Operation Manual

E-mailinstellingen
Mailboxen beheren
Druk op en selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > E-mail.
Selecteer Mailbox in gebruik en een mailbox om
op te geven welke mailbox u wilt gebruiken voor
het verzenden van e-mail.
Selecteer Mailboxen, blader naar de gewenste
mailbox en druk op C als u een mailbox inclusief de
berichten wilt verwijderen van het apparaat.
Selecteer Opties > Nieuwe mailbox in
Mailboxen als u een nieuwe mailbox wilt maken.
In de hoofdweergave van Berichten wordt Nieuwe
mailbox vervangen door de naam van de nieuwe
mailbox. U kunt maximaal zes mailboxen
gebruiken.
Selecteer Mailboxen en een mailbox om de
instellingen voor verbindingen, gebruikers en het al
dan niet automatisch ophalen van e-mail te
wijzigen.
Verbindingsinstellingen
Druk op en selecteer Berichten > Opties >
Instellingen > E-mail > Mailboxen, een mailbox
en Verbindingsinstellingen.
Selecteer Inkomende e-mail als u de instellingen
voor ontvangen e-mail wilt bewerken. Maak
vervolgens een keuze uit de volgende opties:
Gebruikersnaam — Voer de gebruikersnaam in
die door de serviceprovider is verstrekt.
Wachtwoord — Voer uw wachtwoord in. Als u
dit veld niet invult, moet u een wachtwoord
opgeven wanneer u verbinding maakt met de
externe mailbox.
Server inkom. mail — Voer het IP-adres of de
hostnaam in van de mailserver waarmee uw e-
mail wordt ontvangen.
Toegangsp. in gebr. — Selecteer een
internettoegangspunt.
Zie
'Toegangspunten', p. 181.
Mailboxnaam — Voer een naam voor de
mailbox in.
Mailboxtype — Definieer het e-mailprotocol dat
door de serviceprovider van uw externe mailbox
wordt aanbevolen. De opties zijn POP3 en
IMAP4. Deze instelling kan niet worden
gewijzigd.
Beveiliging — Selecteer de beveiliging voor de
verbinding met de externe mailbox.
Poort — Definieer een poort voor de verbinding.
APOP beveil. inloggen (alleen voor
POP3) — Gebruik deze optie bij het POP3-
protocol voor het coderen van wachtwoorden
die naar de externe e-mailserver worden
138
Berichten