Operation Manual
4 Flitsermodus
5 Opname-instellingen
6 Symbool voor batterijniveau
7 Symbool voor afbeeldingsresolutie.
8 Afbeeldingteller (het geschatte aantal foto's dat u kunt maken met de
ingestelde afbeeldingskwaliteit en het geschikte geheugen)
9 Gebruikte geheugen. Afhankelijk van de instelling van het apparaat beschikt u
over de volgende opties: apparaatgeheugen ( ) of massageheugen ( ).
10 Symbool voor GPS-signaal
Opname-instellingen
Als u de weergave met opname-instellingen wilt openen voordat u een afbeelding
of videoclip opneemt, selecteert u Menu > Toepassngn > Camera en
.
De weergave met opname-instellingen biedt snelkoppelingen naar verschillende
items en instellingen voordat u een afbeelding of videoclip opneemt.
De opname-instellingen worden opnieuw op de standaardwaarden ingesteld
wanneer u de camera sluit.
Selecteer een van de volgende opties:
de scène selecteren.
of tussen de video- en afbeeldingsmodus schakelen.
of het zoekraster weergeven of verbergen (alleen afbeeldingen).
De zelfontspanner activeren (alleen afbeeldingen).
De reeksmodus activeren (alleen afbeeldingen).
Camera 117
© 2010 Nokia. Alle rechten voorbehouden.