Operation Manual

Wanneer u de camera sluit, worden de
standaardinstellingen weer actief.
Als u een nieuwe scène selecteert, worden de kleur-
en belichtingsinstellingen vervangen door de
geselecteerde scène. U kunt de instellingen zo
nodig wijzigen nadat u een scène hebt
geselecteerd.
Video-instellingen
Selecteer Opties > Instellingen in de videomodus
en maak een keuze uit de volgende opties als u de
begininstellingen wilt wijzigen:
Videokwaliteit — Hiermee stelt u de kwaliteit
van de videoclip in. Selecteer Delen als u de
videoclip in een multimediabericht wilt
verzenden. De clip wordt opgenomen met QCIF-
resolutie in de 3GPP-indeling en de grootte
wordt beperkt tot 300 kB (circa 30 seconden).
Videoclips in de MPEG-4-indeling kunnen
mogelijk niet als multimediabericht worden
verzonden.
Locatie vastleggen — Selecteer Aan als u GPS-
locatiecoördinaten aan elk bestand wilt
toevoegen. De ontvangst van het GPS-signaal kan
even duren of het signaal is mogelijk niet
beschikbaar.
Zie 'Locatiegegevens', p. 76.
Videostabilisatie — Beperkt de gevolgen van
het schudden van de camera tijdens de video-
opname.
Geluidsopname — Geef aan of u geluid wilt
opnemen.
Toevoegen aan album Voeg de opgenomen
videoclip toe aan een album in Foto's.
Opgenomen video tonen — Selecteer deze
optie om het eerste beeld van de opgenomen
videoclip weer te geven nadat de opname is
gestopt. Selecteer Afspelen in de actieve
werkbalk (hoofdcamera) of Opties > Afspelen
(tweede camera) als u de gehele videoclip wilt
weergeven.
Standaardnaam video — Geef de
standaardnaam voor opgenomen videoclips op.
Gebruikt geheugen — Hier geeft u op waar
videoclips moeten worden opgeslagen.
Instellingen herstellen — Hiermee stelt u de
camera weer op de standaardwaarden in.
84
Camera