat is mijn wachtwoord voor de blokkerings-, PIN- of PUK-code? A: De standaardblokkeringscode is 12345. Neem contact op met de leverancier van het apparaat als u de blokkeringscode niet meer weet of kwijt bent. Als u de PIN- of PUK-code niet (meer) weet of als u deze code(s) kwijt bent, neemt u contact op met de netwerkprovider.
Problemen oplossen mag de afstand tussen beide apparaten niet groter zijn dan 10 meter en mogen er zich geen muren of andere obstakels tussen de apparaten bevinden. V: Waarom kan ik een Bluetooth-verbinding niet verbreken? A: Als een ander apparaat verbonden is met het apparaat, kunt u de verbinding verbreken vanaf het andere apparaat of door Bluetooth uit te schakelen. Druk op en selecteer Instrumenten > Bluetooth > Bluetooth > Uit.
A: WLAN op het Nokia-apparaat wordt uitgeschakeld wanneer u niet probeert om verbinding te maken, geen verbinding hebt met een ander toegangspunt of niet aan het zoeken bent naar beschikbare netwerken. Als u de batterij wilt sparen, kunt u aangeven dat er niet of minder vaak moet worden gezocht naar beschikbare netwerken op de achtergrond. WLAN wordt uitgeschakeld tussen scans op de achtergrond. Ga als volgt te werk om de instellingen voor scans op de achtergrond te wijzigen: 1.
Problemen oplossen verbinding. Wanneer u Handmatig selecteert, ontvangt u een bericht wanneer u een nieuw multimediabericht kunt ophalen in de multimediaberichtencentrale. Wanneer u Uit selecteert, wordt geen verbinding meer gemaakt met het netwerk voor multimediaberichten. Druk op en selecteer Instrumenten > Instell. > Verbinding > Packet-ggvns > Packetggvnsverb.
Opladen en ontladen scherm wordt weergegeven en u weer met het apparaat kunt bellen. Als u de nieuwe batterij voor de eerste keer gebruikt of als u de batterij langere tijd niet hebt gebruikt, is het mogelijk dat u de lader moet aansluiten, ontkoppelen en vervolgens opnieuw moet aansluiten om het opladen te starten. Let op dat u geen kortsluiting veroorzaakt in de batterij.
Informatie over de batterij zijn met name beperkt in temperaturen beduidend onder het vriespunt. batterij. Als u reden hebt om aan te nemen dat uw batterij geen echte, originele Nokia-batterij is, gebruik deze dan niet, maar breng de batterij naar de dichtstbijzijnde officiële Nokia-dealer of Service Point voor assistentie. De officiële Nokia-dealer of Service Point zal de echtheid van de batterij controleren.
Gebruik de batterij niet, als het u niet gelukt is vast te stellen of de Nokia-batterij met het hologramlabel een originele Nokia-batterij is. Breng de batterij naar de dichtstbijzijnde officiële Nokia-dealer of Service Point voor assistentie. Het gebruik van een batterij die niet door de fabrikant is goedgekeurd, kan gevaarlijk zijn en kan leiden tot gebrekkige prestaties en beschadiging van het apparaat of de toebehoren. Het kan ook de goedkeuring of garantie van het apparaat ongeldig maken.
Behandeling en onderhoud Behandeling en onderhoud Uw apparaat is een product van toonaangevend ontwerp en vakmanschap en moet met zorg worden behandeld. De volgende tips kunnen u helpen om de garantie te behouden. ● Houd het apparaat droog. Neerslag, vochtigheid en allerlei soorten vloeistoffen of vocht kunnen mineralen bevatten die corrosie van elektronische schakelingen veroorzaken.
● U kunt het apparaat zo nu en dan weer tot een optimale prestatie resetten door de stroom uit te schakelen en de batterij te verwijderen. Deze tips gelden voor het apparaat, de batterij, de lader en andere toebehoren. Neem contact op met het dichtstbijzijnde bevoegde servicepunt als enig apparaat niet goed werkt.
Aanvullende veiligheidsinformatie 196 Aanvullende veiligheidsinformatie Kleine kinderen Uw apparaat en toebehoren kunnen kleine onderdelen bevatten. Houd ze buiten het bereik van kleine kinderen. Gebruiksomgeving Dit apparaat voldoet aan de richtlijnen voor blootstelling aan RF-signalen wanneer het op normale wijze tegen het oor wordt gehouden of wanneer het zich op een afstand van minimaal 1,5 cm (5/8 inch) van het lichaam bevindt.
Fabrikanten van medische apparatuur bevelen aan dat minimaal 15,3 centimeter (6 inches) afstand wordt gehouden tussen een draadloos apparaat en geïmplanteerde medische apparatuur, zoals een pacemaker of een geïmplanteerde defibrillator, om mogelijke storing aan de medische apparatuur te vermijden. Mensen die zulke apparaten dragen, moeten: ● Altijd het draadloze apparaat op meer dan 15,3 centimeter (6 inches) afstand houden van de medische apparatuur wanneer het draadloze apparaat is ingeschakeld.
Aanvullende veiligheidsinformatie in uw auto nog steeds goed bevestigd zit en naar behoren functioneert. Vervoer of bewaar geen brandbare vloeistoffen, gassen of explosieve materialen in dezelfde ruimte als die waarin het apparaat zich bevindt of onderdelen of toebehoren daarvan. Voor auto's met een airbag geldt dat de airbags met zeer veel kracht worden opgeblazen.
Beëindig het gesprek pas wanneer u daarvoor toestemming hebt gekregen. 1. Schakel het apparaat in als dat nog niet is gebeurd. Controleer of de signaalontvangst voldoende is. Informatie over certificatie (SAR) Een alarmnummer kiezen: In sommige netwerken kan een geldige, correct geplaatste SIM-kaart noodzakelijk zijn. 2. Druk zo vaak als nodig is op de end-toets om het scherm leeg te maken en het apparaat gereed te maken voor een oproep. 3. Toets het alarmnummer in voor het gebied waar u zich bevindt.
Aanvullende veiligheidsinformatie 200 ontworpen dat niet meer energie wordt gebruikt dan nodig is om verbinding te maken met het netwerk. De hoeveelheid benodigde energie kan wijzigen afhankelijk van een aantal factoren, zoals de afstand tot een zendmast waarop u zich bevindt. De hoogste SAR-waarde onder de ICNIRP-richtlijnen voor gebruik van het apparaat bij het oor is 1,23 W/ kg. Het gebruik van accessoires en toebehoren met het apparaat kan resulteren in andere SAR-waarden.
A aanpassen 35 accessoires Zie toebehoren achtergrond 35 achtergrondverlichting, timeout 172 actieve stand-by modus 38, 172 actieve werkbalk 73 in camera 71 in Foto's 85 adressenlijst Zie contacten afbeeldingen afdrukken 90, 92 bewerken 87 online delen 92 afdrukken afbeeldingen 90 afspelen berichten 133 agenda 159 alarmsignaal, agendanotitie 159, 160 albums, media 86 algemene informatie 19 antennes 24 Apparaatbeheer 170 assisted GPS (A-GPS) 40 audioberichten 130 automatisch bijwerken, datum/tijd 158 B b
Index bookmarks 110 browser beveiliging 111 bookmarks 110 browsen door pagina's 108 cachegeheugen 111 downloads 110 instellingen 112 widgets 109 C 202 Zie ook gegevensverbindingen 106, cachegeheugen 111 camera afbeeldingskwaliteit 79 belichting 80 flash 74 fotomodus 72 instellingen 79 kleur 80 locatiegegevens 73 opties 73 reeksmodus 75 scènes 74 symbolen 71 videokwaliteit 81 videomodus 78 zelfontspanner 76 certificaten 175 computerverbindingen 122 conferentiegesprekken 144 configuratie Zie instellin
G galerij geluiden 93 koppelingen naar streamingmedia 94 gedeelde video 148 gegevensverbindingen Apparaatbeheer 170 kabel 122 pc-connectiviteit 122 synchronisatie 170 toegangspunt, instellingen 182 geheugen vrijmaken 23 webcache 111 gekozen nummers 151 geluiden 36 geluidsthema's 36 GPS (Global Positioning System) 40 grafieken, spreadsheet 161 H handtekening, digitaal 175 headset 32 Help-toepassing 19 hoofdmenu 39 HSDPA (high-speed downlink packet access) 34 I inbox, berichten 132 infodienstberichten 1
Index J Zie ook browser J2ME Java-toepassing, ondersteuning 164 Java-scripts/toepassingen 164 K Kaarten 46 kabelverbinding 122 klantenservice 19 klembord, kopiëren naar 130 klok 38, 158 kopiëren, tekst naar het klembord 130 koppelingen naar streamingmedia 94 L 204 leestekens, tekstinvoer 129 lettertype, instellingen 172 licenties 125 lichtinstellingen 172 lijstweergave van menu's 39 locatiegegevens 40 luidspreker 32 M mailbox e-mail 133 video 143 voice 143 media Flash Player 124 Muziekspeler 53 ra
P packet-gegevensverbinding instellingen 184 tellers 152 paginaoverzicht 108 PDF-reader 162 personaliseren 172 persoonlijke certificaten 175 PictBridge 91 PIN2-code 20 PIN-code 20 plaatsen 43 podcast afspelen 64 downloads 63 instellingen 61 lijsten 62 zoeken 62 positionering, instellingen 177 positioneringsgegevens 40 PowerPoint, Microsoft 162 presentaties, multimedia 94, 132, 162 problemen oplossen 187 productondersteuningspagin a's 19 profielen offline beperkingen 33 proxy-instellingen 183 PUK-codes 20
Index instellingen 100 synchronisatie van gegevens 170 T taalinstellingen 173 tekencodes 129 tekstinvoer 128 tekstvoorspelling, invoermodus 128 thema's 35 thuisnetwerk inhoud delen 97 tijd en datum 158 tijdzone, instellingen 158 time-out voor achtergrondverlichting 172 toegangscodes 20 toegangspunten 116, 181 toepassingen 164 toepassingsbeheer 164 toetsenblok 29, 174 tonen beltonen 36, 37 instellingen 172 U 206 UPIN-code 20 UPnP (Universal Plug and Play architecture) 95 UPUK-code 20 USB-kabelverbindin