Operation Manual
Wanneer de overdracht is gestart, kunt u deze
annuleren en later verder gaan.
De inhoud wordt overgedragen vanuit het
geheugen van het andere apparaat naar de
overeenkomstige locatie op uw apparaat. De tijd
die nodig is voor de overdracht, is afhankelijk van
de hoeveelheid gegevens.
Inhoud synchroniseren, ophalen
of verzenden
Selecteer na de eerste bestandsoverdracht een van
de volgende opties om een nieuwe overdracht te
starten, afhankelijk van het model van het andere
apparaat:
om de inhoud tussen uw apparaat en het andere
apparaat te synchroniseren, als het andere
apparaat synchronisatie ondersteunt. De
synchronisatie verloopt in twee richtingen. Als een
item op het ene apparaat is verwijderd, wordt het
ook op het andere verwijderd. U kunt verwijderde
items niet terugzetten via een synchronisatie.
om inhoud van het andere apparaat naar uw
apparaat te halen. Bij het ophalen wordt inhoud van
het andere apparaat naar uw apparaat
gedownload. Mogelijk wordt aan u gevraagd of u
de oorspronkelijke inhoud op het andere apparaat
wilt behouden of verwijderen, afhankelijk van het
model van het apparaat.
om inhoud van uw apparaat naar het andere
apparaat te verzenden
Als een item niet kan worden verzonden met
Overdracht, afhankelijk van het type van het
andere apparaat, kunt u het item toevoegen aan de
Nokia-map (C:\Nokia of E:\Nokia) en het vanuit
die map verzenden. Wanneer u de map selecteert
waarnaar de items moeten worden overgebracht,
worden de items in de bijbehorende map in het
andere apparaat gesynchroniseerd, en omgekeerd.
Een overdracht herhalen met een
snelkoppeling
Na een gegevensoverdracht kunt u een
snelkoppeling met de instellingen voor de
overdracht in de hoofdweergave opslaan om
dezelfde overdracht later te herhalen.
Blader naar een snelkoppeling en selecteer
Opties > Snelkoppellingsinstllngn om de
snelkoppeling te bewerken. U kunt de
snelkoppeling bijvoorbeeld een naam geven of
deze naam wijzigen.
Na elke overdracht wordt een
overdrachtslogbestand weergegeven. Blader naar
een snelkoppeling in de hoofdweergave en
selecteer Opties > Log bekijken om het
logbestand van een vorige overdracht te bekijken.
26
Het apparaat