Operation Manual
Zelf op de foto met de
zelfontspanner
De zelfontspanner is alleen beschikbaar in de
hoofdcamera. Met de zelfontspanner kunt u een
opname uitstellen zodat u zelf ook op de foto kunt
komen te staan.
Ga naar de actieve werkbalk en selecteer
Zelfontspanner > 2 seconden, 10 seconden of
20 seconden om de vertraging voor de
zelfontspanner in te stellen.
Selecteer Activeren als u de zelfontspanner wilt
activeren. U hoort een signaal wanneer de
zelfontspanner is geactiveerd, en vóór de opname
knippert de vierhoek. De foto wordt gemaakt
wanneer de geselecteerde vertraging is verstreken.
Ga naar de actieve werkbalk en selecteer
Zelfontspanner > Uit om de zelfontspanner uit te
schakelen.
Tip: Ga naar de actieve werkbalk en selecteer
Zelfontspanner > 2 seconden zodat u uw
hand stil kunt houden wanneer u een foto
maakt.
Tips voor het maken van goede
foto's
Beeldkwaliteit
Gebruik de juiste beeldkwaliteit. De camera heeft
diverse modi voor de beeldkwaliteit. Gebruik de
hoogste instelling als u foto's wilt maken van de
allerbeste beeldkwaliteit. Er is echter ook meer
geheugenruimte nodig voor foto's van een betere
beeldkwaliteit. Voor multimediaberichten (MMS) en
e-mailbijlagen moet u misschien de laagste
beeldkwaliteitsmodus kiezen, die is
geoptimaliseerd voor MMS-verzending. U kunt de
kwaliteit definiëren in de camera-instellingen.
Zie
'Instellingen van fotocamera aanpassen', p. 79.
Achtergrond
Gebruik een eenvoudige achtergrond. Voor
portretten en andere foto's met mensen, moet u
erop letten dat het onderwerp zich niet tegen een
rommelige of complexe achtergrond bevindt,
waardoor de aandacht van het onderwerp wordt
afgeleid. Verplaats de camera of het onderwerp als
aan deze voorwaarden niet wordt voldaan. Plaats
de camera dichter bij het object om duidelijkere
portretten te maken.
Diepte
Wanneer u landschappen fotografeert, kunt u
diepte aan foto's toevoegen door objecten op de
76
Camera