Operation Manual
Tips voor het maken van een
GPS-verbinding
Houd rekening met het volgende als het apparaat
geen satellietsignaal kan detecteren:
● Als u binnen bent, ga dan naar buiten om een
beter signaal te ontvangen.
● Ga als u buiten bent naar een omgeving met
minder obstakels.
● Controleer of
de GPS-
antenne van
het apparaat
niet wordt
afgedekt door
uw hand.
Zie
'Het apparaat
correct
vasthouden'
, p. 41.
● Slechte weersomstandigheden kunnen de
signaalsterkte beïnvloeden.
● Sommige voertuigen hebben getint (athermisch)
glas, dat de satellietsignalen kan blokkeren.
De status van het satellietsignaal
controleren
Als u wilt nagaan hoeveel satellieten uw apparaat
heeft gevonden en of het apparaat satellietsignalen
ontvangt, drukt u op
en selecteert u
Instrumenten > Connect. > GPS-gegevens >
Positie > Opties > Satellietstatus. Of selecteer
Opties > Kaartopties > Satellietinfo in de
toepassing Kaarten.
Als uw apparaat
satellieten heeft
gevonden, wordt voor elke
satelliet een balk
weergegeven in de
weergave met
satellietgegevens. Hoe
langer de balk, des te
sterker is het
satellietsignaal. Wanneer
het apparaat voldoende
gegevens van het
satellietsignaal heeft
ontvangen om de coördinaten van uw locatie te
berekenen, wordt de balk zwart.
In eerste instantie moet het apparaat signalen van
minstens vier satellieten ontvangen om de
coördinaten van uw locatie te kunnen berekenen.
Nadat een eerste berekening is gemaakt, kunnen
verdere berekeningen van de coördinaten van uw
42
Positionering (GPS)