Operation Manual

de WLAN-scanfunctie wilt uitschakelen, selecteert u
de status en WLAN-scan uit.
Druk op
en selecteer Instrumenten > WLAN-
wiz. als u de WLAN-wizard in het menu wilt openen.
WLAN-internettoegangspunten
Druk op en selecteer Instrumenten > WLAN-
wiz..
Selecteer Opties en maak een keuze uit de volgende
opties:
WLAN-netwrkn filteren — Hiermee filtert u de
WLAN's uit de lijst met gedetecteerde netwerken.
De geselecteerde netwerken worden uitgefilterd
als de toepassing de volgende keer naar WLAN's
zoekt.
Details — Hiermee kunt u de details van een
netwerk in de lijst weergeven. Als u een actieve
verbinding selecteert, worden de
verbindingsdetails getoond.
Toeg.punt definiëren — Hiermee maakt u een
internettoegangspunt in een WLAN.
Toegangspunt bwrkn — Hiermee bewerkt u de
details van een bestaand internettoegangspunt.
U kunt ook het verbindingsbeheer gebruiken om
internettoegangspunten te maken.
Zie 'Actieve
gegevensverbindingen', p. 116.
Bedieningsmodi
Een WLAN heeft twee bedieningsmodi:
infrastructuur en adhoc.
In de infrastructuurmodus zijn twee soorten
communicatie mogelijk: draadloze apparaten zijn
met elkaar verbonden via een WLAN-toegangspunt
of draadloze apparaten zijn op een LAN aangesloten
via een WLAN-toegangspunt.
In de ad-hocmodus kunnen apparaten onderling
rechtstreeks gegevens verzenden en ontvangen.
Verbindingsbeheer
Actieve gegevensverbindingen
Druk op en selecteer Instrumenten >
Connect. > Verb.beh. > Act. gegevens-
verbindingen.
In de weergave Actieve gegevensverbindingen kunt
u de geopende gegevensverbindingen bekijken:
gegevensoproepen
packet-gegevensverbindingen
WLAN-verbindingen
Opmerking: De uiteindelijke gespreksduur
die door de serviceprovider in rekening wordt
gebracht kan variëren, afhankelijk van de
116
Verbindingen